De derde golf
Als ‘jonge 60-er’ hoor ik bij de grijze golf. Zo voelt het niet, want ik ken mensen van 85 jaar oud die nog buitengewoon actief zijn. Ik kan dus nog aan een nieuwe carrière beginnen en daarin een 25-jarig jubileum vieren. De reden waarom ik mijn leeftijd aanroer is omdat die in het kader van duurzaamheid interessant is. Leeftijdsgenoten zullen dat beamen. Op school hoorden we over de Club van Rome die destijds nog niet echt serieus werd genomen. De waarschuwende vinger werd opgestoken, maar we dachten dat de Shell-en van deze wereld niet het achterste van hun tong lieten zien en dat het met de energievoorraden wel mee zou vallen.
Duurzaamheid had in die tijd ook een specifiek imago. De Kleine Aarde en later ‘de 12 ambachten’ werden in Boxtel gevestigd. Daar liepen opvallend veel mannen met baarden rond. De energiecrisis in 1973 vestigde de aandacht vooral op het onderwerp energie en de eerste serieuze isolatie-eisen werden geïntroduceerd en stap voor stap uitgebouwd.
Begin 80-er jaren, er woedde destijds ook een crisis, was duurzaamheid even uit beeld. Eind 80-er jaren kwam er als nieuwe prikkel een Nationaal Milieu Beleidsplan. De tweede duurzaamheidsgolf was geboren en naast energie ook op materiaal gericht. Er circuleerden lijstjes. Die waren nog vrijblijvend. Nog steeds werd milieu vereenzelvigd met geitenwollen sokken, sandalen, baarden en houthakkersjasjes. Al veranderde de attitude wel. Voor het eerst kreeg afvalscheiding aandacht. In de keuken, maar ook op de bouwplaats. Gemeengoed was het nog zeker niet en opnieuw liep zo tegen 2000 de milieu discussie vast.
Mc. Donnoughs’ en Braungart’s boekje ‘Cradle to Cradle’ was in 2002 al gepubliceerd. De doorbraak kwam echter in 2006 via een uitzending van VPRO’s ‘Tegenlicht’. In dat jaar had ook All Gore zijn ‘An inconveniant Truth’ gelanceerd. Er werd eigenlijk niets nieuws verteld, maar met deze high-lights nam het besef exponentieel toe.
We zijn nu bijna tien jaar verder en geconcludeerd moet worden dat de derde golf in zichzelf duurzaam lijkt te zijn. Dat moet ook want we hebben onmiskenbare problemen met opdrogende bronnen en toenemende welvaart. Het is mooi om alle drie de duurzaamheidsgolven te hebben meegemaakt. Drie maal is scheepsrecht. Het is nu in het maatschappelijk DNA van de maatschappij verankerd. Ik zie uit naar de radicale innovatie explosie die hierop gaat volgen en waaraan Slimbouwen voor ondernemers structuur kan bieden. Duurzaamheid kent inmiddels verdienmodellen en is daarmee een speelveld voor ondernemen geworden. De spelers dragen soms spijkerbroeken, maar soms ook pakken en lakschoenen. Het is nu van en voor iedereen.
Prof. Dr. Ir. Jos Lichtenberg, hoogleraar productontwikkeling aan de TU/e, consultant bij organisaties met een innovatieambitie, voorzitter van de stichting Slimbouwen.