Sint Jozefpaviljoen Gouda schrijft nieuw hoofdstuk in zorgfunctie

Artikel delen

Het Sint Jozefpaviljoen werd 90 jaar geleden gebouwd als rooms-katholiek ziekenhuis in combinatie met de opvang van weeskinderen en bejaarden door zusters franciscanessen. Nu worden in het gemeentelijk monument 34 woonzorgappartementen gecreëerd door Domus Magnus, naar een ontwerp van KAW Architecten. De charme van het gebouw blijft qua exterieur en interieur behouden, waarbij het bouwteam onder leiding van Aannemingsbedrijf Nico de Bont doorlopend een passende plek weet te vinden voor de nieuwe installatietechniek. Alles om de charme van het gebouw qua exterieur én interieur te ‘eerbiedigen’.

Het Sintjozefpaviljoen, een voormalig ziekenhuis, wordt omgebouwd tot moderne zorgappartementen.

Nieuwe installaties met eerbied voor charme gebouw

Auteur: Paul Engels

Projectleider Damie van Vianen van Nico de Bont: “Het is geen casco waar je vrijelijk je gang kunt gaan met de inbouwwerkzaamheden. We proberen hier vanuit onze visie ‘restaureren is eerst behouden en dan pas vervangen’ het erfgoed duurzaam te renoveren. Toekomstbestendig, met een nieuwe, comfortabele zorgfunctie van het gebouw voor de komende decennia. Dit kan alleen als je oud en nieuw op een goede manier combineert. Je wilt tenslotte in zo’n majestueus gebouw wel prettige, moderne appartementen voor de bewoners realiseren, inclusief hoogwaardige algemene voorzieningen zoals liften.”

Bouwteam als ‘uitvinders’

Binnen het bouwteam, met de installateurs Terberg Totaal Installaties en Welvaarts Elektro, is er continu overleg. “Elke ruimte is namelijk verschillend, waardoor je steeds weer moet puzzelen om de installaties een logische plek kunt geven,” legt Damie uit. “Dat wordt nog eens bemoeilijkt doordat je op verrassingen stuit in de vorm van constructies en balklagen die anders zijn dan op tekening. Stalen dragers en wanden die later zijn ingebracht, een gebouw dat 10 cm over de lengte scheef staat, dat soort zaken. We hebben het hele gebouw met scans ingemeten en met BIM-modellen de aanpak uitgewerkt. Gezamenlijk binnen het bouwteam lukt het zo om oud en nieuw te verenigen. Het worden prachtige appartementen in een even prachtig gebouw, dat zijn markante uitstraling volledig behoudt.”

6. Op zolder en in de kruipruimte hebben de hoofdstructuren van de installatietechniek een plek gekregen.

In het ritme van architectuurbeeld

Op een subtiele manier worden nieuwe elementen aan de architectuur toegevoegd, zoals dakramen voor extra daglichttoetreding op van buitenaf minder zichtbare dakvlakken. En nieuwe dakkapellen, maar dan in het ritme van de bestaande dakkapellen, zodat ze perfect in het vertrouwde architectuurbeeld passen. Er mogen geen installatietechnische voorzieningen op het dak worden geplaatst; daarom worden deze aan de kopse zijden van het langgerekte gebouw gesitueerd, met onder andere in/uitblaasopeningen die niet opvallen en die bijvoorbeeld in het metselwerk en de raamopeningen zijn weggewerkt.

Techniek in kruipruimte en op zolder

Damie: “Geen luchtbehandelingskasten op het dak en geen doorvoeren door het dak voor luchtinlaten; dat was de eis. En er was de wens om het gebouw gasloos te maken. We hebben dit opgelost door twee centrale warmtepompen, die worden gevoed door een netwerk van gesloten bodembronnen van 150 meter diep. De warmtepompen zorgen voor verwarming/koeling en voor warm tapwater. Verder komen er twee luchtbandelingskasten, eentje voor de woonstudio’s en eentje voor de algemene ruimte. Met de plaatsing van de hoofdinstallaties aan de kopse kanten van het gebouw krijg je weliswaar geen ideale tracés voor de kanalen – het had hier en daar korter gekund – maar we hebben het voordeel dat we de kanalen en leidingen in de hoge kruipruimte en op de zolderverdieping kunnen plaatsen. Een mooie oplossing, omdat daarmee de kanalen niet zichtbaar zijn in de gangen van de begane grond en eerste verdieping. Ofwel: zo behouden we de grandeur van de hoge gangruimten. Vanuit de hoofdkanalen in kruipruimte en op zolder worden de appartementen via verticale schachten bereikt. Elke woning heeft een inpandige installatiekast met hierin een boosterwarmtepomp die het tapwater verhoogd naar 65 graden, gekoppeld aan een boiler van 150 liter; dit als verdeelpunt binnen de woning. Voor de ventilatie is er per studio een vraag-gestuurde ventilatiebox geplaatst, die gekoppeld staat met de twee centrale luchtbehandelingskasten. Deze units regelen de ventilatiebehoefte door middel van CO2-meting in de studio en voorzien zo in een gezond en comfortabel leefklimaat.”

Thuisgevoel

In de badkamer komt een infrarood paneel. “Veel senioren willen graag warmte na het douchen, omdat zij door een dunnere huid op leeftijd eerder kou ervaren. Omgekeerd kunnen de bewoners het raam in hun kamers openen voor frisse lucht en de buitenbeleving. Iets wat bijdraagt aan het thuisgevoel als je dat gewend bent. Nog een aspect dat veel ouderen waarderen, is hoogte in hun kamer. Maar ook weer niet té hoog. We hebben dit opgevangen door de plafonds in de woningen te verlagen om een goede balanshoogte in de woningen te bewerkstelligen. Vermeldenswaard is zeker ook het lichtplan dat we hebben gemaakt. Senioren hebben doorgaans veel behoefte aan een vast ritme van dag en nacht. Daar wordt met de energiezuinige, biodynamische verlichting rekening mee gehouden.”

Uniforme badkamers

Bijzonder is dat de badkamers telkens dezelfde opzet hebben gekregen binnen de verschillende woningplattegronden. “In zo’n oud gebouw ben je aan het puzzelen met de plattegronden van de woningen, maar de opdrachtgever gaf aan 34 maal dezelfde badkamer te willen, omdat dit vanuit zorgaanbod door het personeel zeer prettig is. Dan heeft alles een vaste plek. Rondom die uniforme badkamer heeft de architect de 34 woningen vormgegeven. Alleen de positie van de schuifdeur van de badkamer kan iets verschillen in samenhang met de woningplattegrond. Ook voor ons als bouwer is de uniforme opzet van de badkamer gunstig, doordat we daarmee minder aanpassingen per badkamer hoeven te maken.”

Isolatie en details

Omdat met de warmtepompen sprake is van lage temperatuurverwarming is een goede schil cruciaal. “De gevelspouw was te smal voor een dik isolatiepakket. Daarom hebben we aan de binnenzijde van de gevel geïsoleerde voorzetwanden geplaatst. Ook het dak is aan de binnenzijde na-geïsoleerd. Met een RC=6 hebben wij een goede schil gerealiseerd. Kozijnen zijn gerestaureerd of vervangen waar dat nodig was. Het metselwerk wordt ook hersteld, legt Damie uit. “Vanzelfsprekend hebben wij als restauratiespecialist voor zaken als timmerwerk, metselwerk, natuursteenrestauraties, loodwerk etc. eigen, zeer ervaren vakmensen in dienst. Daardoor zijn we in staat detailleringen om bij de kozijnen en aansluitingen bij gevel en dak intact te houden en isolatielekken op een passende manier op te lossen. Dat geldt ook voor andere bouwtechnische vraagstukken.”

Waterpas binnen scheefstand

Een mooi voorbeeld daarvan is de dekvloer voor de vloerverwarming. “Een droog systeem bleek nogal duur. Er is gekozen voor een akoestisch vloerpakket met vernieuwde anhydriet gietvloer. Dit zorgt voor een hogere afgifte van de vloerverwarming/koeling. Omdat het gebouw scheef staat – waarbij uit onderzoek gebleken dat de fundering wel goed is – maken wij de woningen waterpas en volgt het vloerpakket in de gang de scheefstand. Dit vlakken we dan straks met de afwerkvloeren helemaal uit, zodat het gebouw geheel drempelloos kan worden opgeleverd. Een vereiste vanwege de toegankelijkheid.”

Circulair hergebruik
Bouwkundig en installatietechnisch is het een complex project. Delen zijn in goede staat, andere zaken moeten worden vervangen. Bij die vervanging wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van materialen die vrijkomen en nog geschikt zijn. Damie: “Bij Nico de Bont streven we per definitie naar duurzame restauraties zodat het gebouw zeker 30 tot 50 jaar zijn functie goed kan blijven vervullen.” Vanwege de doelgroep zijn er twee liften geïnstalleerd. “Dat was nog niet makkelijk, we moesten met de liftput namelijk door de keldervloer waardoor we in het veen terechtkwamen. Terwijl die put natuurlijk wel waterdicht moet zijn en niet mag gaan ‘opdrijven’. Ook die puzzel hebben wij in het bouwteam kunnen leggen.” Enthousiast voegt hij daar nog aan toe: “Persoonlijk krijg ik door dit soort dingen zó veel energie van zo’n complex renovatieproject! En datzelfde zie ik ook bij mijn collega’s in het bouwteam. We liggen op schema en willen eind 2019 de woonzorgappartementen opleveren.”

24 Uur per dag hulp

Aan de voorzijde van het monumentale gebouw aan de Graaf Florisweg komt een fraaie serre en een parkachtige tuin. Vroeger was de voorzijde de hoofdentree, maar die wordt verplaatst naar de achterzijde van het pand. In totaal worden er 34 woonzorgappartementen gerealiseerd, verspreid over drie woonlagen. Elk appartement bestaat uit een woonkamer, ruime slaapkamer, kitchenette en een eigen badkamer met douche en toilet. Het gebouw wordt volledig afgestemd op de mobiliteits- en veiligheidsbehoeften van ouderen. De appartementen zijn voorzien van een persoonlijke alarminstallatie waarmee bewoners 24 uur per dag hulp kunnen inroepen. Daarnaast worden er algemene gezamenlijke ruimtes verwezenlijkt, zoals een restaurant, woonkamer en activiteitenruimte. Het gaat om woonzorgappartementen in de hogere huursector.