Waar zijn de oudjes gebleven?

Artikel delen

Het einde van jaar nadert en de donkere dagen zijn begonnen. In het weekend zit ik veelal thuis op de bank omdat het buiten regent, stormt, vriest of anderszins niet goed toeven is. Typisch een tijd voor overpeinzing dus. Het naderende einde van het jaar wijst mij ook op het voortdurend doortikken van de tijd. En zo kwam ineens de vraag op waar die oudjes toch zijn gebleven. Als ik op mijn werk om mij heen kijk, is vrijwel iedereen (veel) jonger. En dan ben ik nog maar 55! Vervolgens dacht ik aan de mensen in mijn omgeving. Hoeveel ‘senioren’ werken er eigenlijk nog? Het antwoord verraste mij toch een beetje: ik kon er maar heel weinig voor de geest halen. U denkt nu wellicht: zie je wel, bij Frank is de aftakeling van het geheugen (ook) al begonnen. Maar ik schat mijzelf nog steeds in als ‘behoorlijk bij de pinken’. Ik zie in mijn directe omgeving wel veel mannen van ‘iets onder de 60’ die op een of andere manier zijn gestopt met werken. Vaak zijn zij door hun werkgever met zachte hand (en een vriendelijke financiële ondersteuning) buitenspel gezet.

Zij functioneerden tot voor kort minimaal ‘naar behoren’ (om niet te zeggen: gewoon uitstekend), maar de werkgever moest volgens de beleidsmakers en managers ‘verjongen’. Exit oudere garde dus. Het opvallende is dat de meeste van hen het niet eens erg lijken te vinden. De een doet af en toe nog een klusje (vrijwillig of goed betaald) en zie ik vooral veel sporten, de andere heeft nu eindelijk tijd voor zijn pas geboren kleinkinderen en zijn hobby (goede wijn drinken). Dit overigens niet tegelijkertijd. Financieel lijken zij het ook prima te kunnen redden. Ondertussen moeten wij volgens ‘Den Haag’ allemaal veel langer doorwerken. Het genieten van onze eerste AOW-uitkering wordt steeds verder uitgesteld. Dit brengt mij terug bij mijn oorspronkelijke vraag: waar zijn die nog steeds werkende oudjes dan? Ik zie er verhoudingsgewijs veel te weinig. Of gaat hier een nieuw probleem ontstaan? Degenen die goed hebben verdiend, goed hebben gespaard en/of een leuk pensioen hebben opgebouwd stoppen (al dan niet geholpen door hun werkgever) nog steeds veel eerder dan de datum waarop zij AOW gaan genieten. Die AOW is later vooral een leuk extraatje, een kersje op de taart. Maar daarnaast moet volgens mij een veel grotere andere groep gaan ontstaan. Dit zijn de mensen die financieel niet in staat zijn eerder te stoppen.

Maar kunnen zij het werken volhouden? Zou hun werkgever niet ook de behoefte hebben aan het ‘verjongen’ van hun personeelsbestand? Waar blijven die ‘oudjes’ dan? En hoe redden zij zich financieel? Enfin, die vragen dus, daar denk ik dan aan. Ik heb alleen de antwoorden niet.