Houten Vloeren

Artikel delen

Houten kanaalplaatvloeren

Houten kanaalplaatvloeren zijn opgebouwd uit staande en liggende vurenhouten balken ertussen, die onder druk zijn verlijmd. Hierdoor ontstaan rechthoekige kanalen.

Met deze vloeren zijn overspanningen tot circa negen meter mogelijk, wat bijvoorbeeld kan leiden tot een grotere indelingsvrijheid. Ook deze vloeren hebben een laag eigen gewicht ten opzichte van beton. Bovendien kan op eenvoudige wijze ” in de fabriek ” isolatiemateriaal in de kanalen worden opgenomen, voor een hogere geluid- of warmte-isolatie, of een betere akoestiek. De onderzijde van de vloerpanelen kan in het zicht blijven.

Architectenbureau Korteknie Stuhlmacher paste deze vloeren toe in het cultuurhuis De Kamers in Amersfoort, in combinatie met massief houten wanden. De keuze voor hout kwam vooral voort uit het beperkte budget voor het project: de houten ruwbouw heeft geen verdere afwerking meer nodig. Door de grote overspanningen van de ruimtes ” variërend van zeven tot negen meter ” waren massief houten vloeren niet meer zinvol: deze worden namelijk inefficiënt door de grote dikte en het gewicht. Daarom zijn er houten kanaalplaatvloeren toegepast.

Er zijn ook houten kanaalplaten die bestaan uit gelamineerde houten liggers met aan de boven- en onderzijde verlijmde beplating, bijvoorbeeld multiplex. Doordat de ribben – hier in verticale richting – tussen de beplating liggen, zijn grotere breedtes mogelijk.

Grotere vloeroverspanningen

Om eveneens grotere vloeroverspanningen in hout te kunnen realiseren (dan de maximaal circa vijf meter in houtskeletbouw) zijn voor de gebruikelijke vloerliggers van standaard vurenhout enkele interessante alternatieven ontwikkeld.

LVL balken of “ribben

LVL staat voor Laminated Veneer Lumber, ofwel gelamineerd fineerhout. Deze ribben bestaan uit 3 mm dikke lagen vuren- of grenenfineer, waarbij alle fineren in de langsrichting liggen (kwaliteit S). Daardoor zijn deze ribben sterker en stijver dan volhouten en gelamineerde vloerribben met dezelfde afmetingen én vertonen ze weinig vervorming. Met LVL-ribben zijn maximale overspanningen tot 25 meter mogelijk, waarbij de ribafmeting 57 x 400 mm bedraagt.

Vloeren met dergelijke LVL-ribben zijn bijvoorbeeld toegepast in school De Kikker in Amsterdam. Hierbij is de hoofdconstructie van gelamineerde houten kolommen en liggers ingevuld met prefab vloeren die bestaan uit LVL-ribben én LVL bovenplaat. De toepassing van LVL zorgt voor geringere afmetingen van de vloerribben. Bijzonder in dit project is dat de ribbenvloeren tussen de gelamineerde hoofdliggers hangen. Dit voorkomt problemen als gevolg van krimp en zwellen van de vloeren. Het leverde bovendien een forse hoogte- en volumebesparing op. Voor dit tussenhangen van de vloeren is in samenwerking met de producent van de vloeren, SHR Hout Research en TU Eindhoven onderzoek gedaan naar de juiste verbindingsmiddelen voor de LVL-kop- en langsribben. Uiteindelijk is gekozen voor een lijmverbinding in combinatie met ingeschoten schroefnagels.

Een ander voorbeeld van toepassing van LVL-ribben is het Malmö Hus in Almere. In dit meerlaagse houten woongebouw wilde architect Tjitte Tigchelaar grote overspanningen van 7,5 meter maken voor veel flexibiliteit bij de indeling van de woningen. De ribbenvloeren bestaan hier uit LVL-S-ribben met daarop gelijmde en genagelde platen van LVL-Q. Deze prefab vloeren liggen tussen de ” in dit geval ” massief houten dubbele woningscheidende wanden.

Houten I-liggers

Houten I-liggers hebben eveneens een betere sterkte- en stijfheidverhouding ten opzichte van standaard balkhout. Deze I-liggers bestaan uit een onder- en bovenregel van bijvoorbeeld vurenhout of LVL, en een lijf van multiplex, OSB of ander plaatmateriaal. Door deze samenstelling zijn ze bovendien circa 30 tot 40 procent lager in gewicht dan traditioneel balkhout.

VDM Woningen past de houten I-liggers standaard toe in de verdiepingsvloeren in hun houtskeletbouwsysteem voor woningen. Dit zorgt niet alleen voor stijve vloeren, maar geeft ook veel overspanningsmogelijkheden én ruimte om leidingen weg te werken. De standaard hoogte van de I-ligger bedraagt 380 mm, zodat ” in de platformmethode – wandhoogtes en trappen gelijk kunnen blijven. Uit efficiencyoverwegingen kan bij kleinere overspanningen de hart op hart afstand worden vergroot, tot maximaal 600 mm. De hogere vloeren hebben tot gevolg dat de woningen van VDM Woningen een wat hogere woningdoorsnede hebben dan standaardwoningen.

Voor meer informatie: Centrum Hout, Almere, tel. 036 ” 5329821; www.houtinfo.nl