Is dat even ‘boffen’
Onze jonge aannemer was een leuke enthousiaste vent. Hij was hard op weg het bedrijf van zijn vader, die een stapje terug had gedaan, uit het slop te trekken. Het vermogen van de BV was nog wel fors negatief, maar de winst van de afgelopen jaren was goed. Vader vond het ‘niet meer dan logisch’ dat zijn zoon de BV zou overnemen. Sterker nog, voor zijn gevoel was de BV eigenlijk al van de zoon.
Gezien het negatieve eigen vermogen was de koopsom vastgesteld op € 1,00. Helaas bleek hun boekhouder, aan wie zij de opdracht hadden geven om de overdracht te regelen, niet van de werklustige soort. Na drie jaar en vele (steeds minder vriendelijke) verzoeken was er nog niets gebeurd. In 2011 kwamen vader en zoon daarom bij mij met de vraag of ik de overdracht wel binnen een redelijke termijn kon regelen. Normaalgesproken geen probleem, maar de goede resultaten in combinatie met de nalatigheid van de boekhouder betekenden een forse, voor vader en zoon volledig onverwachte, complicatie.
Drie jaar geleden kon de overdracht nog voor € 1,00 plaatsvinden. Maar ondertussen was het negatieve eigen vermogen van de BV door de goede resultaten aangegroeid tot een positief vermogen van € 100.000. Rekening houdende met goodwill was de reële waarde van de aandelen zelfs gestegen tot € 400.000. Toen vader en zoon dat hoorden sloeg bij hen de schrik om het hart. ‘Ik hoef die vier ton helemaal niet, want daar heeft mijn zoon voor gewerkt en niet ik’, zei vader.
Een zeer begrijpelijke uitspraak uiteraard, maar fiscaal ligt dit minder eenvoudig. De aandelen zijn immers nog steeds van vader. Als vader de aandelen voor € 1,00 verkoopt zal de inspecteur de koopsom corrigeren en vaststellen op de zakelijke hoogte, ofwel € 400.000. Op grond hiervan wordt vervolgens de vervreemdingswinst bepaald. Hierover is vader 25 procent inkomstenbelasting verschuldigd. Het enthousiasme van de zoon sloeg om in een nauwelijks onderdrukte woedeaanval. ‘Ik kan dus bloeden omdat mijn boekhouder zijn werk niet heeft gedaan’, zei hij boos.
Gelukkig was er wel een zeer goed passend alternatief: de met ingang van 2010 geldende ‘bedrijfsopvolgingsfaciliteit’ ofwel de ‘bof’. Hiermee kan, als aan alle voorwaarden is voldaan, zowel heffing van inkomstenbelasting als schenkbelasting worden ontweken. En min of meer toevallig voldeden vader en zoon precies aan deze voorwaarden. ‘Is dat even boffen’, zeiden vader en zoon lachend in koor. En zo is het precies. De bedrijfsopvolging werd zoals vader en zoon dat wensten uitgevoerd, maar vooral dankzij meer geluk dan wijsheid.
Mr. Frank Kerkhof FB
Alfa Accountants en Adviseurs
fkerkhof@alfa-accountants.nl