Strobouw Nederland gaat sporthal energieneutraal maken

Artikel delen

Nederland telt genoeg sporthallen – veelal gebouwd in de jaren zestig en zeventig – die heuse energievreters zijn. Daar valt volgens bestuurslid Wouter Klijn van branchevereniging Strobouw Nederland heel wat te besparen. Stro is de oplossing, plaats prefab stropanelen tegen de gevel en werk deze mooi af met met hout, staal of een polymeer. De sporthal is ineens ‘nul-op-de-meter’.


Het voorbeeld van de sporthal noemt Klijn niet voor niets. In het kader van een internationaal samenwerkingsverband van vijf landen, wordt er de komende jaren 6,3 miljoen euro geïnvesteerd in voorbeeldprojecten. Strobouw Nederland is in Nederland een samenwerking aangegaan met een publiek/private partij die de komende vier jaar een sporthal als voorbeeldproject gaat aanpakken. Klijn: “Hallen verbruiken veel energie, worden intensief gebruikt en staan meestal los in de bebouwing, zodat er relatief eenvoudig een schil van strobouwpanelen omheen wordt gelegd.”

Het voorbeeldproject moet duidelijk maken wat de terugverdientijd van de investering is in relatie tot de restlevensduur van de hal. Klijn is ervan overtuigd dat hij hiermee architecten, maar ook aannemers kan laten zien hoe effectief strobouw is. Daarnaast wordt de subsidiëring gebruikt voor opleiding, onderzoek en de bouw van databases met voorbeeldprojecten.

Volgens Strobouw Nederland is stro een uitstekende vervanger voor grondstoffen die uitputting nabij zijn. Volgens Klijn heeft stro nog een voordeel. “Nu verbranden brengt veel CO2-uitstoot met zich mee. Als je stro gebruikt blijft het keurig in het stro zitten, zodat je over vijftig jaar alsnog kunt beslissen wat je met dit stro doet. Wellicht beslis je tegen die tijd dat je alsnog wilt verbranden. Misschien is de technologie tegen die tijd zo doorontwikkeld dat er helemaal geen CO2 meer vrijkomt.”
Op de foto is recente pilot-verbouwing te zien aan Sporthal de Roomley in Udenhout. Het gaat hier om een hoek van de sporthal, uitgevoerd door studenten van Avans Hogeschool.

Bron: Jaarbeurs / Avans Hogeschool