Milieuprestaties bepalen met Nationale Milieudatabase

Artikel delen

Als het gaat om de impact van gebouwen op het milieu werd er tot op heden vooral gekeken naar de Energieprestatie van een gebouw. Naast deze nuttige en noodzakelijke maatstaf is het echter ook noodzakelijk om te kijken naar de milieubelasting van de materialen die we gebruiken. Hiervoor gebruiken we de Milieu Prestatie Berekening Gebouw (MPG). In het Bouwbesluit is voor deze MPG sinds 1 januari 2018 een grenswaarde van 1,0 opgenomen. In dit artikel vertellen we meer hierover.

Tekst: Dirk Breedveld, Stichting Bouwkwaliteit (SBK)

Foto: FIER Dakcontrol.

Laten we bij het begin beginnen: er is in beginsel meer dan voldoende natuurlijke en hernieuwbare energie beschikbaar. Als we alleen al kijken naar de zon, dan is het zo dat er globaal elke 2 minuten voldoende zonne-energie de aarde bereikt om de gehele aarde een jaar lang van voldoende energie te voorzien. Als we dus simpelweg maar voldoende zonnepanelen en bijbehorende inverters zouden plaatsen, zouden we het gehele energie vraagstuk kunnen oplossen. Als we daarnaast ook nog voldoende isolatie zouden plaatsen en al onze woningen van warmteboilers en warmtepompen voorzien, is dan het gehele duurzaamheidsvraagstuk opgelost?
Nee dus. We kunnen immers wel de energievraag verlagen en meer natuurlijke energie opwekken, hoe terecht dit alles uiteraard ook is. Maar we pakken hier het grondstoffen tekort, het gebruik van primaire grondstoffen niet mee aan. Als we de milieubelasting van het materiaalgebruik niet inzichtelijk maken, lopen we juist het risico dat we juist het milieu meer belasten en uiteindelijk dus niet duurzaam acteren.
Als we het hebben over een ambitie om in 2050 de gebouwde omgeving in Nederland gehele energieneutraal te laten zijn (8 miljoen gebouwen, de komende 30 jaar is circa 1.000 gebouwen per werkdag) dan is het ook noodzakelijk om niet alleen naar de energie in de gebruiksfase te kijken (Energie Prestatie), maar ook naar het materiaalgebruik en de milieubelasting hiervan (Milieu Prestatie).

Life Cycle Analysis (LCA)

Als het gaat om duurzame ontwikkeling hanteren wij de definitie: ‘Een duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.’(uit: Our common future, Brundtland, 1987). We kijken dus naar het heden, maar nadrukkelijk ook naar de toekomst.
Om duidelijkheid te geven als leverancier over de duurzaamheid van producten hanteren we de LCA-methodiek. Dit is een wetenschappelijke methode om de milieu-impact van een product te bepalen. Alle processen die het milieu kunnen beïnvloeden worden meegenomen, van grondstofwinning tot het moment dat de producten aan het einde van de levensduur zijn. Bij de berekening worden diverse elementen meegenomen, zoals het gebruik van energie, transport en zelfs eventuele sloopprocessen. De uitkomsten van de LCA worden vastgelegd in een zogenoemde Environmental Product Declaration (EPD). Met deze EPD wordt de waarde van bouwmaterialen zichtbaar, vanaf de grondstofwinning tot aan het uiteindelijke afval aan het einde van de levensduur.

Bepalingsmethode

In Nederland maken we voor het maken van deze LCA-berekening, en de bijbehorende EPD, gebruik van de Bepalingsmethode Milieuprestatie gebouwen en GWW-werken (verder Bepalingsmethode). Deze wordt beheerd door Stichting Bouwkwaliteit (SBK) en is ontwikkeld om de materiaal gebonden milieuprestatie van gebouwen en GWW-werken over hun hele levenscyclus eenduidig en controleerbaar te berekenen.
De basis voor deze Bepalingsmethode is de Europese norm NEN-EN 15804. Deze Bepalingsmethode fungeert als een Product Category Rules (PCR) document voor alle bouwproducten. De Bepalingsmethode omvat afspraken die generiek zijn voor gebouwen (B&U) en werken (GWW) en afspraken die specifiek zijn voor GWW en B&U.

Nationale milieudatabase

De nationale milieudatabase omvat basisprofielen en hierop gebaseerde productkaarten (B&U) en itemkaarten (GWW) van bouwproducten en gebouw- en GWW werkonderdelen. Deze productkaarten zijn dus tot stand gekomen volgens de hiervoor beschreven LCA systematiek.
Zowel de beschreven Bepalingsmethode als de NMD worden beheerd door Stichting Bouwkwaliteit. De doelstellingen van de NMD zijn als volgt:

  • Landelijke geharmoniseerde bepalingsmethode.
  • Opslag betrouwbare LCA-milieudata in één centrale database, bij een neutrale organisatie.
  • Gereguleerde toepassing in private rekeninstrumenten.
  • Organisatie van een transparant en controleerbaar stelsel.
  • Gelijkspeelveld voor alle betrokken partijen.

Er zijn in de NMD drie categorieën productinformatie:

  • Categorie 1: merk gebonden data, getoetst door een onafhankelijke, gekwalificeerde derde partij volgens het SBK Toetsingsprotocol. Openbaarheid: onderliggende data niet openbaar, milieuprofielen toegankelijk via de instrumenten als DuboCalc, GreenCalc en GPR. Voor wie: fabrikanten/producenten, toeleveranciers.
  • Categorie 2: merk ongebonden data (merkloos), getoetst door een onafhankelijke, gekwalificeerde derde partij volgens het SBK Toetsingsprotocol, met vermelding van representativiteit (representatief voor bijvoorbeeld de Nederlandse markt of een groep van producenten). Openbaarheid: onderliggende data niet openbaar, milieuprofielen toegankelijk via de instrumenten als DuboCalc, GreenCalc en GPR. Voor wie: groepen van fabrikanten, toeleveranciers, branches, overheden, et cetera.
  • Categorie 3: merk ongebonden data (merkloos), niet getoetst volgens het SBK Toetsingsprotocol. Openbaarheid: onderliggende data (opbouw product-/itemkaart en basisprofielen) openbaar via de website van SBK: www.milieudatabase.nl. Voor wie: branches, fabrikanten, toeleveranciers en opdrachtgevers.

De categorie 1 en 2 basisprofielen en productkaarten/itemkaarten die als input dienen voor de nationale milieudatabase worden aangeleverd door producenten en branches van bouwproducten. Deze blijven ook eigenaar van de milieuprofielen.
Op de categorie 3 milieuprofielen is een toeslagfactor van toepassing, omdat uit ervaring blijkt dat ongetoetste milieuprofielen vaak een te lage milieubelasting aangeven, omdat de inventarisatiegegevens minder volledig zijn. Deze toeslagfactor wordt door de beheerder van de nationale milieudatabase, SBK, vastgesteld en wordt in de instrumenten via de rekenregels doorgevoerd.

Rekeninstrumenten

De rekeninstrumenten (MPG software) zorgen ervoor dat de daadwerkelijke MPG berekening op Gebouw (of project) niveau wordt gemaakt. Er is een aantal rekeninstrumenten op de markt. SBK heeft rekenregels en een validatierichtlijn opgesteld om eenduidig en controleerbaar aan te geven hoe de bepalingsmethode moet worden omgezet in zo’n digitaal instrument.
Gevalideerde rekeninstrumenten voor berekening van de milieuprestatie van gebouwen en GWW-werken zijn voor de B&U-sector:

  • GPR Gebouw en GPR Bouwbesluit (W/E adviseurs).
  • MPGCalc (DGMR).
  • MRPI MPG-software (MRPI).
  • One Click LCA (Bionova).

Voor de GWW-sector geldt (nog) geen wettelijke verplichte milieuprestatieberekening. Wel wordt in de GWW-sector al jarenlang de MPG score (ook wel MKI genoemd) gebruikt bij aanbestedingen. Met het volgende rekeninstrument kunnen de milieukosten in de GWW-sector bepaald worden

  • DuboCalc (Rijkswaterstaat)

Schematische weergave achtergrond milieuprestatieberekening.

 

Milieuprestatieberekening

In de inleiding schreven we al dat de MPG berekening sinds 1 januari 2018 verplicht is bij het aanvragen van de omgevingsvergunning. Daarnaast wordt de MPG berekening voor de onder andere volgende zaken toegepast:

  • Private prestatiegerichte opdrachtverlening.
  • Duurzaam inkopen van nieuwe kantoorgebouwe.;
  • Duurzaam aanbesteden van GWW-werken.
  • Financiële regelingen als MIA/VAMIL.
  • Bepaling van credits bij BREEAM-NL.
  • Bouwbesluit 2012 (vanaf 1 januari 2018 ook grenswaarde).
  • Er is sinds 2012 al veel ervaring opgedaan met het maken van de berekening MPG’s.

Meer weten en bronvermelding