Eenvoudig uit de BV?
Aannemers kiezen de rechtsvorm die hun het beste past. Bij een keuze voor de BV gaat de aannemer meestal voor het beperken van de aansprakelijkheid en/of de fiscale voordelen. Bij het laatste kan de aannemer er gaandeweg achter komen dat de keuze achteraf gezien ongelukkig is geweest omdat de winst fors achterblijft bij de verwachting. Kun je dan eenvoudig uit de BV en overstappen naar een eenmanszaak?
Tekst: Mr. Frank Kerkhof RB
Alfa Accountants en Adviseurs te Bennekom
fkerkhof@alfa.nl
Het behoeft geen toelichting dat veel aannemers de laatste jaren te maken hebben gehad met sterk tegenvallende resultaten. Ook over de toekomstige resultaten zijn veel aannemers, helaas terecht, somber gestemd. Veelal betekent dit dat de BV, bezien vanuit het fiscale perspectief, als rechtsvorm minder aantrekkelijk is geworden. Het andere doel van de BV, het beperken van de aansprakelijkheid, staat natuurlijk nog fier overeind. Sterker nog, juist in deze zware tijden bewijst de BV in de praktijk hier haar voordeel. Toch zijn er aannemers die uit de BV willen. Maar kan dit fiscaal ‘geruisloos’?
Fiscale afrekening
Als een aannemer de rechtsvorm van zijn onderneming wil veranderen van de BV in een eenmanszaak, moet de BV in beginsel afrekenen over de stille reserves in de onderneming. Ook kan heffing van overdrachtsbelasting aan de orde zijn als een bedrijfspand deel uitmaakt van de onderneming. Als van stille reserves geen sprake is en het bedrijfspand is gehuurd, is de stap naar de eenmanszaak fiscaal dus snel gezet. Maar wat kan de aannemer doen als er bijvoorbeeld wel een eigen bedrijfspand is en daarin ook nog eens een forse stille reserve zit? Uiteraard kan hij de fiscale afrekening ‘domweg’ accepteren. Maar meestal is dit alleen al vanwege het ontbreken van voldoende liquiditeit geen reële optie. Dan is maatwerk geboden.
Geruisloze terugkeer
Eén van de mogelijkheden is gebruik te maken van de door de wetgever in 2001 geïntroduceerde ‘geruisloze terugkeerfaciliteit’. Helaas is deze faciliteit aan zeer strenge voorwaarden gebonden. Zo moet de BV waarop de faciliteit wordt toegepast een onderneming drijven én de aandeelhouder moet een natuurlijk persoon zijn. Bij een holdingstructuur ontstaan hier al problemen. Uw persoonlijke holding drijft immers geen onderneming (dat doet uw werkmaatschappij) en uw werkmaatschappij heeft een rechtspersoon (uw holding) als aandeelhouder. Gelukkig is dit probleem wel op te lossen: uw holding verkoopt de aandelen in uw werkmaatschappij aan u, waarna deze BV wel voor de faciliteit kwalificeert.
Vennootschap onder firma
Een andere methode om in de toekomst de fiscale voordelen van de eenmanszaak te genieten is een vennootschap onder firma tussen de aannemer en zijn BV. De BV brengt de onderneming in en de aannemer zijn arbeid. Uiteraard gaat hij uit loondienst bij zijn BV. Het resultaat van de VOF wordt jaarlijks verdeeld tussen de BV en de aannemer. Dit aandeel in het resultaat is bij de aannemer ‘winst uit onderneming’, waardoor hij gebruik kan maken van de gunstige fiscale faciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling. Natuurlijk zit de onderneming dan (deels) nog steeds in de BV, maar het fiscale effect is voor de aannemer grotendeels gelijk aan een volledige terugkeer uit de BV.
Maatwerk
Het voorgaande maakt duidelijk dat de aannemer die, ondanks het daardoor fors toenemende aansprakelijkheidsrisico, fiscaal geruisloos wil overstappen van de BV naar de eenmanszaak kan kiezen uit meerdere routes. De verschillen tussen die routes zijn groot. Hiervoor heb ik slechts een tipje van sluier opgelicht. Daarnaast moet u rekening houden met administratieve – en juridische hobbels. Maatwerk is dus geboden. Uiteraard wil ik u daar graag bij helpen.