Bouwfouten

Artikel delen

Hoge energienota, tocht en een EPC van 0,5?

Het blijkt na die twee jaar toch niet wat door de projectontwikkelaar is beloofd. De energierekening blijkt hoog, maar vooral de comfortklachten zijn niet van de lucht.Er wordt een nieuwbouwproject gerealiseerd, waarbij energiezuinigheid bij de verkoop van de woningen aan de aspirant kopers als eerste wordt genoemd. De koop wordt gesloten en de bewoners wachten met grote belangstelling op hun nieuwe woning. Na oplevering van de woning door de projectontwikkelaar, wordt aangegeven dat de bewoners met plezier mogen uitzien naar de eerste energierekening. Deze zal stukken lager zijn dan hun huidige energierekening.

De eerste energieafrekening komt na het eerste jaar en blijkt forse bijbetaling te eisen. De projectontwikkelaar geeft hierop aan dat dit altijd zo is het eerste jaar. De bewoners slikken de rekening en kijken uit naar de volgende rekening. Ondertussen wordt hen duidelijk dat op vele plaatsen in het huis tocht voelbaar is waardoor ze de verwarming “hoger zetten” dan gemiddeld en vaker bijstellen. Zou dat een reden kunnen zijn? De projectontwikkelaar geeft niet thuis. Door de bewoners wordt Bureau voor Bouwpathologie BB gevraag de comfortklachten te onderzoeken en dus de mogelijke reden van een hoge energierekening te achterhalen.

Onderzoek

Voorafgaande aan het onderzoek door de bouwpatholoog, is de problematiek met de bewoners besproken. Daarbij is aangegeven wanneer en onder welke omstandigheden de tocht in de woning wordt ervaren en wat het stook en ventilatiegedrag van de bewoners is. Bouwtekeningen en prestatieberekeningen zijn bestudeerd en hierin zijn geen bijzonderheden aangetroffen die aanleiding zouden geven tot de comfortklachten en of een hoge energierekening.

Bij demonteren van een plaat van het knieschot op de zolderverdieping blijkt vanuit de kanalen van de vloer maar ook vanuit de leidingschacht een sterke koude luchtstroom te komen.

De onderzochte woning is een twee-onder-een kap woning. De woning heeft twee nagenoeg volledige bouwlagen met onder de schuine kap een zolder. De woning is traditioneel gebouwd met een metselwerk buitengevel waarop een zogenoemde gebroken kap is geplaatst. Het dakvlak begint stijl aan de zijgevel ter hoogte van de eerste verdiepingsvloer. Vanaf de tweede verdiepingsvloer knikt het dakvlak naar een veel kleinere hellingshoek.Op de eerste verdieping van de woning bevinden zich een tweetal slaapkamers (waarvan één is ingericht als werkkamer) een badkamer en een overloop. De zolderverdieping is opgedeeld in een tweetal onafgewerkte ruimten. In de ruimten op de eerste verdieping zijn geen schuine vlakken zichtbaar van de kapconstructie, de wanden zijn allemaal van kalkzandsteen. Op de zolder is een knieschot aangebracht en voor de rest is de onderzijde van de dakelementen zichtbaar.

Leidingschacht achter knieschot.

Met behulp van rookpatronen zijn luchtstromingen zichtbaar gemaakt. Hieruit blijk dat in de badkamer onder de toiletpot, ter plaatse van de doorvoer voor de afvoerleiding een sterke luchtstroom de woning binnen komt. Dit is hetzelfde ter plaatse van de verdeler voor de verwarming in de werkkamer aan de voorgevelzijde en in de hoek van de slaapkamer aan de achtergevelzijde ter hoogte van de vloer. Wanneer met een warmtebeeldcamera de muur wordt opgenomen die voor het steile deel van de kap is geplaatst, blijkt de temperatuur enkele graden lager dan het binnenspouwblad van de voor- en achtergevel. Op de zolder komt een sterke luchtstroom uit de naden en kieren van het knieschot. Bij demonteren van een plaat ter plaatse van de leidingschacht blijkt vanuit de kanalen van de vloer maar ook vanuit de leidingschacht een sterke koude luchtstroom te komen.

Analyse en conclusie

Er is een sterke koude luchtstroom afkomstig uit de ruimte tussen het schuine dakdeel op de eerste verdieping en de kalkzandsteen muur die hier aan de binnenzijde voor is gezet. De ruimte die hiertussen is ontstaan is niet tochtkerend afgedicht. Het dak is de geïsoleerde schil en de binnenwand is ongeïsoleerd. De aansluitingen van de binnenmuur zijn ook niet tochtkerend uitgevoerd. De holle wand achter het toilet staat door middel van de doorvoeren voor de riolering rechtstreeks in verbinding met de ruimte achter het schuine dak. Dit geldt ook voor de verdeler voor de verwarming die via de leidingschacht is aangesloten. Het knieschot op zolder is niet voorzien van tochtkering en de schacht staat in open verbinding met de ruimte achter het dakvlak.

Tochtverschijnselen bij de verdeler in de werkkamer.

Kortom; de wind komt langs de aansluitingen van het dak op de eerste verdieping door ontbreken van kierdichting achter de binnenmuur. Vervolgens komt door de sparingen in deze binnenmuur deze wind rechtstreeks in de woning. Bij relatief lage temperaturen en sterke wind heeft dit tochtklachten tot gevolg. Bewoners schakelen hierdoor de verwarming eerder in en zetten deze ook hoger. Resultaat is een veel hogere energierekening dan in de berekeningen voorzien.

Herstel

Het herstel bestaat uit het alsnog tocht-/luchtdicht aansluiten van het dakvlak op de buitengevel van de woning. Hiervoor moet er opening worden gemaakt in de wand of het dakvlak waardoor een persoon in de ruimte daarachter als nog luchtdichte aansluitingen kan maken. Daarna zal de wand of het dakvlak opnieuw moeten worden hersteld en afgewerkt.

De tocht zal zijn verdwenen, de temperatuur in de woning zal gemakkelijker constant kunnen worden gehouden en de installaties functioneren dan weer naar behoren.

BouwTotaal