Onverwachte verrekening
Een aannemer uit het zuiden van het land dacht het goed voor elkaar te hebben. Hij was eigenaar van meerdere bouwbedrijven die ieder voor zich in een aparte BV waren ondergebracht. De aandelen in al die BV’s werden gehouden door de gebruikelijke holding. ‘Risicospreiding’ noemde hij het. Als het ene bouwbedrijf ‘omvalt’, had hij in ieder geval de anderen nog om mee door te gaan.
Ook had hij alle BV’s ondergebracht in een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Op die manier kon hij de verliezen in de ene BV compenseren met de winst van de anderen. Maar zoals een bekende voetballer ooit gezegd schijnt te hebben: ‘elk voordeel heb een nadeel.’ Dit bleek toen één van zijn bedrijven in zwaar weer raakte. Terwijl de crisis in de bouwbranche nog moest beginnen, slaagde dit bedrijf er niet in om uit de rode cijfers te blijven. Projecten duurden, deels door ongemotiveerd personeel, langer dan gedacht en de kosten bleken veel hoger dan begroot. Uiteindelijk zag hij geen andere mogelijkheid dan ‘de stekker eruit te trekken’. Gelukkig was zijn ondernemingsstructuur hierop, zoals gezegd, voorbereid en kon hij verder met zijn andere bouwbedrijven.
Toch zat er nog een addertje onder het gras. In de failliete BV zaten ook belastingschulden. Hierover maakte de ondernemer zich geen zorgen: waar geen geld is, kun je het toch ook niet halen!? Helaas zag de ondernemer één regeltje over het hoofd. Normaalgesproken heeft de ‘fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting’, de naam zegt het al, slechts gevolgen voor de heffing van vennootschapsbelasting. Maar hierop bestaat één uitzondering: de belastingdienst kan elke openstaande belastingschuld van de failliete BV verrekenen met aan andere BV’s binnen die fiscale eenheid uit te betalen belastingbedragen. En daar liep deze ondernemer tegenaan. Eén van de BV’s had recht op een forse teruggaaf van omzetbelasting. In de liquiditeitsprognose van die BV was deze teruggaaf ook van groot belang. Het liep dus anders. De belastingdienst wees hem er fijntjes op dat de omzetbelasting niet werd uitbetaald omdat die was verrekend met de openstaande belastingschuld van de failliete BV. Hierdoor raakte ook die andere BV in zwaar weer. Gelukkig heeft deze BV het uiteindelijk wel gered en overleven al zijn andere BV’s waarschijnlijk ook de huidige crisis. Maar eenvoudig was het niet. De les voor u, ondernemers, is duidelijk: de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting heeft naast de gewenste ook minder aantrekkelijke (en vaak minder bekende) gevolgen.
Mr. Frank Kerkhof FB
Alfa Accountants en Adviseurs te Bennekom
FKerkhof@alfa.nl