Gebruiksgedrag van grote invloed op brandveiligheid
Gebruikers van gebouwen zijn vaak slecht op de hoogte van de brandveiligheidsaspecten. Brandscheidingen worden doorboord of zelfs deels verwijderd, vluchtroutes worden benut voor opslag en er is achterstallig onderhoud: het zijn maar enkele voorbeelden die brandveiligheidsvoorzieningen teniet kunnen doen.
‘De kwaliteit in de bouw is prima, maar 80% van de brandschade is het gevolg van vermijdbaar gedrag’, aldus Charles Meijer, voorzitter van de Vakgroep brandveilig leven van Brandweer Nederland.
Tekst: ing. Frank de Groot
Gebruikers van gebouwen zijn vaak slecht op de hoogte van de brandveiligheidsaspecten. Zo wordt hier een vluchtroute geblokkeerd.
‘Zodra een gebouweigenaar de omgevingsvergunning voor een gebouw in handen heeft, denkt hij vaak: nu kan mij niets meer gebeuren. De werkelijkheid is helaas anders’, waarschuwt Meijer tijdens het Nationaal Brandveiligheidsevenement 2015 in Utrecht.
‘De eigenaar weet niet dat zijn gebouw weliswaar voldoet aan het Bouwbesluit, maar desondanks tot de grond toe af kan branden. Het enige doel van het Bouwbesluit is namelijk om de mensen veilig buiten te krijgen en schade bij de buren te voorkomen.’
Frustratie
Meijer kan zich de frustratie van gebouweigenaren dan ook wel voorstellen, als de brandweer uit veiligheidsoverwegingen besluit een gebouw tijdens de brand niet te betreden als blijkt dat iedereen veilig buiten staat,
‘Een winkelier kan in woede uitbarsten dan zijn kostbare zaak verloren gaat. Waarom doen jullie niets? Wij moeten dan vertellen dat het pand is gebouwd volgens een afbrandscenario. ‘Waarom weet ik daar niets van’, is dan de reactie van de gebouweigenaar.’
Investeren
Er heerst op dit punt veel onwetendheid. Je moet als gebouweigenaar zelf investeren in brandveiligheid. Ik pleit ervoor dat brandweer en gemeenten gebouweigenaren en huurders daar op wijzen.
Dat kan bijvoorbeeld bij winkelcentra, evenementenhallen, sporthallen en andere openbare plaatsen waar veel mensen samenkomen van groot belang zijn. Want door imagoschade kunnen bezoekers wegblijven en gaat weer ten koste van de leefbaarheid van een wijk.’
Brandgedrag
Volgens Meijer moet een gebouweigenaar goed op de hoogte zijn van de brandeigenschappen van een pand:
- Welke materialen zijn er gebruikt en is er gekozen voor alternatieve oplossingen in het kader van gelijkwaardigheid?
- Heeft de aannemer niet bezuinigd op materialen tijdens de bouw?
- Hoe moet ik het gebouw brandveilig gebruiken?
Maar ook een huurder of nieuwe gebruiker kan voor verrassingen komen te staan:
- Wat is er in de afgelopen jaren allemaal verbouwd aan een gebouw en is daarbij de brandveiligheid in acht genomen?
- Wat kom ik tegen boven de plafonds en onder de vloeren?
Een ander veiligheidsprobleem ontstaat bij het volledig strippen van gebouwen: ‘Daarbij worden ook brandveiligheidsvoorzieningen verwijderd. Wat komt daarvoor in de plaats? Zijn dat gelijkwaardige oplossingen?’
Vermijdbaar gedrag vaak oorzaak
Het is volgens de brandweersdeskundige dan ook niet verwonderlijk dat 80% van de branden ontstaat door vermijdbaar gedrag.
‘Vluchtdeuren zijn gebarricadeerd tegen ongewenst bezoek. Er zijn gaten gemaakt in brandwerende wanden voor leidingdoorvoeren, zonder deze daarna brandwerend af te werken. Soms worden brandscheidingen zelfs weggebroken. Of men gebruikt een deel van een vluchtroute uit onwetendheid voor opslag van materialen.’
‘En verder: hoe ga je om met de brandveiligheid van een gebouw waar bedlegerige mensen in verblijven? Kun je dan nog wel verantwoord bouwen volgens het afbrandscenario?’
Omgevingsschade
Gebouwschade en bedrijfstilstand kunnen een gebouweigenaar in grote financiële problemen brengen. Sinds 1 januari 2014 is namelijk het vernieuwde Brandregres van kracht.
Meijer: ‘Kort gezegd houdt dit in dat in de zakelijke markt brandverzekeraars een uitgekeerde brandschade volledig op de veroorzaker kunnen verhalen. Dus mocht de brand schade veroorzaken aan derden, dan kan er sprake zijn van miljoenenclaims. Tel daarbij op dat een bedrijf lange tijd stilligt na een brand en dan is de trieste constatering dat veel bedrijven een brand niet overleven.’
Verhalen
De mogelijkheid dat er asbest zit in een gebouw, dat kan vrijkomen bij een brand, is ook een potentieel gevaar. ‘Door een grote brand in 2014 in een winteropslag van jachten in Roermond kwamen er asbestdeeltjes in het winkelcentrum terecht, waardoor de winkels dagen gesloten zijn geweest. Die kosten kunnen worden verhaald op de gebouweigenaar.’
‘Een ander voorbeeld is de brand bij de verkeersleiding van ProRail in 2010, waardoor het treinverkeer bij Utrecht meer dan 24 uur gestremd was. Ook dat leverde veel schade op. Gebouweigenaren staan vaak niet stil bij gevolgschades’, constateert Meijer.
Databestanden
Brand in een gemeentehuis, zoals in Hilvarenbeek op 10 april 2015, kan eveneens tot grote gevolgschade leiden: ‘Maar dat hoeft niet altijd de zichtbare gebouwschade of omgevingsschade te zijn.’
‘De brand in Hilvarenbeek was gelukkig snel onder controle, maar stel dat alle databestanden verloren waren gegaan. Krijgen mensen dan hun uitkering op tijd? Kunnen paspoorten en rijbewijzen nog wel tijdig worden verstrekt, enzovoort.’
‘En wat te denken van scholen of zorgcomplexen die door brand worden verwoest. Waar laat je de leerlingen cq. zorgbehoevenden? En uiteindelijk mag de burgemeester, met in zijn kielzog de brandweer, opdraven om uit te leggen waarom het allemaal toch zo mis ging. Het adagium dat een gebouw mag afbranden als de mensen maar op tijd veilig buiten staan en de buren er verder geen last van hebben, gaat dus niet altijd op.’
Charles Meijer: ‘We moeten de keten bij private kwaliteitsborging doortrekken naar het gebruik.’
Gebouwdossier
Ook de brandweer worstelt met de onduidelijkheid rond materiaalgebruik en inrichting van gebouwen. ‘Wij willen weten wat zich achter de voordeur bevindt. Bij twijfel gaan we bij brand niet naar binnen.’
‘Wat dat betreft juichen we de komst van private kwaliteitsborging met een gebouwdossier bij oplevering toe. Hierin zijn alle gebouweigenschappen vastgelegd. Belangrijk is wel dat het gebouwdossier ook tijdens het gebruik actueel blijft. Op basis van het digitale gebouwdossier kan de brandweer snel inzicht krijgen in de gebouweigenschappen en de inzet daarop afstemmen.’
‘We moeten de keten bij private kwaliteitsborging dus doortrekken naar het gebruik. Dat is niet alleen noodzakelijk voor de gebouweigenaar, maar ook voor de gebruikers, bezoekers, passanten, omgeving en zelfs maatschappij’, aldus Meijer.