‘Rechtvaardig’

Artikel delen

Ik heb altijd het idee gehad te beschikken over een goed ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel. Hoe ik mij hierin (kennelijk) heb vergist bleek onlangs. Een eigenaar van een bouwbedrijf belde mij of ik een keer met hem wilde praten over een boete die de belastingdienst had opgelegd. Een week later zat ik bij hem aan tafel. De boete bleek zeer hoog te zijn (maar liefst € 218.000). “Dan moet u wel heel veel fout hebben gedaan”, zei ik. Maar na zijn verhaal gehoord te hebben, viel dat eigenlijk best mee.

Toegegeven, de aannemer had zijn aangifte onjuist ingediend. Een aftrekpost die normaalgesproken over tenminste tien jaar verdeeld moet worden had hij ten onrechte in één keer ten laste van zijn resultaat gebracht. Hij deed dit met een duidelijke reden. In het betreffende jaar was zijn winst extreem hoog. De belasting die hij daardoor dreigde te moeten betalen drukte zwaar op zijn bedrijf. Dit speelde des te meer, omdat het bedrijf na het goede jaar in “zwaar weer” belandde. Ten einde raad heeft hij toen de last maar “naar voren gehaald”. Nood breekt wet, dacht hij.

Eerst leek het allemaal goed te gaan. Van de belastingdienst hoorde hij niets en het bedrijf overleefde het zware weer. De aannemer was zijn “fiscale meesterzet” al bijna vergeten toen de belastingdienst een controle aankondigde. Natuurlijk stuitten de controleurs op de fout in de aangifte. Na een indringend gesprek met de aannemer waren de controleurs ervan overtuigd dat er opzet in het spel was. En dan is een boete op zijn plaats. Maar hoe hoog is die boete eigenlijk?

De spelregels staan in het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst. Hoofdregel is dat de hoogte van de boete vooral afhangt van de te betalen belasting. Anders gezegd, de boete is een percentage van de belasting die door de fout te weinig zou worden geheven. Bij opzet is dit percentage in beginsel 50 procent. Afhankelijk van de omstandigheden kan dit percentage worden verhoogd dan wel verlaagd. In theorie klinkt dit best redelijk. De boete wordt afgestemd op het voordeel dat je beoogde en de specifieke omstandigheden die een rol speelden. En toch heb ik mijn bedenkingen. Als dit systeem bij een klein bouwbedrijf leidt tot een boete van € 218.000, klopt er iets niet. Hoeveel regels moet je in de “echte” wereld overtreden om een vergelijkbare boete te krijgen?

Hoe dan ook, de wetgever heeft het zo gewild. Blijkbaar vinden wij, met zijn allen, dat dit boetesysteem rechtvaardig is. En toch bekruipt mij het gevoel dat de boete véél te hoog is. Kennelijk is er dus iets mis met mijn rechtvaardigheidsgevoel.

Mr. F.J. Kerkhof FB

Alfa Accountants en Adviseurs

FKerkhof@alfa-accountants.nl