Mag ik de koopsom schuldig blijven?

Artikel delen

Door: Mr. F.J. Kerkhof FB
Alfa Accountants en Adviseurs te Wageningen
FKerkhof@alfa-accountants.nl

Eigenlijk was het een betrekkelijk eenvoudige (en veel voorkomende) bedrijfsoverdracht. Het bouwbedrijf van de twee broers, Jan en Henk, werd geëxploiteerd in een min of meer gangbare “holdingstructuur” (zie afbeelding). Een zoon van Jan en een zoon van Henk waren de bedrijfsopvolgers. De zonen besloten eerst gezamenlijk een “Overname BV” op te richten en vervolgens kocht deze Overname BV de aandelen Bouw BV.

Financiering

Ondanks de eenvoud van de bedrijfsoverdracht, leverde de financiering daarvan toch een probleem op. De koopsom voor de aandelen Bouw BV was hoog en het vermogen van de zonen was, zoals gebruikelijk, nagenoeg nihil. In overleg met Jan en Henk werd daarom besloten dat Overname BV de koopsom volledig schuldig zou blijven. Uiteraard werd daarvoor wel een leenovereenkomst opgesteld. Hierin werden gangbare afspraken gemaakt over de rente, de opeisbaarheid en de aflossing, maar zekerheden werden niet gesteld.

Crisis

En toen kwam de crisis. Bouw BV probeerde het hoofd boven water te houden, maar ging uiteindelijk kopje onder. Een faillissement was onafwendbaar en Holding BV kon naar haar centen fluiten. Voor alle betrokken personen was dit natuurlijk een drama. Het was voor de familie een schrale troost dat Holding BV het verlies vanwege het niet innen van de koopsom ten laste van haar fiscale winst kon brengen. Laten we zeggen “een klein beetje geluk bij een groot ongeluk”. Maar helaas, zelfs dat mocht niet zo zijn. De rechter stak er een stokje voor.

Het oordeel

De rechter was van mening dat de lening destijds niet onder zakelijke voorwaarden door Holding BV aan Overname BV is verstrekt. Met name wijst de rechter op het ontbreken van zekerheden. Een onafhankelijke derde (bijvoorbeeld de bank) zou de lening nooit zijn aangegaan zonder zekerheden te bedingen. Holding BV heeft dit, kennelijk vanwege de familierelatie tussen de aandeelhouders, wel gedaan. Hiermee heeft Holding BV, volgens de rechter, een onaanvaardbaar hoog risico geaccepteerd. En als het risico zich vervolgens voordoet kan het verlies niet ten laste van het fiscale resultaat worden gebracht. Voor de toch al geplaagde familie was dit een extra tegenvaller.

Conclusie

De uitspraak van deze rechter staat niet op zichzelf. Ook andere rechters hebben de afgelopen jaren geoordeeld dat een verlies op een “onzakelijke lening” niet ten laste van het fiscale resultaat mag worden gebracht. Nieuw is echter dat deze visie nu ook bij een min of meer gebruikelijke bedrijfsopvolging is toegepast. En dan is het toch oppassen. Bij een bedrijfsopvolging binnen familieverband bestaat van nature de neiging elkaar “vriendelijk” te behandelen. Het bedingen van zekerheden voor een schuldig gebleven koopsom staat meestal niet bovenaan het verlanglijstje. Zolang het goed gaat met de overgedragen onderneming is dit geen probleem. Maar als de markt tegenzit, keert het zich tegen u. Ik blijf ondertussen wel zitten met de vraag of deze familie een alternatief had. Er waren immers geen zekerheden. Maar goed, bedrijfsopvolging is en blijft nu eenmaal maatwerk.