Onze wetgever discrimineert niet!
Ondernemers die overwegen hun bedrijf ‘fiscaal vriendelijk’ over te dragen aan hun kinderen kunnen opgelucht ademhalen: de buitengewoon gunstige ‘bedrijfsopvolgingsfaciliteit’ (ofwel ‘BOF’) in de Successiewet blijft (voorlopig) van kracht. Op 22 november heeft de Hoge Raad, in tegenspraak met de Rechtbank Breda, beslist dat deze faciliteit niet discrimineert. Alles blijft hierdoor bij het oude. U kunt daarom bij een bedrijfsopvolging binnen de familie gebruik blijven maken van de BOF.
Tekst: Mr Frank Kerkhof FB
Alfa Accountants en Adviseurs te Bennekom
fkerkhof@alfa.nl
Op 13 juli 2012 deed Rechtbank Breda een uitspraak die de bedrijfsopvolgingspraktijk behoorlijk op de kop had kunnen zetten: de wetgever discrimineert met de BOF (en dat mag natuurlijk niet). Dit omdat de BOF slechts van toepassing is bij schenken of vererven van ondernemingsvermogen. Alleen dan geldt een enorme vrijstelling: tot een waarde van ruim € 1.028.000 (2013) is de verkrijging volledig vrijgesteld van schenk- en erfbelasting en daarboven geldt een vrijstelling van 83%. Zonder twijfel een buitengewoon gunstige faciliteit, waar niet-ondernemingsvermogen geen toegang toe heeft. Volgens de rechtbank was dit verschil in behandeling niet te rechtvaardigen.
Gevaar voor de praktijk
De uitspraak van de rechtbank betekende dat voortaan iedereen een beroep kon doen op de gunstige effecten van de BOF. Dat kan de bedoeling van de wetgever niet zijn. De kennelijk toch al niet zo volle Nederlandse schatkist zou nog verder leeg gegraaid worden. De kans was dus groot dat de wetgever de BOF zou aanpassen (lees: veel minder gunstig maken) als de Hoge Raad de lijn van de rechtbank zou volgen. Op 22 november werd echter duidelijk dat de Hoge Raad dat niet heeft gedaan: volgens de Hoge Raad discrimineert onze wetgever niet!
Bedrijfsopvolgingsfaciliteit blijft
Door de uitspraak van de Hoge Raad kan de komende jaren (voorlopig) onbedreigd op toepassing van de BOF worden gerekend. Het blijft dus van belang waar mogelijk rekening te houden met deze vrijstelling. Een voorbeeld hiervan volgt hierna.
Voorbeeld
Vader wil de via zijn holding gehouden aandelen Bouw BV overdragen aan zijn zoon. Die zoon werkt al jaren mee in het bedrijf en heeft in feite al de dagelijkse leiding (mede) in handen. Het bedrijfspand, dat eigendom is van de holding van vader, wordt niet overgenomen door de zoon.
Als de holding van vader alle aandelen Bouw BV overdraagt (zie tekening 1) is het bedrijfspand vervolgens niet-ondernemingsvermogen. Later, bij vererving van de aandelen Holding Vader BV, is de BOF niet van toepassing.
In deze situatie is het verstandiger (en vooral fiscaal veel voordeliger) dat vader, via zijn eigen holding, een (aanmerkelijk) aandelenbelang houdt in Bouw BV (zie tekening 2). Dan blijft het bedrijfspand voor de toepassing van de BOF ondernemingsvermogen. Bij een toekomstige vererving van de aandelen Holding Vader BV valt de volledige waarde dan wel onder de BOF.
Tot slot
Uiteraard zijn er, om de BOF toe te kunnen passen, nog meer voorwaarden. Ook het testament speelt bijvoorbeeld een rol. Begeleiding door een deskundige fiscalist is dus noodzakelijk.