Energieakkoord levert 15.000 banen en bouwimpuls op

Artikel delen

Het kabinet heeft op 27 augustus met werkgevers, vakbonden en milieuorganisaties een energieakkoord bereikt. Het nationaal energieakkoord zal in de bouw en daaraan gerelateerde sectoren 15.000 banen opleveren. Dat wordt mogelijk gemaakt door een diversiteit aan investeringsimpulsen, waaronder 400 miljoen euro voor het energiezuiniger maken van bestaande corporatiewoningen. ‘Die afspraken zijn heel belangrijk voor de sector, die al zo lang in zwaar weer zit’, zo meent Paul Schumacher, plaatsvervangend directeur economische zaken en verenigingszaken bij Bouwend Nederland.

De duurzame banen zullen onder andere terecht komen bij bouwbedrijven die de huizenbezitters gaan helpen hun woningen energiezuinig te maken. ‘Heel belangrijk daarbij is dat de integrale energiebesparingsaanpak die de afgelopen jaren ontwikkeld is verder uitgebouwd wordt. Woningeigenaars hoeven niet meer apart met de bouwer, met de installateur en de glaszetter te onderhandelen. Er komt één aanspreekpunt, via wie eigenaars alles moeten kunnen regelen. Die ene persoon zal hen ook op de weg naar financiering van hun renovatie kunnen helpen’, vertelt Paul Schumacher. Eigenaars kunnen daarvoor onder andere gebruik gaan maken van een revolverend fonds, dat 600 miljoen gaat bevatten.
Hij noemt het heel positief dat er in 2016 in een meerderheid van de gemeenten een energieloket zal zijn, dat particulieren kan verwijzen naar erkende bedrijven, waar zij terecht kunnen voor advies en uitvoering. ‘Die energieloketten zullen een belangrijke schakel tussen bouwbedrijven en particulieren gaan vormen. Dat biedt veel marktkansen voor (lokale) bouwbedrijven.’

400 miljoen voor zuinigere huurwoningen
In de huursector komt er een investeringsimpuls van 400 miljoen. ‘Dat geld schieten de corporaties van 2014 t/m 2017 voor, maar krijgen zij later terug van de overheid.’ In de corporatiesector is intussen het programma ‘De Stroomversnelling’ van start gegaan, waarbij 111.000 sociale huurwoningen energiezuiniger gemaakt worden. Daarnaast zijn in het energieakkoord afspraken gemaakt waarbij het Rijk en de vastgoedsector de al wettelijk verplichte energiebesparing voor utiliteitsgebouwen als kantoren, scholen en ziekenhuizen handen en voeten gaan geven. ‘Ook dat zal zeker extra investeringen in gang zetten’, weet Schumacher.

Naast deze maatregelen voor de gebouwde omgeving bevat het energieakkoord ook impulsen voor investeringen in onder meer windmolenparken op zee en op land en netwerken voor energietransport. Alles bij elkaar genomen is het energieakkoord volgens Bouwend Nederland ‘een flinke stap in de goede richting’. ‘Het levert in vele marktsegmenten investeringsimpulsen op in energiebesparing en duurzaamheid. Een stap die de bouw ook nog eens vele duizenden manjaren extra werk zal opleveren. Dat is een ontzettend belangrijke bijdrage aan herstel van onze sector als motor van de Nederlandse economie.’

De tien pijlers van het Energieakkoord

Hieronder volgt een overzicht van de tien pijlers van het akkoord:

1.    Een besparing van het finale energieverbruik met 1,5 procent per jaar in de combinatie van bebouwde omgeving, de industrie, de agrarische sector en het overige bedrijfsleven. Er komt een revolverend fonds voor energiebesparing in de gebouwde omgeving van circa € 600 miljoen. Dit nationaal energiebespaarfonds zal nog in 2013 van start gaan met het gedeelte dat zich richt op eigenaar-bewoners (en dus komen ook eigenaars van monumenten in aanmerking voor financiering uit het revolverend fonds), zodat het voor deze grote groep burgers mogelijk wordt om rendabele besparingsmaatregelen te nemen. Daarnaast krijgen energiebedrijven de mogelijkheid om klanten meer financieringsopties aan te bieden, waarbij leningen via de energierekening terugbetaald kunnen worden. Financieringsopties en eventuele toekomstige beleidsmaatregelen kunnen gebruik maken van het energieprestatiecertificaat, waarmee bijvoorbeeld koppeling mogelijk is met een gunstige financiering. Alle woningeigenaren en (ver)huurders die nog geen energielabel hebben, krijgen in 2014 en 2015 een indicatief energielabel van hun woning, op basis van een landelijke uniforme methodiek. Dit energielabel is een indicatie van de energieprestatie van een woning en dient voor bewustwording. Het voornemen is om in 2013 een overeenkomst te sluiten tussen het rijk en de VNG over een actieve ondersteuning van gemeenten bij lokale en regionale energiebesparing en –opwekking. Het rijk stelt verder € 400 miljoen subsidie beschikbaar voor verhuurders in de sociale huursector ten behoeve van investeringen in energiebesparing voor de periode 2014-2017 met als doel een bijdrage te leveren aan de doelstellingen van het Convenant. De partijen van het Convenant Energiebesparing Huursector committeren zich om de afgesproken doelstellingen van gemiddeld label B (corporaties) en 80% van de woningen minimaal label C (particuliere verhuurders) in 2020 te halen.
2.    Opschalen van hernieuwbare energieopwekking. In combinatie met energiebesparing moet in 2020 14 procent van alle energie op een duurzame manier worden opgewekt, oplopend naar 16 procent in 2023.
3.    Decentrale opwekking van hernieuwbare energie door burgers met steun, waar nodig, van gemeenten, provincies en rijksoverheid.
4.    Het Energietransportnetwerk moet klaar zijn voor een duurzame toekomst.
5.    Een goed functionerend Europees systeem voor emissiehandel.
6.    Afbouw capaciteit oude kolencentrales. Per 1 januari 2016 zullen drie centrales uit de jaren ’80 gesloten zijn, de resterende twee volgen per 1 juli 2017.
7.    Een verlaging van de CO2-uitstoot in mobiliteit en transport van 17 procent ten opzichte van 1990 in 2030, oplopend naar een reductie van 60 procent in 2050.
8.    Het verzilveren van werkgelegenheidskansen. Ingezet wordt op ten minste 15.000 extra arbeidsplaatsen in de periode 2014 tot en met 2020 in de bouw en de installatiesector en op termijn in de duurzame energiebranche.
9.    Energie-innovatie en -export. Het streven is dat Nederland in 2030 in de top 10 staat in de mondiale CleanTech Ranking.
10.    Een omvangrijk financieringsprogramma voor de enorme investeringen die nodig zijn voor de transitie die is vastgelegd in het akkoord.