Verschillende isolatie-eisen voor dak, gevel en vloer

Artikel delen

De brancheverenigingen verbonden aan het Lente-akkoord Energiezuinige Nieuwbouw hebben op 5 maart 2013 per brief aan minister Blok van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties gevraagd om de isolatie-eis voor dichte delen per 1 januari 2015 te differentiëren naar dak, gevel en begane grondvloer. 
 
Op 1 januari 2015 gaat de Rc-waarde van gebouwen omhoog van 3,5 naar 5,0 m2K/W.Aedes, Bouwend Nederland, Neprom en NVB (verenigd in het Lenteakkoord) adviseren de minister de Rc-waarde voor daken te verhogen naar 6,0 m2K/W. Dit kan volgens de schrijvers in de praktijk zonder problemen en levert de meeste energiewinst op. Deze investering isin twintig tot dertig jaar terug te verdienen.
Voor gevels kan de Rc-waarde omhoog naar maximaal 4,5 m2K/W om grote kostenverhogingen in dit bouwdeel te voorkomen. Voor begane grondvloeren zou de Rc-waarde op 3,5 m2K/W moeten blijven, omdat verhoging bij dit bouwdeel niet kostenefficiënt is en vrijwel geen energiewinst oplevert.
Dit voorstel levert volgens de bouwpartijen ten opzichte van de huidige Rc-waarde voor een gemiddelde tussenwoning indicatief een energiewinst op van 50 m3gas per jaar (0, 10 en 40 m3 voor respectievelijk vloer, gevel en dak). Uit onderzoek dat men het afgelopen jaar heeft laten doen naar praktijkervaringen met verhoogde schilisolatie blijkt dat de niet-gedifferentieerde Rc-waardeverhoging van 3,5 naar 5,0 m2K/W een energiewinst van 52 m3 gas per jaar oplevert. Dat is een marginaal verschil met het voorstel van de bouwpartijen.
Hierbij wordt opgemerkt dat een correcte uitvoering bij hogere isolatiewaarden van nog groter belang en kritischer wordt om de berekende energiewinst daadwerkelijk te realiseren. Zo kan het verbeteren van de kierdichtheid en een goede controle daarop 32 tot 58 m3 gas besparing per jaar opleveren. Daarom is een vorm van kwaliteitsborging vereist om het gewenste energetisch effect zeker te stellen. De oplevertoets in het kader van het Energie-label Nieuwbouw voorziet hierin. Daarom wordt nogmaals aangedrongen op een spoedige invoering van het Energielabel Nieuwbouw.
 

Onderzoek naar praktijkervaringen

Het voorstel voor gedifferentieerde Rc-waarden komt onder meer voort uit het onderzoek dat de partijen hebben laten uitvoeren naar praktijkervaringen met verhoogde schilisolatie.Op basis hiervan adviseren de bouwpartijen om de isolatie-eis voor dichte delen per1 januari 2015 per bouwdeel gedifferentieerd in het Bouwbesluit op te nemen.Op basis van het onderzoeksrapport concludeert men het volgende:
• Verhoging van de Rc-waarde van daken naar Rc 5,0 m2K/W levert in de praktijk geen problemen op, en geeft voldoende energiewinst om kostenefficiënt te zijn.
• Verhoging van de Rc-waarde van vloeren naar Rc 5,0m2K/W levert in de praktijk geen problemen op, maar de energiewinst is gering (indicatie: 4 m3gas, € 2,60 per jaar)en is in het geheel niet kostenefficiënt (besparing is minder dan 1% van investering).
• Verhoging van de Rc-waarde van gevels levert momenteel in de praktijk de meeste uitvoeringsproblemen op, vooral bij baksteen buitengevels. De baksteen gevel wordt in 79% van de bouwprojecten toegepast. Verhoging van de Rc naar 5,0 m2K/W bij baksteen gevels met steenachtig binnenspouwblad leidt vooral bij midden- en hoogbouw tot grote kostenverhogingen, terwijl de energiewinst beperkt is. Een verhoging tot Rc 4,5 m2K/W blijkt wel kostenefficiënt uit te voeren, door de gebruikelijke bouwdetails ‘op te rekken’.
• De U-waarde voor transparante delen is per 2013 aangescherpt tot 1,65 W/m2K. De partijen willende komende jaren de ervaringen met deze verbeterde kozijnen en ramen monitoren en daarnaast praktijkonderzoek uitvoeren naar drielaags glas: ervaringen, kosten en praktische aandachtspunten zoals gewicht in relatie tot arbo-eisen. Als hierbij geen knelpunten blijken, is een aanscherping tot niveau drielaags glas in traditionele kozijnen (U-waarde 1,3W/m2K) in 2015 een optie. De transparante delenzorgen van oudsher voor grote energieverliezen. Aanscherping hiervan heeft zowel energiebesparing als ook comfortverhoging tot gevolg.
 

Bestaande bouw

De brancheverenigingen verbonden aan het Lente-akkoord Energiezuinige Nieuwbouw vragen ook nogmaals aandacht voor het stellen van energie-eisen aan de bestaande bouw. De grootste opgave ligt immers in de bestaande bouw. Daar zijn dan ook de grootste energiebesparingen te behalen. Gezien de aanhoudende crisis en de recente ontwikkelingen maakt men zich zorgen om de concurrentiepositie van de nieuwbouw ten opzichte van de bestaande bouw. Dit beeld wordt nog eens versterkt doordat bestaande bouw meer dan nieuwbouw gebruik kan maken van gunstige financieringsvoorwaarden voor energiezuinige woningen.
Als de nieuwbouw alleen maar te maken krijgt met kosten opdrijvende hogere eisen, maar daar geen ondersteunende maatregelen tegenover staan zoals in de bestaande bouw,wordt nieuwbouw uit de markt geprijsd. De brancheverenigingen vinden dat een ongewenste ontwikkeling.