Veel rust aan het staalfront

Artikel delen

De afgelopen maanden zijn de staalprijzen amper gestegen of gedaald. Er is geen sprake van structureel meer vraag naar staalproducten. Vooral handelaren proberen hun voorraden weer aan te vullen tegen lagere prijzen. Ze verwachten namelijk dat de vraag weer gaat aantrekken. Maar nemen we de orderportefeuilles onder de loep, dan is daar geen reden voor.

Tekst: Ed de Rechteren van Hemert
Multiconsultants
Edrecht@multiconsultants.nl

De ontwikkelingen in de bouwsector zijn nog steeds niet om over te juichen, ondanks dat er de komende jaren veel gebouwd zou moeten worden om de vraag naar woningen aan te kunnen. Kijken we naar de aantallen woningen die de komende tijd daadwerkelijk gebouwd worden, dan blijft de actuele groei ver achter bij de te verwachten vraag. Hierdoor zal de vraag in de jaren 2016 tot 2020 flink toenemen. Ten gevolge hiervan zullen de prijzen van zowel nieuwbouw als bestaande woningen weer gaan stijgen.
De komende tijd willen de meeste staalhandelaren de prijzen verhogen  met € 20,- tot € 40,- per ton. De vraag zal zijn: is dit wel verstandig? De concurrenten uit het buitenland, waar de prijzen gemiddeld lager liggen, staan namelijk te wachten om de Nederlandse markt te bedienen. Dit gebeurt al met andere producten, zoals hout, beton en verschillende plaatmaterialen.
Iedere maand onderzoekt het NBI (Nederland Bouwkosten Instituut) de marktprijzen van bouw- en installatiematerialen. Hieruit blijkt dat de aannemers graag bij onze oosterburen winkelen vanwege de gunstige prijzen. Deze marktprijzen verschijnen elf keer per jaar en zijn verkrijgbaar via marktprijzen@multiconsultants.nl.

In de tabel staan de prijzen van stalen balken, betonstaal en bouwstaalnetten voor de maanden januari, juni en november per ton (1000kg). De prijzen kunnen per regio en de af te nemen hoeveelheid verschillen.

Indexcijfers NBI Kleinbouw

De prijzen liggen weer op het niveau van 2004. Nu de bouwcrisis toch wat langer duurt zien we wel een kleine stijging, behalve bij de nieuwbouw. Eigenlijk zouden de prijsstijgingen veel groter moeten zijn voor een gezonde bedrijfsvoering.

Bij aanbiedingen van verschillende aannemers in deze sectoren komen er soms behoorlijke verschillen naar voren. De uurlonen verschillen ook veel: van € 22,50 tot € 42,-. Maar kijken we naar het aantal gewerkte uren, dan komt het vaak voor dat men bij een hoger uurloon veel minder uren maakt. Daardoor komen de totale arbeidskosten dichter bij elkaar. Dus staar u niet blind op een lager uurloon.
Het indexcijfer kan gebruikt worden om de  gegevens uit oude offertes te kunnen aanpassen. De indexcijfers zijn gebaseerd op werkzaamheden in de kleinbouwsector.