Onnodige warmtelekken kosten veel gas

Artikel delen

“Soms komt minder dan de helft van de opgewekte warmte echt op de plek. Warmtelekken bij opwekking, transport en afgifte kunnen enorm zijn. Toch spelen deze verliezen geen rol in de huidige bepalingsmethode voor de energieprestatie (EPC). Daardoor kloppen de berekeningen niet bij bestaande en bij nieuwe woningen. Het gasverbruik van een label A++ woning kan zelfs hoger zijn dan van een woning met label C”, aldus Ton Willemsen, directeur Tonzon BV. Reden om 21 februari 2018 een brief naar de Tweede Kamer te sturen.

Tekst: ing. Frank de Groot
Beeld: Tonzon BV

Bij vloerschuim gaat vrijwel altijd onnodig veel warmte onbenut naar onderen verloren. Ook bij een met hardschuim geïsoleerde vloer.

Al vele jaren strijdt Ton Willemsen tegen de misverstanden die er heersen bij het isoleren van vloeren. “Logisch, want hij wil Tonzon vloerisolatie verkopen”, is een veelgehoorde opmerking. Maar wie zijn verbeten strijd volgt, krijgt ook sympathie voor zijn gedachtengoed. En nu dus zelfs een brief naar de Tweede Kamer. “Ik doe dit met tegenzin omdat ik naast maatschappelijk betrokken ook belanghebbende ben en mij een dubbele pet zal worden verweten. Daarom bied ik aan om onder ede door uw commissie gehoord te worden indien u daartoe aanleiding ziet”, aldus Willemsen in de brief. Dan moet je toch wel erg zeker van je zaak zijn.

Wat is er aan de hand?

Bij vloerverwarming gaat volgens Willemsen vrijwel altijd onnodig veel warmte onbenut naar onderen verloren. Er zijn volgens hem voorbeelden waarbij de onderkant van de vloer warmer is dan de bovenkant. Hij laat een recent onderzoek zien met warmtebeelden bij een zorginstelling. In de centrale verblijfsruimte is de vloer voorzien van vloerverwarming en afgedekt met laminaat.

Vloer in zorgcentrum is voorzien van vloerverwarming en isolatie.

De vloer is geïsoleerd met EPS en heeft een Rc-waarde van 1,3 m2K/W. “Bij metingen in de kruipruimte bleek de temperatuur aan de onderzijde van de vloerisolatie gemiddeld 22°C te zijn! De warmte van de vloerverwarming dringt door tot aan de buitengevel die circa 7 meter verderop zit. Deze funderingsmuur is met 15 tot 17 graden veel warmer dan bij andere gebouwen en woningen nu het geval is, namelijk 6 tot 10 graden. Hierdoor wordt er constant warmte onttrokken via de vloer”, aldus Willemsen. Hij noemt nog meer voorbeelden van projecten waarbij een geïsoleerde vloer met vloerverwarming niet tot een aangenaam binnenklimaat leidt. Vooral als er ook nog een vloerbekleding is toegepast. “Zelfs bij een Rc-waarde van 3,5 m2K/W gaat er nog structureel warmte naar de kruipruimte verloren”, aldus Willemsen.

Energieprestatie

Het gevolg van de ongewenste uitstraling bij traditioneel geïsoleerde vloeren met vloerverwarming is dat het werkelijk gasverbruik bij eenzelfde woning naar twee kanten toe zeer sterk kan afwijken van de uitkomst van de berekening. Willemsen: “De afwijking naar boven wordt veroorzaakt door het feit dat aan vloerverwarming een energiebesparing wordt toegekend, terwijl in werkelijkheid het energieverbruik van een woning hierdoor omhoog gaat zonder extra maatregelen. Bij niet-geïsoleerde vloeren is de toename in het gasverbruik extreem te noemen. Maar ook bij nieuwe woningen met op papier goede vloerisolatie gaat het energieverbruik flink omhoog”

Oud minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties geeft dit ook toe in een reactie op 24 mei 2017 op eerdere vragen van Willemsen aan het ministerie: “Ik vind het belangrijk dat in de instrumenten die er nu zijn om energiebesparing te stimuleren, goed wordt aangegeven wat de mogelijkheden zijn van energiebesparende maatregelen, waaronder vloerisolatie. Dit geldt bijvoorbeeld voor de voorlichtingscampagne ‘Energiebesparen doe je nu’, waarin een aparte actie ‘check je kruipruimte’ wordt ontwikkeld, de eerder genoemde subsidieregeling energiesparing eigen huis, die als wordt voldaan aan de eisen, een vierkant meter vloerisolatie beloont met 5 euro subsidie, en het energielabel.”

Ook zegt hij in de brief: “… bij de eerstvolgende aanpassing van het Nader Voorschrift (de bepalingsmethode voor de Energie-Index voor woningen) aandacht zal worden gegeven aan de onlogische combinatie van vloerverwarming bij een matig tot niet-geïsoleerde vloer”. In de recente brief aan de Tweede Kamer zegt Willemsen dat deze aanpassing echter niet meer plaatsgevonden. Volgens de NEN-commissie zou dat te maken hebben met de beoogde versnelde invoering van de NTA 8800. Vanaf 1 januari 2020 gelden er namelijk nieuwe energieprestatie-eisen voor nieuwbouw. Na twintig jaar nemen we dan afscheid van de energieprestatiecoëfficiënt (EPC). Daarvoor in de plaats komt een nieuwe bepalingsmethode die wordt vastgelegd in een Nederlands Technische Afspraak: NTA 8800. Er wordt bij de nieuwe bepalingsmethode afgestapt van de dimensieloze indicatoren EPC en EI. Er wordt overgegaan naar de indicator kWh/m2.y, conform de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD). Er wordt dan onder meer gekeken naar de energiebehoefte van een gebouw in kWh/m2 gebruiksoppervlakte, per jaar. Deze bepalingsmethode doet volgens Willemsen meer recht aan het werkelijke warmteverlies. Vandaar zijn opmerking in de recente Kamerbrief: “Vindt de Kamer het aanvaardbaar dat de Nederlandse bevolking nog twee jaar in de waan wordt gelaten dat vloerverwarming een energiezuinige vorm van verwarmen is, terwijl dit zonder extra maatregelen niet het geval is?”

Effect vloerisolatie ondergewaardeerd

“Een andere belangrijke oorzaak van de verkeerde uitkomsten is dat de afkoeling via de begane grondvloer in de huidige bepalingsmethode sterk is onderschat. Daardoor wordt aan vloerisolatie een te laag besparingsgetal toegekend”, zegt Willemsen in de Kamerbrief. “Milieu Centraal geeft in de voorlichting aan de consument al hogere besparingsgetallen weer dan de bepalingsmethode aangeeft. Ik sta dus niet alleen in deze kritiek. Deze hogere besparing wordt ook bevestigd in de praktijk bij grotere woningcomplexen. Het blijkt dat een goede vloerisolatie dan gemiddeld soms wel vier keer meer besparing oplevert dan de methode aangeeft. Een eerlijke waardering van goede vloerisolatie in de huidige methodiek zal de gasbesparing bevorderen.”

Warmtebeelden bovenzijde vloer zorgcentrum. De vloerverwarming is goed te zien.

Een belangrijk gevolg van de onderwaardering van goede vloerisolatie in de huidige bepalingsmethode is volgens Willemsen dat bij bestaande woningen, particulieren en woningcorporaties die sturen op het energielabel, vloerisolatie vaak achterwege laten in een isolatieplan. Het levert gewoon te weinig punten op. “Het achterwege laten van vloerisolatie blijkt echter de oorzaak van veel voorkomende vocht- en schimmelproblemen onderin de woning.

Onderzijde vloer: temperaturen tot 22 graden celcius.

Tot deze conclusie kwam de Nationale Ombudsman al in 1993. De belofte van toenmalig Staatssecretaris Heerma aan de Tweede Kamer om de voorlichting over vochtproblemen aan te passen aan de uitspraak van de Ombudsman, is/wordt tot aan de dag van vandaag echter niet nagekomen. Gebrek aan ventilatie wordt nog steeds genoemd/gezien als de oorzaak van vochtproblemen in woningen. Meer ventilatie zou de oplossing zijn. De aanpak van de schimmelhuizen in Dieren (en andere projecten waar vloerisolatie achterwege is gebleven) laat echter zien dat wanneer de werkelijke oorzaak niet wordt aangepakt, het vergroten van de ventilatie het paard achter de wagen kan spannen. In ieder geval zadelt het de bewoners op met een hoger stroom- en gasverbruik en vaak ook met meer kabaal aan hun hoofd.”

Temperatuur onderzijde vloer die met Tonzon Thermokussens is geisoleerd.

Het achterwege laten van vloerisolatie is volgens Willemsen dan ook de oorzaak van een toename van de concentratie huisstofmijtallergeen in vloerbedekkingen. Dit kwam volgens hem al naar voren bij het onderzoek ‘Vochtverschijnselen in woningen, huisstofmijt-allergeen en CARA bij kinderen’. “De spectaculaire stijging van het aantal astmapatiënten in Nederland loopt parallel met de toename van het aantal woningen dat wel is voorzien van dubbelglas, maar niet van vloerisolatie. Sinds in 1993 oorzaak en oplossing ontdekt werden, is het aantal onevenwichtig geïsoleerde woningen nog eens verdubbeld. Daarmee is ook het aantal astmapatiënten in Nederland verdubbeld. Deze aantallen blijven stijgen omdat de toepassing van vloerisolatie nog steeds achterblijft bij de overige isolatiemaatregelen. Op vloerisolatie is het minst subsidie aangevraagd en vloerisolatie komt het minst voor in plannen waarvoor een bespaarlening wordt aangevraagd.”

Bepalingsmethode hapert

Een andere belangrijke reden waarom de bereikte besparing sterk kan afwijken van de vooraf berekende, is volgens de Tonzon-directeur dat de huidige bepalingsmethode onvoldoende rekening houdt met warmtelekken die optreden bij opwekking, tijdens transport en bij de afgiftesystemen (radiatoren, lucht- en vloerverwarming): “Bij veel bestaande woningen lopen de kanalen van de luchtverwarming ongeïsoleerd door de kruipruimte. Hierdoor gaat veel warmte onbenut verloren. Zo ook bij radiatoren: deze stralen een deel van de warmte direct naar de buitenmuur. Een deel van deze warmte stroomt onbenut naar buiten. Dat is te verhelpen door een folie met een lage emissie op de achterkant van de radiatoren te plaatsen (dus niet op de muur). Ook ongeïsoleerde verwarmingsbuizen die door een onverwarmde ruimte lopen, zoals een zolder, kruipruimte of garage, verliezen veel warmte. Het aanbrengen van buisisolatie is een eerste stap, maar nog onvoldoende. Er treedt namelijk door de isolatie nog steeds warmteverlies op, zoals ook op warmtebeelden is te zien. Het omwikkelen van deze buizen met TONZON HR-bandagefolie neemt deze uitstraling grotendeels weg. Het water komt nu heter aan of kan met een lagere temperatuur worden weggestuurd. Omdat het retourwater ook warmer terugkomt bij de ketel daalt de ΔT. De ketel hoeft nu minder warmte toe te voegen om het water in het systeem op de gewenste temperatuur te houden.”

De plekken waar de warmte wordt opgewekt, zijn volgens Willemsen vaak ook warm. Wanneer dit de zolder, berging of garage is, dan gaat deze warmte ook onbenut verloren. “Er zijn concrete gevallen waarbij meer dan de helft van de opgewekte warmte onbenut verloren gaat. Met het effectief aanpakken van de warmtelekken kan veel worden bespaard. Wanneer dit wordt gecombineerd met het weren van vocht uit de kruipruimtebodem en met het blokkeren van de warmtestraling van de onderkant van de vloer is bijvoorbeeld bij een woning met label C 40% gas te besparen.”