Einde van Verklaring Arbeidsrelatie in 2016
De Verklaring Arbeidsrelatie (VAR), die duidelijkheid geeft over de vraag of u een opdrachtnemer fiscaal als werknemer moet behandelen, verdwijnt! ‘Dat hoor ik al een aantal jaren, denkt u misschien, ‘en tot op heden is er niets veranderd.’ Dat is waar. Maar nu is het einde van de VAR toch echt nabij. Welk alternatief heeft de overheid bedacht? En wat betekent dat voor u als u een zelfstandige opdrachtnemer wilt inschakelen?
Tekst: Mr. Frank Kerkhof RB
Alfa Accountants en Adviseurs te Bennekom
fkerkhof@alfa.nl
Begin 2015 was de Beschikking Geen Loonheffing (BGL) de beoogde opvolger van de VAR. De daadwerkelijke invoering stuitte op uitvoeringstechnische problemen bij de Belastingdienst. Vervolgens diende staatssecretaris Wiebes het Wetsvoorstel Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (DBA) in ter vervanging van de VAR. Op 2 juli 2015 nam de Tweede Kamer dit wetsvoorstel aan, waarna die wet op 1 januari 2016 zou moeten ingaan. Maar de Eerste Kamer had nog bezwaren. Om hieraan tegemoet te komen heeft de staatssecretaris op 16 november 2015 een gefaseerde invoering van de nieuwe wetgeving voorgesteld. De bedoeling is nu dat de nieuwe wet per 1 april 2016 ingaat. De Eerste Kamer beslist hier uiterlijk op 26 januari 2016 definitief over.
VAR
In de huidige situatie bent u als opdrachtgever gevrijwaard van eventuele naheffing van loonheffingen wanneer de opdrachtnemer een VAR Winst Uit Onderneming aan u kan overleggen. Voorwaarde hierbij is wél dat de feitelijke omstandigheden en werkzaamheden in overeenstemming zijn met de omschreven werkzaamheden in de VAR. Als achteraf blijkt dat geen sprake is van zelfstandig ondernemerschap, verhaalt de Belastingdienst de verschuldigde loonheffingen op de opdrachtnemer.
Gedeelde verantwoordelijkheid
Met de nieuwe Wet DBA wordt de opdrachtgever samen met de opdrachtnemer verantwoordelijk voor een correcte beoordeling van de aangegane arbeidsrelatie. Dit is zonder meer een ingrijpende verandering. In de praktijk is deze beoordeling immers sterk afhankelijk van de feiten en vaak ingewikkeld. Bij een onjuiste beoordeling kan de Belastingdienst u als opdrachtgever alsnog met terugwerkende kracht voor een periode van maximaal vijf jaar aansprakelijk stellen voor de verschuldigde loonheffingen. Of u vervolgens deze naheffingen op uw opdrachtnemer kunt verhalen hangt (onder meer) af van de afspraken die u met de opdrachtnemer heeft gemaakt.
Overeenkomsten
Om aan de praktijk toch vooraf duidelijkheid te verschaffen heeft de Belastingdienst wel een aantal voorbeeldovereenkomsten ontwikkeld die opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen gebruiken. Wanneer u deze modelovereenkomsten gebruikt, bent u die arbeidsrelatie geen loonheffingen verschuldigd. Voorwaarde hierbij is wél dat de opdrachtnemer ook feitelijk werkt onder de voorwaarden zoals deze in de overeenkomst zijn benoemd. U vindt deze modelovereenkomsten op de website van de Belastingdienst. Daar staan ook al enkele door werkgevers- en werknemersorganisaties opgestelde en door de Belastingdienst goedgekeurde voorbeeldovereenkomsten voor specifieke branche- en beroepsgroepen. Ook kunt u zelf, om zekerheid te krijgen over de fiscale status van de arbeidsrelatie met uw opdrachtnemer, ervoor kiezen uw eigen overeenkomst ter beoordeling aan de Belastingdienst voor te leggen.
Tenslotte
Tot 1 april 2016 blijven de afgegeven VAR-verklaringen over 2014 en 2015 geldig mits de arbeidsrelatie niet wijzigt. Na 1 april 2016 worden geen nieuwe verklaringen meer afgegeven en vervallen alle lopende. U heeft wel tot 1 januari 2017 de tijd om bestaande arbeidsrelaties samen met uw opdrachtnemers om te zetten in een modelovereenkomst of een eigen overeenkomst tot opdracht en deze te laten beoordelen door de Belastingdienst.