Bouwfouten

Artikel delen

Bouwgebreken: aanhoudende stank door sigarettenrook onderburen

In stedelijke gebieden wonen we met veel mensen op een klein oppervlak. Dit betekent dat men meer van elkaar merkt dan op het platteland en daarin ook een zekere mate van tolerantie moet hebben. Veel voorkomende ‘overlastpunten’ zijn stank en geluid. Vaak wordt tegen de klager gezegd dat hij/zij niet zo moet zeuren en dat het allemaal wel meevalt. Dat de gebouwkenmerken flink roet in het eten kunnen gooien, daar wordt niet altijd bij stilgestaan.

Tekst: ing. R.N.P. Kortekaas
Bureau voor Bouwpathologie BB
www.bouwpathologie.nl

Probleem

Het begint met een druk appartementencomplex midden in een stadscentrum. De appartementen betreffen huurwoningen en met de huurdersmutaties worden in de appartementen enkele duurzame wijzigingen doorgevoerd. Een bewoonster op één van de middenetages kreeg met de komst van nieuwe onderburen ineens last van sigarettenrook in huis. Hoewel de vorige bewoners ook rokers waren, was de hinder van de rook voor de huurdersmutatie veel minder. Het dichthouden van ventilatieroosters leek de overlast zelfs erger te maken. Haar klachten bij de woningbouwvereniging werden van de hand gedaan met de mededeling dat er in een woongebouw als deze altijd sprake is van dit soort geuren en dat er eigenlijk niets aan de hand was. Omdat de bewoonster ervan overtuigd was dat er meer aan de hand was heeft zij een Bouwpatholoog ingeschakeld.

Onderzoek

De Bouwpatholoog is begonnen met een rondgang door het appartement van de ‘klaagster’. Het appartement is opgebouwd uit betonnen wanden en kanaalplaatvloeren. Verder zijn een mechanische afzuiging aanwezig en ventilatieroosters in de gevels. De bewoonster gaf aan de ventilatieroosters nagenoeg altijd dicht te hebben vanwege de stank, maar dat dit nooit hielp. De sigarettenlucht wordt het meest waargenomen in de gang. Hier bevindt zich eveneens de meterkast. Hoewel volgens mededeling wel het geval, waren toch niet alle doorvoeren goed afgedicht, met name achter de achterwand van de groepenkast.

Vervolgens heeft de Bouwpatholoog de woning van de onderburen onderzocht. Allereerst wees een inspectie in de meterkast uit dat de doorvoeren aan de onderzijde eveneens niet afgedicht zijn. De bewoners hebben aangegeven in principe altijd op het balkon te roken, behalve bij koud of nat weer. Dan werd er onder de afzuigkap in de keuken gerookt. Bij inspectie van de wasemkap bleek deze nergens op te zijn aangesloten. Bij navraag bij de woningbouwvereniging bleek bij de mutatiewerkzaamheden de wasemkap te zijn vervangen door een recirculatiekap. De nieuwe bewoners vonden deze echter te veel herrie maken en hebben zelf weer een wasemkap geplaatst zonder verdere aansluiting. Wat daarnaast opviel was dat er tussen hal een keuken een open verbinding is. Door het ontbreken van een deur kan de lucht vanuit de keuken zich vrij in de hal verspreiden.

De afzuigventielen in de keuken waren sterk vervuild, waardoor deze nauwelijks meer functioneerden. Middels een rooktest is vastgesteld dat de lucht vanuit de wasemkap tegen het plafond gestuwd wordt, over het plafond rolt en vervolgens in de hal terecht komt. Door onderdruk in de bovengelegen woning wordt de vervuilde lucht vrij gemakkelijk door de openingen in de meterkast de bovengelegen woning in gezogen.

Herstel

In dit geval zal het herstel volstaan met het luchtdicht afwerken van de doorvoeren in de meterkast. Daarnaast zal de recirculatiekap moeten worden teruggeplaatst. Om het leefklimaat in de beide woning te verbeteren moeten tevens de ventielen van de mechanische ventilatie in de onderste woning gereinigd worden

BouwTotaal