Snel verdiend

Ondernemen
Artikel delen

Is de heffing in Box 3 nu onredelijk of niet?

Is de heffing in Box 3 nu onredelijk of niet? Dat is de vraag die de fiscale gemoederen maar ook de gemiddelde man in de straat al langer bezighoudt. Ooit begonnen als de ‘pretbox’ in tijden dat een rendement van maar 4% alleen voor stumpers was, is Box 3 nu verworden tot een dure fiscale gevangenis waaruit ontsnappen niet mogelijk is voor de voorzichtige spaarders onder ons. En natuurlijk wordt over deze vraag ook geprocedeerd. Zo was er onlangs een uitspraak van het Hof Amsterdam in een proefprocedure tegen de Box 3-heffing in 2014.

Feiten en geschil

Op 1 januari 2014 bestaat het box 3-vermogen van X volledig uit banktegoeden tot een bedrag van € 127.954. Zij heeft in 2014 € 1.336 aan rente ontvangen. Een rendement van 4% wordt bij lange na niet gehaald. In deze proefprocedure is in geschil of de heffing in Box 3 in strijd is met artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM.

Overwegingen van het Hof

Voor het jaar 2014 oordeelt Hof Amsterdam, zoals iedereen eigenlijk al wel wist, dat het reële rendement op risicovrije beleggingen over een lange termijn in aanzienlijke mate afwijkt van het bij de invoering van Box 3 voorziene rendement van 4%. Er is volgens het Hof geen sprake meer van een redelijke en proportionele verhouding tussen het op zichzelf gerechtvaardigde algemeen belang van de Nederlandse staat bij het genereren van belastingopbrengst en het belang van de individuele burger (u en ik dus) daaraan niet meer dan zijn of haar ‘fair share’ te moeten bijdragen. Ook oordeelt het Hof dat Box 3 in strijd is met het neutraliteitsbeginsel, in zoverre dat van Box 3 een prikkel uitgaat om in meer risicodragende vermogensobjecten te beleggen. Al met al komt het Hof tot de conclusie dat sprake is van een schending van de op grond van artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM vereiste ‘fair balance’.

Uitspraak

Nu hoor ik u denken “hè hè`, deze rechter heeft het begrepen. Eindelijk gerechtigdheid en dus een exit van (een deel van) de heffing in Box 3”. Welnu, dan moet ik u teleurstellen. Want aan de vraag of hier sprake is van een zodanige schending van de fair balance dat dit niet zonder gevolgen kan blijven voor de aan X opgelegde aanslag, komt het Hof niet toe.

Naar het oordeel van het Hof houden de aan de wetgever toekomende beoordelingsmarge en de rechtsstatelijke positie die wetgever en rechter ten opzichte van elkaar innemen in, dat de wetgever enige tijd moet worden gegund om in een situatie die op zichzelf een schending inhoudt van artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM, een einde te maken. Bovendien is de wet met ingang van 1 januari 2017 gewijzigd om juist tegemoet te komen aan de bezwaren tegen de hoogte van het bij de invoering van Box 3 vastgestelde rendement. Op de vraag of die wijziging adequaat is gaat het Hof niet in.

Dus … Om een lang verhaal kort te maken: de aan X opgelegde aanslag, en daarmee de heffing in Box 3, blijft dus ‘gewoon’ in stand.

Mr. Frank Kerkhof RB
Alfa Accountants en Adviseurs te Bennekom
fkerkhof@alfa.nl

BouwTotaal