Afwerken van balkon- en galerijvloeren

Artikel delen

In de afgelopen jaren is Nebest B.V. betrokken geweest bij renovaties van veel flatgebouwen. Een belangrijk onderdeel daarvan was betonherstel van terrassen, balkon- en galerijvloeren. Helaas gaat er volgens Nebest nog veel mis bij het aanbrengen van de afwerklagen. Tijd voor extra aandacht voor deze problematiek in BouwTotaal. Want er zijn nog veel flatgebouwen die, gezien de toestand van het beton van de balkon- en galerijvloeren, een renovatie en bescherming van deze vloeren nodig hebben.

Tekst: Jan-Willem van Brenk, Nebest B.V.

Foto 1. Een scheuroverbruggende coating werd twaalf jaar geleden aangebracht en na vier jaar hersteld met een nieuwe coating. In 2003 was opnieuw een volledig nieuwe afwerking noodzakelijk..

Veel van de flatgebouwen die problemen hebben met de balkon- en galerijvloeren worden beheerd door een Vereniging van Eigenaren. Deze VVE-‘s hebben vaak een achterstand in het onderhoud van de gevels. Één van de duurste  onderdelen van het betonherstel blijkt meestal de afwerking te zijn van de terrassen, galerij- en balkonvloeren.
Er zijn veel mogelijkheden van vloerafwerkingen voor de balkon- en galerijvloeren. De leveranciers van betonreparatie- en beschermingsproducten hebben meerdere producten die zij aanprijzen als een ideale afwerking. Mogelijke afwerkingen zijn:
•    cementgebonden dekvloeren;
•    vloercoatings;
•    troffelvloeren;
•    tegelvloeren;
•    folies;
•    gietasfalt;
•    dakbedekking met terrastegels.

Per afwerkingsgroep is een aantal toepassingsmogelijkheden te noemen met specifieke eigenschappen en een aantal valkuilen (die punten waar het echt mis gaat).

Cementgebonden dekvloeren

Cementgebonden dekvloeren als afwerking voor een galerij- en balkonvloer vormen veelal een basis voor verdere afwerklagen. Een nieuwe dekvloer is nodig als het afschot moet worden hersteld, of als de oude dekvloer volkomen vergaan is.
Bij afschotcorrecties moet eerst worden vastgesteld waarom het afschot niet (meer) correct is. Berucht zijn natuurlijk de uitkragende galerijplaten. Bij ernstige doorbuigingen van uitkragende balkons of galerijen moet een onderzoek naar de constructieve veiligheid plaatsvinden. De breuk van een galerijplaat, zoals in Wormerveer is gebeurd, werd mede veroorzaakt door het extra gewicht aan vloermortel dat nodig was om het afschot te herstellen. Een extra belasting van een mortellaag betekent ook weer meer doorbuiging door kruip van het beton.
Meestal wordt een dekvloer afgewerkt met een kunsthars gebonden laag. Dit is voor aannemers een reden om genoegen te nemen met een D20 kwaliteit aan dekvloer. Dit is ook toelaatbaar conform NEN 2741. Onze ervaring is dat het aanbrengen en het functioneren van een D30 of D40 vloer vele voordelen biedt tegen een geringe meerprijs, ten opzichte van een D20 kwaliteit. Een hogere kwaliteit geeft een minder poreuze mortel en dus minder kans dat tijdens de renovatie of later bij beschadigingen de vloer zich vol trekt als een spons. Vanuit onze ervaring wil ik pleiten voor minimaal D30 kwaliteit, ook onder later aangebrachte afwerklagen. Consequentie is wel dat er mechanisch moet worden verdicht. Dit kan met een kleine trilplaat.
De duurzaamheid van afwerklagen wordt in sterke mate bepaald door de kwaliteit van de ondergrond. Voor balkon- en galerijvloeren geldt net als bij andere vloeren het belang van hechting. Een schoongemaakte gladde betonvloer, eventueel ruw gestaald, is nog steeds één van de moeilijkste ondergronden om hechting op te krijgen. Boucharderen of vlamstralen met nastralen geven een beter hechtingsvlak.

 Afschotproblemen op een galerijvloer met een afwerklaag.

Afschot

Het maken van afschot is één van de belangrijkste doelen bij het maken van nieuwe dekvloeren. De mogelijkheid voor het creëren van afschot is vaak beperkt door lage schrobranden en/of lage opstanden onder de gevelkozijnen. In de jaren ‘90 heeft Bouwcentrum zich al sterk gemaakt voor een afschot van minimaal 10 mm/m1. Een goede oplossing voor veel uitkragende balkon- en galerijvloeren is het afschot naar de schrobrand toe te leiden en daar de hemelwaterafvoer (HWA) te maken. Het grote nadeel daarbij zijn de pijpen die buiten de galerij lopen.
Het is ons in al die jaren van advisering maar zelden gelukt beheerders te overtuigen van het voordeel daarvan. Alleen bij grote totaalrenovaties waarbij het uiterlijk van de flat volledig wordt veranderd, maakt zo’n plan van afschotwijziging een kans.
Een keuze voor het creëren van een goot is altijd een moeilijke beslissing. Bij weinig afschot mogelijkheid is de afstand naar de HWA vaak te groot, maar is de afstand naar een goot meestal wel te bereiken. De goot zelf heeft daarbij weinig afschot naar de HWA en blijft dan langdurig nat, met vervuiling als gevolg. Algemene regels voor of tegen het toepassen van een goot zijn niet te geven. Als een goot niet beslist noodzakelijk is dan moet deze niet worden toegepast.
Omdat nieuwe dekvloeren veelal worden afgewerkt met een duurzamer (duur) systeemvloer is het van groot belang het afschot vooraf te controleren. Dit is goed uit te voeren door de vloer eerst te voorzien van een primer die hoort bij het systeem en het geheel daarna onder water te zetten. De plassen die op de vloer blijven staan kunnen worden gemarkeerd en met speciale mortels kan het afschot worden hersteld. Herstel van afschot na het aanbrengen van een afwerklaag is meestal veel lastiger. De werkwijze van voortijdig uitproberen van het afschot is ons in de afgelopen jaren goed bevallen.

Vloercoatings

Het afwerken van een betonvloer met een dunne coatinglaag, een zogenoemde rolcoating, is bijna altijd af te raden. Een dunne rolcoating is nooit sterk genoeg om een duurzame afwerking te vormen. Mechanische beschadigingen zijn het begin van een voortijdig einde van de coating. Veel schadebeelden zijn te zien aan de coatings die door de bewoners zelf zijn aangebracht. Dit geldt ook voor de rolcoatings die worden ingestrooid voor de gewenste anti-slip. Systemen van 1 mm dikte of meer (zoals gietvloeren) geven duidelijk meer zekerheid voor een duurzame afwerking.

Er zijn veel verschillende typen vloercoatings op de markt die geschikt zijn voor een buitentoepassing op galerij- en balkonvloeren. De coatings worden gekenmerkt door het type bindmiddel. De groepen zijn:
1.    Epoxygebonden systemen, kenmerkend door goede hechting en sterkte.
2.    Polyurethaangebonden systemen, kenmerkend door goede duurzaamheid en elasticiteit.
3.    Mengsels van polyurethaan en epoxyharsen, of polyurethaan en acrylaat,
4.    Onverzadigde polyesterharsen. 
5.    Polymethylmethacrylaat.
6.    Polyureumharsen.  
De bekende producenten van bouwchemische producten brengen allemaal wel een coating op de markt die geschikt is voor toepassing op een galerij- of balkonvloer. Een systeem bestaat vaak uit verscheidene coatings, epoxycoating met polyurethaan afwerklaag, of polyesterharsen met een PMMA-afwerklaag.
Een bijzondere groep van vloercoatings zijn de scheuroverbruggende coatings. Deze coatings zijn nodig voor het afwerken van uitkragende galerij-en balkonvloeren. De thermische scheuren in deze vloeren blijven bewegen. Nieuwe scheuren zijn ook na vele jaren nog steeds mogelijk.
Een coating is scheuroverbruggend als hij één of meer specifieke eigenschappen bezit. Een coating moet extreem elastisch zijn en voldoende laagdikte hebben om de vervorming boven een scheur te compenseren. Een tweede eigenschap is een hechting op de ondergrond. Als de hechting op de ondergrond matig is kan de hechting eerder verbreken bij een scheur, voordat de coating zelf scheurt. De rek tengevolge van een scheurbeweging wordt dan over een grotere afstand verdeeld. Bij een nieuwe scheur is de rek in theorie oneindig groot boven de scheur.
De verhouding tussen rek en hechting kan goed worden geregeld door een inlage met een rekbare mat, zoals een polyestermat. Met een elastische inlage kunnen grote bewegingen worden overbrugd (dilataties en dergelijke). Kenmerkend en tevens een gevoelig punt van de echte scheuroverbruggende coatings is dus de matige hechting op de ondergrond. Systemen bestaande uit één laag die ook nog overmatig wordt ingestrooid, zijn twijfelachtige systemen.

Epoxygebonden troffelvloeren

Troffelvloeren worden nogal eens toegepast om in moeilijke situaties een afschot-correctie toe te passen. Vroeger zagen wij ook grote projecten waar troffelvloeren werden gemaakt op galerijen en balkons. De troffelvloeren werden niet verder afgewerkt. In de gunstige situaties werd een polyurethaan-coating op de troffelvloer aangebracht.
Wij hebben in het verleden veel troffelvloeren gezien met schade, waarbij wij steeds konden vaststellen dat een troffelvloer lang niet per definitie waterdicht is. Volgens de producenten van deze troffelvloeren moet de primer voor de waterafdichting zorgen. Dit is echter een onzekere factor bij de applicatie. Het afsluiten van een troffelvloer met een topcoating is kostbaar omdat veel van de coating wegzakt in de mortel. Meer dan één laag is meestal nodig voor een goede afdichting. Epoxy-gebonden mortel heeft ook de eigenschap bros te worden bij veroudering. Bij materiaalspanningen leidt dit tot scheuren, eerder dan algemeen wordt verwacht.
 

Tegelvloeren

Veel oudere flatgebouwen, meestal de wat luxueuze gebouwen, zijn voorzien van tegelvloeren op galerijen en balkons. Over het algemeen worden de tegelvloeren ook het meest gewaardeerd bij de bewoners.
Er zijn uitkragende galerijen waar tegelvloeren zijn aangebracht in een mortellaag, die al dertig jaar functioneren met weinig onderhoud en schade. Er zijn echter ook veel voorbeelden te noemen waar tegelvloeren op een poreuze mortellaag veel en langdurig water vasthouden en al tientallen jaren lekkage veroorzaken, met meestal betonschade als gevolg.
Ondanks of dankzij de vele praktijkvoorbeelden van tegelvloeren op galerijen en balkons zijn er geen richtlijnen opgesteld voor het maken van tegelvloeren. In de gids voor afwerkvloeren, deel tegelvloeren, worden de galerijen en balkons expliciet uitgesloten. De meningen van deskundigen lopen uiteen van nooit toepassen op galerijen tot ‘het kan overal als je onze producten maar gebruikt’.  Het is ons opgevallen dat in de Duitse literatuur over keramische tegels vaak wordt geschreven over nieuwe ontwikkelingen voor het leggen van tegels op balkons en terrassen. De methode met tussenlagen van elastische matten tussen beton en tegels wordt maar weinig toegepast. De kostprijs zal een beperkte factor zijn.

Nebest b.v. heeft een werk begeleid waar een tegelvloer op een uitkragende galerijvloer is gelegd met een tussenlaag van een 2 mm dikke, hoog gemodificeerde cementgebonden laag. Hierop zijn met flex-lijmen niet al te grote tegels verlijmd, waartussen een voeg resteert met een hoge flexibiliteit. De randen van de tegelvloer, inclusief de aansluiting met het dilatatieprofiel zijn gevuld met een kitvoeg. Dit systeem ligt al een paar jaar en functioneert goed.
Op hetzelfde project is aan de balkonzijde, die op het zuidwesten ligt, een scheuroverbruggende coating aangebracht. Een deel van de appartement-eigenaren wilde toch een tegelvloer als balkonvloer. Een idee van de betreffende aannemer heeft geleid tot proeven met een verlijmde keramische tegel op een scheuroverbruggende vloercoating. De tegels zijn met een polysulfidekit verlijmd. Een lastig en zwaar werk om dit uit te voeren. De nog zachte kit is tussen de tegels ingestrooid met zand om een aanhechting met een voegmortel mogelijk te maken. Een groot voordeel van deze werkwijze is dat alle balkons (balkongalerij) gelijkvormig zijn afgewerkt met een blijvende waterdichte laag en elke individuele bewoner kon kiezen voor een afwerking met of zonder tegels. 

Folies

Zo’n tien of vijftien jaar geleden zijn veel balkon- en galerijrenovaties uitgevoerd met een afwerking van een folie. Voordeel van een folie is dat deze meestal over een matige vloerafwerking heen geplakt kon worden, hetgeen veel kosten van sloop en vernieuwen bespaarde.
Een veel gebruikte folie is een EPDM-rubber. Deze zijn in verschillende dikten en kwaliteiten te leveren. Een tweede mogelijkheid zijn PVC-folies die ook als kunststofdakbedekkingen worden gebruikt. Deze PVC-folies worden niet veel toegepast op galerijen en balkons.
Recent zijn door Nebest b.v. twee grote complexen onderzocht waar de galerijen waren afgewerkt met een EPDM-folie. De folies waren 12 tot 15 jaar oud. Onderzoek aan uitgesneden materiaal gaf aan dat de materiaal-eigenschappen (treksterkte en rek bij breuk) nauwelijks waren veranderd ten opzichte van nieuw materiaal. De problemen op beide complexen lagen bij de verlijming en de afdichting van naden. De verlijming was in het vlak nog goed, maar nabij lekkende naden kwam ook de verlijming los. Herstel wordt veelal met polysulfide kit uitgevoerd, net als de aansluitingen op de naden. In de praktijk blijkt juist de veroudering van de kit de grootste problemen te veroorzaken. Omwille van een vlakke vloerafwerking zijn de kopse naden van de folie stuikend gelegd op de galerijvloer. Door een geringe verouderingskrimp van het rubber en veroudering van de polysulfidekit ontstaan daar lekkages. Herstel vond dan plaats met gelijmde pleisters, veelal ook polysulfide kit. Het herstelde gedeelte heeft vaak een veel kortere levensduur omdat er gelijmd wordt op vervuilde ondergronden.
Kenmerkend bij toepassing van de EPDM-folies is dat de keuze voor zo’n folie een goedkoper alternatief was voor een volledig herstel. Afschotcorrecties zij niet uitgevoerd waardoor de problemen van wateroverlast bleven bestaan. Wateroverlast wordt dan gecompenseerd door een daktegel toe te passen op de galerij. Bij gekleurde EPDM-folies (vooral bij rood) is een sterke verkleuring waargenomen door afbraak van de kleurstof in het rubber. Dit geeft met vervuiling van waterplassen een armoedig uiterlijk.

Gietasfalt

Gietasfalt werd vroeger veel toegepast op grote galerijen en terrassen. Toepassingen in de laatste jaren zien wij niet meer. Gietasfalt op een waterdichte laag dakbedekking kan een goede oplossing zijn voor brede galerijen en straten op een verhoogd niveau. Er zijn verwerkingsrichtlijnen opgesteld door de Vereniging van Gietasfalt-Verwerkers. Daarbij zijn kwaliteitseisen opgesteld aan gietasfalt. Belangrijk daarin is de hardheid van de bitumen en het bitumen mengsel.
Deze hardheid wordt bepaald met een stempelproef. De indringdiepte bepaalt de hardheid en daarmee of het mengsel in een buitensituatie kan worden gebruikt. Wij hebben in het verleden en recentelijk weer vastgesteld dat te harde gietasfaltmengsels buiten zijn toegepast. Dit heeft tot gevolg dat het asfalt veel en grote scheuren gaat vertonen. Gietasfalt op beton staat daar een beetje om bekend, maar met een goede kwaliteitszorg kan gietasfalt goed op galerijen worden toegepast. Er zijn tegenwoordig ook gekleurde gietasfaltlagen te verkrijgen.

Dakbedekking met terrastegels

Voor terrassen en balkons zijn dakbedekking met terrastegels geschikt. De duurzaamheid van het systeem is groot. Er is veel ervaring en kennis aanwezig voor het waterdicht maken van terrassen met gemodificeerde, gebitumineerde polyestermaten. Het gewicht van de terrastegels is een factor van keuze en beperking ten aanzien van de constructie.
Losse terrastegels op galerijen zijn veelal niet gewenst. Door veroudering en onjuist herstel na werkzaamheden, komen tegelvloer los te liggen. Losliggende tegels veroorzaken hinder, onder andere door geluidsoverlast.  

Adviezen en richtlijnen ter discussie
Ter afsluiting een aantal adviezen ter discussie. Bij het afwerken van balkons- en galerijvloeren moeten de volgende vier punten in ogenschouw genomen worden.
1.    Minimaal een D30 vloer toepassen, ook onder coatings.
2.    Geen afwerklagen aanbrengen als dit niet beslist noodzakelijk is.
3.    Bij uitkragende vloeren altijd scheuroverbruggende coatings toepassen en scheuren niet injecteren.
4.    Tegelvloeren flexibel verlijmen, bij voorkeur op een flexibele tussenlaag. Nooit tegels plaatsen in zetspecie.