DGA, wees voorzichtig!

Artikel delen

Veel aannemers hebben, al dan niet op advies van hun belastingadviseur, zeer bewust gekozen voor een BV. De één wil bijvoorbeeld de fiscale voordelen, de ander zoekt vooral de beperking van de aansprakelijkheid. Maar de keuze voor de BV heeft meer gevolgen. Sommige aannemers komen daar pas achter als zij door de belastingdienst op de vingers worden getikt.

Tekst: Mr. Frank Kerkhof RB
Alfa Accountants en Adviseurs te Bennekom
fkerkhof@alfa.nl

De BV is natuurlijk niet gelijk aan de eenmanszaak of de vennootschap onder firma. De laatste twee rechtsvormen zijn min of meer transparant. Er wordt als het ware door heen gekeken. Iemand die handelt met de eenmanszaak, handelt met de ondernemer zelf. De BV is een ‘rechtspersoon’ en als zodanig zelfstandig drager van rechten en plichten. Zij is niet transparant. Eigenlijk is de ‘aannemer’ dan ook geen ondernemer. Hij is directeur-grootaandeelhouder (DGA) van zijn BV. De BV is de ondernemer.

Zakelijk handelen
De BV moet, als ondernemer, zakelijk handelen. Naar derden zal dit geen enkel probleem zijn. Sterker nog, zakelijk handelen met cliënten en relaties is de motor waarop de onderneming draait en dus vanzelfsprekend. Moeilijk wordt het als de BV ‘handelt’ met de ‘aannemer’ ofwel de DGA. Van nature heeft de BV immers de neiging haar DGA (zeer) vriendelijk te behandelen. Als de ‘vriendelijkheid fiscaal kan worden vertaald in ‘onzakelijkheid’, ontstaan fiscale problemen. De belastingdienst, die natuurlijk ook op de hoogte is van deze in zoverre kwetsbare relatie tussen de BV en de DGA, kijkt op de achtergrond kritisch mee. Zodra buiten de marges van de zakelijkheid wordt getreden zal de belastingdienst hard optreden. 

Uitdeling van winst
Nu de belastingdienst zo nadrukkelijk en kritisch meekijkt mag verwacht worden dat DGA’s de ‘vriendelijkheid’ van hun BV tot het aanvaardbare beperken. Helaas blijkt de praktijk toch weerbarstig. Regelmatig moet de belastingdienst het handelen van de BV met haar DGA corrigeren. De vraag is echter hoe de belastingdienst corrigeert. Het antwoord is eenvoudig. De belastingdienst beoordeelt de handelingen tussen de BV en de DGA en geeft aan waar en wanneer onzakelijk is gehandeld. Vervolgens ‘herstelt’ de belastingdienst deze handelingen naar zakelijke waarden. Het verschil is een uitdeling van winst door de BV aan de DGA. Deze uitdeling is niet aftrekbaar van de winst van de BV en belast bij de DGA in Box 2.

Voorbeeld
De heer Ritsel laat een nieuwe woning bouwen. De leidingen worden in de avonduren gelegd door werknemers van Instal BV. Ook het materiaal is van Instal BV. De heer Ritsel is enig aandeelhouder en bestuurder van Instal BV. Alle kosten (geschat op € 30.000) komen voor rekening van Instal BV. Natuurlijk weet de heer Ritsel dat hij door de Instal BV wordt bevoordeeld, maar hij vond dit niet meer dan normaal. Instal BV is toch zijn BV. De belastingdienst denkt hier echter ‘iets’ anders over. Het resultaat is duidelijk. De kosten komen niet in mindering op de winst van Instal BV. Daarnaast wordt dezelfde € 30.000 bij de heer Ritsel belast in Box 2. Bovendien legt de belastingdienst waarschijnlijk een boete op, die kan oplopen tot 100% van de nagevorderde belasting.

Tenslotte
Natuurlijk zit geen enkele DGA te wachten op fiscale problemen. Een onverwachte fiscale claim, omdat de belastingdienst een winstuitdeling heeft geconstateerd, kan uw liquiditeitspositie fors verstoren. U doet er daarom verstandig aan zelf (al dan niet met uw belastingadviseur) eens kritisch te beoordelen of uw handelen met de BV nog steeds de zakelijkheidstoets kan doorstaan. Bedenk hierbij dat de onzakelijkheid ‘ongemerkt’ ook in overeenkomsten tussen u en uw BV binnengeslopen kan zijn. Het zakelijkheidsprobleem blijft dus niet beperkt tot de producten die u voor een te lage prijs afneemt van uw BV.