Energiebesparing wordt budgetbeheersing
Het belangrijkste motief om duurzaam te bouwen is het waarborgen van een leefbare wereld voor toekomstige generaties. Maar helaas is dit motief geen belangrijke drijfveer gebleken voor het bevorderen van duurzaam bouwen. ‘Budgetbeheersing blijkt wel een belangrijk argument te zijn voor de huidige omslag naar duurzaam bouwen. Vooral energiebesparing levert een heel belangrijke bijdrage aan Duurzaam Bouwen. De epc is achterhaald; het gaat om de lasten en opbrengsten’, aldus ir. Eric Las, manager business development bij Kingspan Unidek BV.
‘De ontwikkelingen in Duurzaam bouwen zijn een gevolg van keuzes die je maakt op basis van de huidige kennis. Vroeger wist je niets over nadelige effecten van producten op gezondheid of milieu. Dus was een keuze voor mogelijk minder duurzame oplossingen in die tijd de praktijk’, zegt Eric Las, al ruim vijftien jaar werkzaam bij Kingspan Unidek. Hij is al sinds 1983 betrokken bij normalisatie en certificatie rondom energiebesparing en isolatiesystemen in Nederland en Europa. Ook is Las actief in en namens diverse branches en koepels in Nederland, Duitsland, België en Europees verband, zoals Stybenex, Nederlandse Isolatie Industrie, NVTB, Spaar het Klimaat, Passief Bouwen en EUMEPS.
‘Duurzaamheid is een clusterbegrip geworden’, vindt Las. ‘Wat is duurzaamheid eigenlijk? Als je dat vraagt krijg je misschien 227 verschillende antwoorden. De één vindt de lange levensduur belangrijk, de ander de uitputting van grondstoffen en weer een andere de uitstoot van CO2. Het begrip duurzaamheid heeft ook met de kennis van nu te maken. Als je heel rechtlijnig denkt zou je nog kunnen stellen dat zolang er geen calamiteiten plaatsvinden kernenergie zeer duurzaam is, maar de werkelijkheid heeft aangetoond dat deze visie achterhaald is. Je moet naar alle aspecten kijken. Ook de windmolens staan ter discussie: hoge kosten, soms alleen met enorme subsidies rendabel. Anderen kijken naar het effect op de vogels, of spreken van horizonvervuiling of ze kunnen tot geluidsoverlast voor omwonenden leiden. Binnen deze discussie maak je dus keuzes en spreek je dan nog objectief over duurzaam? Wat noem je dan duurzame kwaliteit? Die kwaliteit is ook niet te kwantificeren, hoewel de overheid dat straks wel wil proberen met de milieuprestatie in het Bouwbesluit. En dan hebben we nog duurzame rekenmodellen als BREEAM, GPR-Gebouw of GreenCalc. Mijn advies is: gebruik ze, laat deze rekenmodellen rijpen en probeer tegelijkertijd slimmer te bouwen. Wacht niet af, denk, doe wat robuust rendabel is, dan komt de duurzaamheid vanzelf.’
Total Cost of Ownership
Volgens Las is bij duurzaam bouwen de Total Cost of Ownership (TCO) van belang. TCO brengt de totale kosten op korte, maar ook op langere termijn in beeld om een beoogde prestatie te kunnen realiseren. Bij gebouwen is bijvoorbeeld niet alleen de huurprijs of de bouwprijs van een gebouw relevant, maar ook de kosten tijdens gebruik voor energie, schoonmaak, onderhoud, bouwkundig onderhoud, beveiliging, bouwkundige aanpassingen en parkeerkosten over de totale levensduur.
‘Wanneer we kijken naar TCO dan is het belangrijk te weten dat dit los kan staan van begrippen als energieneutraal of energienotanul’, legt Las uit. ‘De epc geeft allang niet meer het juiste beeld met betrekking tot het energieverbruik. Het gebouw veroorzaakt het gebouwgebonden energieverbruik, maar beïnvloedt ook het gebruikersdeel. De totale energiekosten bestaan voor een zeer groot – en toenemend – deel uit heffingen, vaste posten. Vanuit TCO is het altijd beter uit te gaan van optimaal isoleren, triple glas en goed luchtdicht bouwen dan van een traditioneel relatief slecht geïsoleerd casco, maar wel met PV-panelen. De bouwkosten voor het tweede concept zijn weliswaar lager, maar de kopers worden geconfronteerd met hogere onderhouds-, vervangings- en gebruikskosten over de levensduur. Wat is nu slim? Begin bij het begin: het zo goed mogelijk vermijden van de energievraag. Breng de vraag naar energie omlaag door gebouwen te ontwerpen die zomer en winter comfortabel en zuinig zijn.’
Las benadrukt absoluut geen tegenstander te zijn van zonne-energie, maar we moeten niet denken dat we het energievraagstuk oplossen door alleen nog maar PV-panelen op het dak te leggen. Wel bespaar je kosten door PV-panelen, maar we gebruiken nog steeds net zoveel energie. We gebruiken het elektriciteitsnet dan als buffer. maar dat elektriciteitsnet wordt daardoor per saldo meer belast en ook nog eens in twee richtingen. En is je huis nog comfortabel met veel PV-panelen en weinig isolatie? Daar zal je dus een gezond evenwicht in moeten vinden. Probeer nu eerst het probleem van vermijdbaar gebruik op te lossen; dat is robuust, zonder onderhoud en op termijn altijd rendabel.’
Trias energetica
De trias energetica is een drie-stappenstrategie om een energiezuinig ontwerp te maken. Deze drie stappen zijn basis vuistregels bij het duurzaam ontwerpen van gebouwen. Deze drie stappen zijn:
• Beperk het energieverbruik door de vraag aan te pakken. Vermijdbare verspilling tegen te gaan; bijvoorbeeld een meer compacte gebouwvorm en door optimale isolatie van vloeren, gevels en daken.
• Wat je dan nog aan energievraag over houd, altijd invullen door maximaal gebruik te maken van energie uit duurzame bronnen, zoals wind-, water-, en zonne-energie; bijvoorbeeld door installatie van een zonneboiler of een zonnepaneel. Probeer het gebruik van fossiele brandstoffen om in de resterende energiebehoefte te voorzien te vermijden.
• Als je de overblijvende energie moet opwekken of omzetten, gebruik dan efficiënte installaties, afgestemd op het gebouw en het gebruik. Zorg dat je geen onnodige technische oplossingen kiest die een verdere optimalisatie in de weg staan. Kijk naar de infrastructuur en de invulling..
‘Ik noem dat ‘trias logica’, omdat je daarmee de CO2-uitstoot het meest beperkt’, zegt Eric Las. Er klinken echter geluiden uit de markt dat het kostenoptimum ergens bij een Rc-waarde van 5 m2K/W ligt. ‘Dat is korte termijn denken en onvoldoende rekening houden met wat je nu al over de toekomst kunt invullen, zoals prijsstijgingen en hogere heffingen. Nu al kun je zien dat door de stijgende prijzen het optimum al ergens tussen 8 en 13 m2K/W ligt. Een goed geïsoleerde schil maakt je daarbij ongevoeliger voor energiekosten in de toekomst. Wees de toekomst voor: voor-denken. Ook zie je al ontwikkelingen dat de hypothecaire leenruimte toeneemt bij energiezuinige woningen. Voor een energieneutrale woning met lage energiekosten is de hypothecaire leenruimte al met 13.500 euro verruimd. Verder is een energiezuinige woning ook nog beter verkoopbaar. Tienduizenden passiefhuizen in het buitenland wijzen dat al uit. Energiebesparing wordt, nee is al budgetbeheersing.’
Innovatie
In de bestaande bouw is een dik isolatiepakket niet altijd nodig en niet altijd haalbaar. Las erkent dat ook: ‘Gelukkig komen er steeds betere isolatiematerialen, waardoor je met een steeds dunnere plaat dezelfde isolatiewaarde haalt. Denk aan bijvoorbeeld de Kingspan Optim-R vacuüm isolatieplaat, met een micro-poreuze kern die in een dun, gasdicht omhulsel is ingesloten. Deze plaat heeft een lambda-waarde van slechts 0,007 W/mK! Dan zit je bij een 40 mm dikke plaat al op een Rd-waarde van 5,7 m2K/W en bij 80 mm op 11,4 m2K/W. Dat biedt vooral voordelen bij renovatieprojecten.’
Voor het dak zijn er de alles-in-1 dakelementen met geïntegreerde verstijvers van Kingspan Unidek, waardoor minder of soms zelfs geen gordingen meer nodig zijn. ‘Ook ideaal wanneer er meer stijfheid is gewenst in verband met de montage van PV-panelen’, zegt Las. ‘Verder zijn we in gesprek met specialisten in gevelisolatiesystemen in nieuwbouw en renovatie. Bijvoorbeeld systemen met buitengevelisolatie met diverse gevelbekledingsopties. Een andere, maar ook zeer leuke ontwikkeling is ook onze samenwerking met Flexbase, waar drijvende funderingen worden ontwikkeld die worden gebruikt voor bouwen op het water in een grote verscheidenheid aan toepassingen voor wonen, werken en recreëren. Het FlexBase concept is gebaseerd op het drijfvermogen van EPS en de constructieve eigenschappen van gewapend beton. Dit concept komt voort uit de samenwerking tussen Unidek en Dura Vermeer.’
Kingspan Unidek levert nog meer geïntegreerde oplossingen, zoals de Unidek SolarTherm. Dit is het eerste sandwichelement op de markt dat is voorzien van een prefab gemonteerde hoogwaardige Nefit zonnecollector. ‘Met ons concept met Structural Insulated Panel Systems (SIPS) zijn goed geïsoleerde gevels in een keer te realiseren en kunnen we zelfs complete casco’s bouwen. Kingspan Unidek heeft ook een slim systeem voor de begane grondvloer: wat bestaat uit gewapende EPS-elementen waar een betonnen druklaag op wordt gestort. Geen liggers, dus optimaal materiaalgebruik en daardoor weer wat duurzamer.’
Duurzame kwaliteit
‘Duurzame kwaliteit bereiken we in de bouw door duurzaam samen te werken’, zegt Las. ‘We hebben in de bouw te lang achter onze schuttinkjes gewerkt, waardoor de focus lange tijd alleen maar op het eigen product was gericht. We gaan leren om samen met andere partners concepten te ontwikkelingen, waarbij we de positieve eigenschapen van producten op de juiste wijze combineren. Wat hebben we bijvoorbeeld aan duurzame isolatieplaten met een lage lambdawaarde, wanneer de uiteindelijke woning niet luchtdicht is? Het geheel moet kloppen.’
De toekomst zal de vraag naar aantoonbare en controleerbare kwaliteit versterken. Private kwaliteitsborging speelt volgens Las een belangrijk rol, omdat je wordt afgerekend op de prestatie, niet op de folder. ‘De komende jaren zal de overheid het toetsen van projecten aan de bouwregelgeving mogelijk steeds vaker aan marktpartijen overlaten. Het betreft deskundigen – bijvoorbeeld gecertificeerde bureaus – die projecten tijdens de ontwerp- en uitvoeringsfase tot en met de oplevering gaan controleren. De eindgebruiker wil de zekerheid dat toegepaste systemen en producten ook na de oplevering en tijdens de gebruiksfase inderdaad ten minste aan de bouwregelgeving voldoen. Dat zal de roep om aantoonbare kwaliteit, mogelijk ook andere kwaliteitskeurmerken doen toenemen. Er zijn nu namelijk geen duidelijke momenten waarop een later niet meer te controleren kwaliteit wordt afgenomen alvorens de volgende stap te zetten. We moeten daarom kwaliteit minder kwetsbaar maken voor interpretaties en meningen, maar meetbaar, voorspelbaar, concreet, en controleerbaar. De toeleverende industrie zal dus in beweging moeten komen om niet alleen gecertificeerde producten of systemen te leveren, maar ook te kijken naar een onberispelijke montage. Daarmee gaat de duurzame kwaliteit omhoog en dalen de faalkosten. Het ‘dozenschuiven’ naar de volgende ketenpartner is voorbij.’
Terugkomend op de TOC moet je volgens Las zien dat de bouwregelgeving alleen een vangnetfunctie heeft, en zijn de prestatie-eisen in het Bouwbesluit minimaal: ‘Opdrachtgevers doen er goed aan om meer te eisen dan Bouwbesluitniveau. Zo staat er voor nieuwbouw nu nog een prestatie-eis van Rc=3,5 m2K/W voor gevels en daken en in de bestaande bouw zijn de eisen nog veel lager. Als je daar van uitgaat ben je niet toekomstbestendig en budgetvriendelijk aan het bouwen! Duurzaam bouwen is dus niet mogelijk door ons te verstoppen achter de regelgeving. Je bouwt voor de toekomst, bouw dan ook zo.’
Veel toepassingen zijn eenvoudig kwalitatief in de nieuwe wensen rondom bouwregelgeving in te passen. Kingspan Unidek kan eenvoudig een boekje ontwikkelen waarin alle benodigde stappen naar een duurzaam product, montage en gebruik helder zijn beschreven: ‘Als je die stappen volgt dan voldoe je automatisch aan de bouwregelgeving, maar uiteraard kun je met het boekje ook hogere doelen nastreven. Zoals een passiefhuis, energienotanulwoning of in de toekomst een cradle-to-cradle-woning. De concepten in het boekje moet worden ontwikkeld samen met onze ketenpartners. Dat kunnen fabrikanten zijn van prefab betonnen bouwdelen, kalkzandsteen blokken en elementen, kozijnen, installaties, PV-panelen, enzovoort. De toeleverende industrie kan een veel actievere rol spelen in het bouwproces. De kennis van de kwaliteit van de toe te passen producten ligt immers bij ons!’
Geïntegreerde elementen
Kingspan Unidek levert meerdere typen alles-in-1 dakelementen. Door verschillende functies in één element geïntegreerd aan te bieden neemt de kans op aansluitingsproblemen af. Hierdoor beschikt men over een hoogwaardig dakelement dat bescherming biedt tegen de weerselementen, thermische isoleert en waarmee zonnewarmte of zonnestroom zijn op te wekken.
Unidek SolarTherm
Dit dakelement bestaat uit een isolerende sandwich dakelement Unidek Aero met prefab gemonteerde hoogwaardige Nefit zonnecollector heeft een kern van EPS Platinum, voorzien van geïntegreerde verstijvers. De buitenzijde is voorzien van een 3 mm spaanplaat met groene folie en ruitmotief. Aan de binnenzijde is het dakelement voorzien van een 12 mm gipskartonplaat, aangebracht tussen twee verstijvers en afgewerkt met een 3 mm spaanplaat met witte zichtzijde.
De geïntegreerde SolarLine zonnecollector is voorzien van UV- en weerbestendig fiberglas, drukbestendig solar veiligheidsglas en een aluminium zink gecoate stalen achterplaat. Het gehele frame is versterkt met glasvezels. Aan de binnenzijde wordt de aansluiting voor het boilersysteem eenvoudig op de gewenste plek aangebracht. Op deze manier is het voor de installateur een kwestie van plug & play.
Modulair zonnedak
Ballast Nedam ontwikkelde in 2013 samen met ketenpartners Kingspan Unidek en Oskomera Power Solutions het modulair zonnedak: een prefab zonnedak dat in één verhuisbeweging op een woning is te installeren. Alle handelingen vinden in de fabriek plaats; van het aanbrengen van zon-PV tot het bedraden en waterkerend maken van het dak. De modulaire dakelementen zorgen voor een lagere kostprijs en een esthetisch verantwoorde afwerking van woningen. Doordat het dak in één keer vervoerd wordt, bespaart dit tevens CO2-uitstoot op transportbewegingen.