Bouwen met strobalen

Artikel delen

In Nederland staan inmiddels 80 tot 100 gebouwen met gevels van strobalen. Menigeen zal de wenkbrauwen fronzen bij de eerste confrontatie met strobalenbouw, maar deze bouwmethodiek biedt een serieus alternatief voor andere duurzame bouwmethoden. 

Bouwen met strobalen is eenvoudig, milieuverantwoord, energiezuinig, goedkoop en het levert een lichte constructie op en een gezond binnenklimaat. BouwTotaal ging kijken bij één van de grootste strobalengebouwen in Nederland: bedrijfsgebouw De Kruudhof in het Achterhoekse Halle.
 

Bedrijfsgebouw De Kruudhof in het Achterhoekse Halle is één van de grootste strobalengebouwen in Nederland.

 

Strobalenbouw is zeker niet nieuw. Sinds de introductie van de strobalenpers in 1870 worden er ook strobalen gebruikt om bijvoorbeeld huizen te bouwen. Dat gebeurde voor het eerst in Nebraska. Verschillende van deze gebouwen zijn nog in goede staat. Sindsdien is er over de hele wereld met strobalen gebouwd. 

Initiatiefnemer 

Eén van de initiatiefnemers van het strobalengebouw in Halle is Theo Wagenaar (60). Hij heeft bijna 40 jaar ervaring in de bouw, waarvan 36 jaar bij het Centraal Bureau Bouwbegeleiding (CBB) in Arnhem. 

Gedwongen door de economische crisis moest hij vorig jaar het CBB verlaten. In zijn tijd bij het CBB schreef hij bijna honderd controleplannen voor iedere fase van het bouwproject (www.controleplannen.nl). Bouwkundigen raadplegen er nu nog dagelijks deze documenten.

Eén van die controleplannen gaat – niet geheel toevallig – over strobalenbouw. ‘Dat sluit aan bij mijn passie voor milieuverantwoord leven en bouwen. Mijn vrouw en ik hebben, samen met een ander echtpaar, in 1995 2 ha grond gekocht bij Halle’, vertelt Wagenaar.

Oude boerderij

Inmiddels wonen Wagenaar en zijn vrouw in een oude boerderij op deze grond, die ingrijpend is gerenoveerd. Het andere echtpaar woont in een verbouwde voormalige paardenstal op het terrein. 

Wagenaar: ‘Tijdens de renovaties hebben we gebruik gemaakt van stroleemwanden. Dat zijn wanden die worden opgebouwd uit een soort mortel van leem en stro die in een bekisting wordt gestort en uithardt.’ 

‘Die stroleemwanden zijn op diverse plaatsen in onze gerenoveerde woningen toegepast, onder meer als voorzetwanden voor de ongeïsoleerde steensmuren in de deel. De wanden zijn vervolgens afgewerkt met leemstuc.’

‘Leven van het land’

Zo ontstond het idee om een bedrijfsgebouw op het terrein met strobalen te gaan bouwen. Dit gebouw bevat ruimten voor cursussen en activiteiten op het gebied van ‘Leven van het land’ en kantoorruimte voor Wagenaars nieuwe onderneming ‘Duurzaam onder dak’ (zie kadertekst). 

Er zijn 1.600 strobalen in het gebouw verwerkt. De voordelen van strobalen zijn volgens Wagenaar legio: 

  • stro is een restproduct; 
  • het is overal voorhanden en je hoeft het dus niet over grote afstanden te vervoeren;
  • het is duurzaam; 
  • het isoleert het zowel thermisch als akoestisch goed; 
  • het heeft een gering gewicht.

Wagenaar: ‘Het materiaal ademt ook, dus dat resulteert in combinatie met leemstuc in een ademend huis met een gezond binnenklimaat. Bij sloop komt tot slot ook geen afval vrij, want stro is hernieuwbaar.’

 

Theo Wagenaar: ‘Strobalenbouw sluit aan bij mijn passie voor milieuverantwoord leven en bouwen.’

 

Bedrijfsgebouw De Kruudhof 

Fundering en draagconstructie van De Kruudhof zijn uitgevoerd door Bouwbedrijf Lettink uit Zelhem. ‘Dit bedrijf is van oudsher een gebintenbouwer en bouwer van boerderijen, dus dat paste wel goed bij onze visie’, zegt Wagenaar. 

‘Ik was trouwens aangenaam verrast dat de gemeente zonder problemen een bouwvergunning verstrekte. Ze wilden zelfs graag af en toe komen kijken.’

Houten draagconstructie

‘Dat is trouwens ook een reden om in Nederland niet met dragende strobouwgevels te werken – zoals in het buitenland wel gebeurt – maar met een houten draagconstructie. Daarvoor zijn namelijk constructieve rekenregels beschikbaar, die van belang zijn om bij de aanvraag van de omgevingsvergunning.’

‘Daarnaast is het gewenst om een dak te hebben om de strobalen tijdens de bouw droog te houden. Een skelet is dan noodzakelijk om het dak te dragen en bovendien biedt het skelet veel meer vrijheid om ramen en deuren te plaatsen.’

Isovlas

Lettink bouwde de houten draagconstructie met fraaie gebinten en sporenkap op uit douglas, dat afkomstig is uit een gebied net over de Duitse grens. Voor de kozijnen is accoyahout gebruikt. De sporenkap is later geïsoleerd met 130 mm isovlas. 

‘Een dak uit strobalen is te zwaar en bovendien brandgevaarlijk’, legt Wagenaar uit. Opvallend zijn de grote overstekken die de gevel beschermen tegen vocht. Nadat de kap voorzien was van de dakpannen, kon met de opbouw van de strobalenwanden worden begonnen.’

‘De strobalen mogen absoluut niet nat worden verwerkt, anders krijg je later schimmelvorming en rotting. Daarom zorgen we eerst dat de kap gereed is.’
 

Opbouw strobalenwand.

Opbouw strobalenwand

Om de strobalenwanden zelf te kunnen realiseren hebben Wagenaar en zijn buurman een cursus gevolgd in België. Vervolgens hebben ze in Halle een proefopstelling gemaakt. De gebruikte strobalen (tarwe of rogge) hebben afmetingen van l x h x b = 700 tot 900 x 350 x 450 mm. 

De wanden zijn aan de binnenzijde afgewerkt met leemstuc (‘dat kost je € 400 voor een vrachtwagen leem’) en aan de buitenzijde met traskalk. De afgewerkte strobalenwand heeft een theoretische dikte van 500 mm.

De strobalen staan op een betonnen kim met een breedte van 500 mm. Hierop is een circa 100 mm hoge geïsoleerde houten doosconstructie geplaatst, bestaande uit houten baddingen, daartussen isolatie en aan de bovenzijde underlaymentplaat. 

Grindtegels

De doosconstructie is met moeren bevestigd aan de ingestorte draadeinden die uit de fundering steken. Vervolgens is aan de buitenzijde dpc-folie aangebracht, dat doorloopt tot over de fundering. 

Door hier grindtegels rechtop tegenaan te brengen, is een soort trasraam gecreëerd dat het stucwerk aan de buitenzijde beschermt tegen beschadigingen en vocht. Boven de grindtegels zorgt een aluminium lekdorpel voor afvoer van vocht. 

‘Door deze constructie komen de strobalen niet in direct contact komen met de ondergrond, in verband met vocht. Dat is erg belangrijk om schimmelvorming en rotting te voorkomen’, legt Wagenaar uit.

Steigerplanken

Daarnaast is het belangrijk dat de strobalen niet later gaan werken, zodat het stucwerk gaat scheuren. Daarom moeten ze zoveel mogelijk onder druk worden gezet. Dat is mogelijk door telkens hart op hart 1,40 meter tot 1,80 meter verticaal steigerplanken te bevestigen tussen de kimconstructie en de verdiepingsvloer. Ook op de hoeken staan steigerplanken. 

De hart op hart afstand van de steigerdelen wordt telkens zo gekozen dat twee strobalen tussen de planken moeten worden geperst, waardoor ze op spanning komen te staan. Tijdelijke latten tussen de steigerplanken voorkomen dat de planken door de spanning gaan uitbuigen.

Halfsteensverband

De strobalen worden in halfsteensverband aangebracht en telkens in twee lagen. Na twee lagen wordt er met een kettingzaag een sleuf gemaakt aan de bovenzijde in het hart van de strobalen, in de lengterichting. Hierin wordt een spanlat geplaatst, die vervolgens met een potvijzel (‘krikpotje’) circa 10 cm naar beneden wordt geperst. 

Vervolgens wordt de lat geborgd aan de steigerplanken en staan de strobalen dus ook in verticale richting onder spanning. Zo ontstaat een gesloten frame van balen en steigerplanken. 

Als extra versteviging van de eerste en de tweede laag onderling worden ook nog wilgentenen van bovenaf door de balen gestoken. Op deze wijze ontstaat een zeer stijve wandconstructie die nauwelijks meer kan werken.

Touw

Omdat de strobalen ook al op spanning worden aangevoerd op de bouwplaats, kunnen deze niet zomaar met een kettingzaag op maat worden gezaagd. De touwen zouden dan immers ook worden doorgezaagd en de baal valt uiteen. 

De truc is daarom om met behulp van vier lijmtangen van circa 800 mm lang de delen te scheiden. De bekken van deze lijmtangen worden op de snijmaat om en om in het stro gedrukt en stevig vastgedraaid. Daarna kunnen de touwen worden doorgesneden en heeft men twee delen van de baal die vervolgens met nieuw touw stevig moeten worden gebonden.
 

Houten draagconstructie en dak zijn gereed. De opbouw van de strobalenwanden kan beginnen

.

Ramen en deuren

Om scheurvorming in het stucwerk te voorkomen is het ook aan te bevelen om openingen in de gevel van vloer naar vloer te laten doorlopen. Als dit niet lukt, dan moet de ruimte boven het kozijn worden opgevuld met strobalen. Die kun je echter niet tegen het kozijn persen, omdat anders ramen en deuren niet goed meer sluiten. 

Daarom worden die strobalen opgehangen aan de verdiepingsvloer. Dat gebeurt door boven het kozijn weer een houten bodem te maken en die vervolgens op spanning aan de verdiepingsvloer te koppelen. 

Afwerking wanden

Als de wanden gereed zijn worden ze geschoren met een heggenschaar om ze stuc-gereed te maken. Daarbij dienen de kopse kanten van de steigerplanken als geleiding. Vervolgens worden de leidingen aangebracht. Elektraleidingen zijn te bevestigen aan de steigerplanken, de inbouwdoos ook. Ook water- en gasleidingen worden op deze manier aangebracht.

Als afwerking binnen is leemstuc het meest voor de hand liggend materiaal. De leem kan in samenhang met het stro uitstekend vocht opnemen en afstaan zonder dat men een damp-remmende laag hoeft toe te passen. 

De totale opbouw bestaat uit drie lagen: 

  • De eerste laag is een vullaag van leem, zand en het stroafval.
  • De tweede laag is de raaplaag, die bestaat uit leem, zand en heel fijn stroafval of vlas. 
  • De laatste laag is een afwerklaag in de gewenste kleur. Deze laag kan bestaan uit (gekleurde) klei met fijn zand of een kant-en-klaar mengsel van bijvoorbeeld het merk Tierrafino.

Jute

Links en rechts van de steigerplanken en van de leidingen moet eerst een laag stuc worden aangebracht. Vervolgens wordt een laag nat gemaakte jute van circa 300 mm breed op de steigerplanken geniet en daaroverheen brengt men nog een extra laag stuc aan. 

De jute wordt hiermee ingeweld in het stucwerk. De jute zorgt voor een extra aanhechting van de leemstuc op en naast het hout. Tijdens het droogproces kunnen scheuren ontstaan. Deze worden hersteld met hetzelfde leemmengsel. Vervolgens worden de tweede raaplaag en finishlaag aangebracht. 

Traskalk

Door het Nederlandse klimaat is leem niet geschikt om toe te passen als afwerklaag voor de buitenkant. Daarom wordt gebruik gemaakt van traskalk. Tras is een fijngemalen vulkanisch gesteente en heeft een groot waterwerend vermogen. 

Het materiaal is al honderden jaren oud en is de naamgever van het bekende ‘trasraam’ bij oudere gemetselde gebouwen. Het is verkrijgbaar als een poeder, dat machinaal kan worden aangebracht. 

Als voorbereiding op de eerste laag wordt een circa 300 mm brede strook steengaas bevestigd op de steigerdelen. Dit is voor een betere hechting van de kalk en om de spanningen links en rechts van de steigerplanken op te vangen. 

Spuitlaag

Vervolgens wordt de eerste spuitlaag aangebracht. Desgewenst kan dit materiaal ook handmatig worden aangebracht. Tijdens het aanbrengen van deze laag wordt een extra wapeningsnet ‘ingewreven’. Dit kan een kunststof net zijn, om krimpscheuren te voorkomen. 

De eerste laag moet circa drie weken drogen voordat met de twee laag kan worden begonnen. Deze laag wordt met een spaan afgewerkt als schuurwerk. Na droging blijft een licht grijze kleur zichtbaar. Men kan als finishlaag nu nog kiezen voor een afwerking met een kleur, bijvoorbeeld een Keimlaag, een mineraalverf.

Brandveiligheid en kosten

Eén van de meest gestelde vragen bij het bouwen met strobalen is wel: is het brandgevaarlijk? Volgens Wagenaar niet. ‘Een strobaal is door zijn persing al sterk zelfdovend. Daarnaast worden de wanden aan alle zichtzijden afgewerkt met leem of kalk, waardoor een steenachtige laag ontstaat. Daarmee is een strobalenwand qua brandveiligheid vergelijkbaar met een gemetselde muur.’

‘In Duitsland is wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de bouwfysische eigenschappen van strobalen. Daarbij is er een brandwerendheid gemeten van 90 minuten. Het attest is beschikbaar. Er is ook een productcertificaat voor strobalen beschikbaar. In België is men hiermee nog bezig en in Nederland is het stil op dat gebied.’ 

Nagenoeg gereed

Wagenaar adviseert wel om bij leidingdoorvoeren door strobalenwaden te letten op de brandwerendheid: ‘Juist bij leidingdoorvoeren moet je oppassen dat deze brand- en rookdicht worden uitgevoerd.’

De Kruudhof is nagenoeg gereed. Aan de binnenzijde moeten alleen nog enkele ruimten verder worden afgewerkt, maar de meeste ruimten zijn al in gebruik. Wagenaar besluit: ‘Door alle zelfwerkzaamheid zijn de bouwkosten beperkt gebleven tot 160.000 euro, terwijl we anders circa 300.000 euro kwijt waren geweest.’

Duurzaam onder dak

Theo Wagenaar startte in 2005 met zijn buren een zogenoemde ‘Pluktuin’, gebaseerd op het thema ‘Leven van het land’. Pluktuin De Kruudhof heeft momenteel circa 65 abonnees (we kunnen groeien tot 100) die hun eigen groenten en fruit oogsten. 

De Kruudhof verzorgt de verbouw van groeten en fruit. ‘Al snel ontstond het idee om bij de pluktuin een bedrijfsruimte te bouwen voor activiteiten en cursussen en kantoorruimte. Een mooie gelegenheid om te starten met strobalenbouw.’

Seriematig bouwen

De Kruudhof biedt sinds 20 mei 2014 ook onderdak aan een nieuwe loot aan de stam: Duurzaam Onderdak (www.duurzaamonderdak.nl). Wagenaar legt uit: ‘De ambitie is om als eerste in Nederland seriematig strobalenwoningen te bouwen. Daarbij willen we mogelijkheid scheppen voor zelf-arbeid, waardoor er geld bespaard kan worden.’

‘Duurzaam Onderdak geeft de aannemer een opdracht voor het realiseren van het casco. In grote lijnen gaat het dan om grondwerk, fundering, woningscheidende muur, buitenkozijnen en de constructieve opbouw van de woningen, inclusief trappen, vloeren en de daken. 

Bewoners

De bewoners realiseren dan in eerste instantie de strobalen muren en hun afwerking, de binnenwanden, de installaties, en de afbouwwerkzaamheden, zoals het aanbrengen van de vloer- en wandtegels en schilderwerken.’

‘Tevens onderzoeken we de mogelijkheid dat bewoners ook de vlasisolatie in het dak zelf aanbrengen. En bij seriematige bouw kunnen we gespecialiseerde teams vormen die bepaalde werkzaamheden in meer woningen uitvoeren.’

Er is een ontwerp gemaakt voor twee-onder-een-kap ontwerp met twee woningvarianten. Beide hebben een woonkamer met open keuken, twee slaapkamers en een badkamer. De woningen hebben gevels met strobalen, die afgewerkt zijn met leem aan de binnenzijde en een kalkmortel aan de buitenzijde. 

De Rc-waarde van de gevels is gemiddeld 6,5 m2 K/W en de beglazing is drielaags. De woning kost € 140.000, excl. BTW en grond en een fundering op staal. Er kan € 20.000 worden bespaard door zelfarbeid. De woning is energieneutraal, heeft elektrische vloerverwarming, zonnecollectoren en zonnepanelen. Een gasaansluiting is niet nodig. 

Wagenaar: ‘We hopen op een groep particulieren die ergens 10 tot maximaal 25 woningen willen bouwen in collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO). Kopers met twee linkerhanden hoeven niet bang te zijn, want ik begeleid de bouw tot de oplevering. Die mensen hebben twee rechterhanden als ze klaar zijn…’

Kenmerken van een strobaal 

  • Strobalen zijn een restproduct uit de landbouw. Het is daarom ruim voor handen en goedkoop.
  • Stro is een 100% biologisch materiaal.
  • Een wand van stro is vrij van giftige stoffen.
  • De energie die nodig is voor winning, bewerking en transport van stro is zeer gering.
  • Afmeting: breedte x hoogte x lengte: ca. 480 x 360 x ± 800 mm (variërende lengte), vaste persing.
  • Gewicht per baal circa 15-20 kg, droog stro van goede kwaliteit met lange halmen (tarwe, rogge, gerst).
  • De verwerking tot wanden is eenvoudig en veilig. Strobalenbouw is hierdoor zeer geschikt voor zelfbouw.
  • Afhankelijk van het ontwerp is het mogelijk snel te bouwen. De aard van de afwerking en detaillering bepalen de benodigde hoeveelheid arbeid en daarmee in grote mate de kosten.
  • De warmte-isolatie is uitstekend (Rc>7m2K/W).
  • De akoestische eigenschappen zijn goed (Rw 55 dBA).
  • De bepleisterde strobalen zijn uitstekend brandwerend (>B90). Tijdens de bouw moet er echter wel voorzichtig worden omgegaan met open vuur.
  • Bij sloop komen geen schadelijke stoffen vrij en blijven er alleen makkelijk te verwerken of herbruikbare grondstoffen over.

Bron: Strobouw Nederland

Meer weten? Kijk op www.strobouw.nl