Borging van bouwkwaliteit op nieuwe leest geschoeid

Artikel delen

Kwaliteitsborging

Dat de stelselwijziging Bouwkwaliteit er gaat komen, lijkt welhaast een zekerheid. Wat die wijziging precies gaat inhouden en wanneer het nieuwe stelsel in gaat, is nog niet tot in detail bekend. Met één van de spelers in het proces, Bouwend Nederland, bespreken we de stand van zaken. ‘Wij ondersteunen een ander systeem waarin de verantwoordelijkheid van de bouwer voor zijn eigen werk scherper wordt belegd.’
 
Tekst: Rick van de Weg
 
Tot 15 september konden partijen reageren op het concept-wetsvoorstel ‘Kwaliteitsborging voor het bouwen’. Dat was niet aan dovemansoren gericht. Van de Vereniging Eigen Huis tot aan Brandweer Nederland en van diverse advocatenkantoren tot aan grotere en kleinere gemeenten. Velen deden een duit in het zakje der consultatie. De reacties lopen uiteen, maar één ding lijkt duidelijk: Het huidige systeem van kwaliteitsborging waarbij een centrale rol voor de gemeente is weggelegd, heeft zijn langste tijd gehad. Een conclusie die Bob Gieskens, hoofd Brancheontwikkeling Bouwend Nederland onderschrijft. ‘Het Instituut voor Bouwkwaliteit heeft dat uitgebreid geanalyseerd en beschreven, en er is voldoende reden om de zaken anders te organiseren. Dat daarbij het ultieme bewijs dat een bouwwerk aan de eisen voldoet, verschuift van de vergunning naar de oplevering is een goede ontwikkeling. Net als dat aannemers verantwoordelijkheid nemen voor hun bouwwerken. Bouwers moeten staan voor hun product. Sterker nog, dat willen ze ook. Het beter borgen van de bouwkwaliteit biedt kansen om je te onderscheiden van de concurrentie.’
 
Reality checks
Wat Gieskens betreft bevat het wetsvoorstel bruikbare handvatten om tot een goed, nieuw systeem te komen. ‘De indeling van bouwwerken in verschillende risicocategorieën, met elk een apart controleregime, snap ik. Dat maakt het mogelijk om de noodzakelijke kwaliteitsinspanningen van bouwers af te stemmen op de complexiteit van het bouwwerk. Daar hoort soms een controle door een onafhankelijke partij op het werk bij, ja. Dat er minimumeisen komen voor het opleverdossier en voor de instrumenten om de kwaliteit mee te toetsen, lijkt me ook logisch. Anders kan iedereen zijn gang maar gaan en is er geen gelijk speelveld. En het is goed dat de organisatie die die instrumenten wel of niet toe laat, regelmatig blijft toetsen of de instrumenten nog wel doen wat ze moeten doen. Op hoofdlijnen ondersteunen wij dan ook de denkrichting. Alleen is de totale uitwerking nog niet duidelijk. Dat kan natuurlijk ook niet omdat we net pas de consultatiefase gehad hebben.’
‘Hierna beoordeelt en verwerkt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de input in een definitief voorstel. Dat vervolgens door de Ministerraad, Raad van State, Tweede Kamer en Eerste Kamer besproken zal worden. Tijdens de consultatieronde zijn er veel suggesties gedaan. Het ministerie zal daar zorgvuldig naar moeten kijken. Dat duurt even, maar zorgvuldigheid gaat hier boven snelheid. Uiteindelijk bepaalt de detailuitwerking pas echt hoe het in de praktijk werkt, en welke investeringen door marktpartijen daarvoor nodig zijn.’
 
Eigen vlees
‘Kritiek op het wetsvoorstel is prima’, vervolgt Gieskens, die ook lid van de Stuurgroep Kwaliteitsborging Bouw is. ‘Daar is die consultatieronde juist voor. Vanuit de praktijk van de markt kunnen er dan verbeteringen worden voorgesteld. Vanuit Bouwend Nederland hebben we ook onze suggesties gedaan.’ Toch is er volgens Gieskens in sommige reacties sprake van onjuiste uitleg en beelden over het nieuwe systeem. Dat doet het proces geen goed. ‘Dat de slager zijn eigen vlees keurt bijvoorbeeld. Vooropgesteld, elke goede slager keurt zijn eigen waar, om te weten wat voor vlees hij in de kuip heeft en aan zijn klanten voorschotelt. Dat is alleen maar positief. De spreekwoordelijke insinuatie die er achter schuil gaat, slaat echter de plank mis. In het nieuwe systeem is er voor elk vergunningplichtig bouwwerk altijd een kwaliteitsborger. Slechts in een deel van de gevallen kan dat de bouwer zelf zijn, maar dan moet die wel een goedgekeurd kwaliteitstoetsingsinstrument zoals certificering of erkenning toepassen. Er is altijd een onafhankelijke stok achter de deur in die gevallen waarin de slager zijn eigen waar keurt.’
Ook het beeld dat het nieuwe systeem een onevenredige verzwaring van procedures voor bouwbedrijven ten opzichte van ZZP’ers zou betekenen, is volgens Gieskens niet waar. ‘Het systeem gaat gelden voor alle vergunningplichtige bouwwerken, of die nou door een bouwbedrijf of door een ZZP’er worden gemaakt. Vanzelfsprekend kun je als opdrachtgever iets laten bouwen en dan toch niet de voorgeschreven kwaliteitsborging hanteren, maar dat kan nu ook. De handhaving daarvan in het nieuwe systeem zal beter moeten, maar helemaal waterdicht krijg je het natuurlijk nooit.’
 

Zorgen Bouwend Nederland
Alhoewel de koepel van bouwondernemers het belangrijk vindt dat er een stelselherziening komt, heeft de vereniging ook commentaar op het huidige wetsvoorstel. Het gaat dan met name om de achterliggende wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek, bedoeld om de positie van de klanten te verstevigen. Pijnpunten zijn het voorstel om de definitie van ‘verborgen gebreken’ behoorlijk op te rekken, de verlenging tot vijftien maanden van het opschortingsrecht om de laatste 5 procent van de bouwsom achter te houden en de aanbiedingsplicht van een verzekering aan consumenten. Bouwend Nederland denkt namelijk dat van deze maatregelen geen prikkel tot verbetering uitgaat, en dat is nu juist wel de opzet. Verder heeft Bouwend Nederland zorgen geuit over het ontbreken van inzicht in de praktische gevolgen van het nieuwe stelsel. Pas in de uitwerking wordt duidelijk of er een werkbaar, betaalbaar en proportioneel systeem komt.
 

 

Stelselherziening Bouwkwaliteit
Over een stelselherziening Bouwkwaliteit wordt al langer nagedacht en gesproken, maar dankzij de Actieagenda Bouw kreeg het initiatief de afgelopen jaren vaart. Bedoeling ervan is dat in plaats van de schijnzekerheid die goedkeuring van een bouwaanvraag door de gemeente oplevert, bouwers zelf verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van hun bouwwerken. Het aantonen van de kwaliteit gebeurt door middel van het samenstellen van een ‘opleverdossier’. Hierdoor verbetert met name de positie van de opdrachtgevers en de gebruikers van de woningen of gebouwen, omdat de bouwer aanspreekbaar is op het bouwwerk ‘as built’. Meer informatie: www.stichtingibk.nl.
 

 

Niet voor 2016
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beoordeelt en verwerkt alle reacties uit de consultatieronde. En beslist welke al dan niet in het definitieve wetsvoorstel terecht komen. Dit wordt besproken in de Ministerraad, waarna de Raad van State er zich over zal buigen. Daarna gaat het wetsvoorstel door naar de Tweede Kamer. Wordt het daar aangenomen, dan volgt nog een laatste check door de Eerste Kamer. In al deze fasen kunnen er nog wijzigingen in worden aangebracht. De verwachting is dat het wetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2015 de Tweede Kamer bereikt en in het derde kwartaal volgend jaar de Eerste Kamer. Als in dat proces verder geen vertraging ontstaat, zal de wet in 2016 gefaseerd in werking treden, het eerst bij de ‘eenvoudige bouwwerken’.