Eisen aan bijna energieneutraal bouwen gepubliceerd
Vanaf eind 2020 moeten alle nieuwe gebouwen in Nederland ‘bijna energieneutrale gebouwen’ (BENG) zijn. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een handreiking ontwikkeld die de bepaling van de BENG-indicatoren uit de EPC- berekening toelicht.
Met de handreiking kunt u de huidige EPC-berekening voor nieuwe gebouwen vertalen naar de komende BENG-eisen. In de brief aan de Tweede Kamer van 2 juli 2015 zijn de eisen aan bijna energieneutrale gebouwen gepubliceerd. De energieprestatie wordt uitgedrukt in drie BENG-indicatoren en deze vervangen de EPC als indicator. De drie eisen zijn:
• De maximale energiebehoefte in kWh per m2 gebruiksoppervlakte per jaar.
• Het maximale primair energiegebruik, eveneens in kWh per m2 gebruiksoppervlakte per jaar.
• Het minimale aandeel hernieuwbare energie in procenten.
In dezelfde brief aan de Tweede Kamer is aangekondigd dat de bepaling van de energieprestatie zal veranderen in het kader van de modernisering van de bouwregelgeving. Tot dit gereed is, kunnen de BENG-indicatoren bepaald worden uit de deelresultaten van de EPC-berekeningen volgens NEN 7120.
Eisen
Op basis van het DGMR onderzoek ‘Resultaten verkennende studie voor eisen aan bijna-energieneutrale gebouwen’ is een beeld ontstaan van het niveau van haalbare eisen die eind 2018 voor overheidsgebouwen gelden en eind 2020 voor andere gebouwen. De vastgestelde niveaus zijn voor de verschillende gebouwfuncties weergegeven in de tabel.
Gebouwfunctie
1. Energiebehoefte
kWh/m2.jr
2. Primair energiegebruik
kWh/m2.jr
3. Minimale aandeel hernieuwbare energie %
Woningen en woongebouwen
25
25
50
Utiliteitsgebouwen
50
25
50
Onderwijsgebouwen
50
60
50
Gezondheidszorggebouwen
65
120
50
Toelichting
1. Energiebehoefte. Voor het bepalen van de energiebehoefte wordt de energiebehoefte voor verwarming en koeling opgeteld. Bij utiliteitsgebouwen telt ook de energiebehoefte voor verlichting mee.
2. Primair energiegebruik. Het primair energiegebruik is een optelsom van het primair energiegebruik voor verwarming, koeling, warmtapwaterbereiding en ventilatoren. Voor utiliteitsgebouwen telt ook het primair energiegebruik voor verlichting en voor bevochtiging (indien aanwezig) mee.
3. Aandeel hernieuwbare energie. Het aandeel hernieuwbare energie wordt bepaald door de hoeveelheid hernieuwbare energie te delen door het totaal van hernieuwbare energie en primair energiegebruik.
Een overzicht van de eisen, de handreiking en ook een bijbehorende excel om een berekening van de BENG-indicatoren uit te kunnen voeren, vindt u op www.rvo.nl/BENG.