Meest circulaire en energieleverende kantoorgebouw
Het gebouw van netwerkbedrijf Alliander in Duiven was de eerste energiepositieve bouwplaats van Nederland en is tot nu toe het meest circulaire en energiepositieve kantoorgebouw in Nederland. Clemens Cornielje, Commissaris van de Koning in Gelderland heeft de geheel gerenoveerde locatie van Alliander in Duiven op 12 november 2015 geopend. BouwTotaal heeft precies een jaar geleden al aandacht aan dit uitzonderlijk gebouw geschonken.
Tekst: ing. Frank de Groot. Foto’s: Thomas Heye
De oude situatie in 2013.
Het gebouw is tevens het eerste gebouw in Nederland dat na een renovatie het allerhoogste BREEAM-duurzaamheidscertificaat gaat behalen: Outstanding.
‘Klimaatkas’
Het opgeleverde gebouwencomplex van netwerkbedrijf Alliander in Duiven (bij Arnhem) betreft de herontwikkeling van vijf bestaande gebouwen die samen met een nieuw pand zijn overkapt door een ‘klimaatkas’ met een zwevend dak.
Het project zorgt op innovatieve en duurzame wijze voor herhuisvesting van 1.550 medewerkers op bedrijventerrein Nieuwgraaf. Het huidige Bellevue-kantoor in Arnhem met de directie van de holding blijft het hoofdkantoor van Alliander. Duiven is de hoofdvestiging voor Oost-Nederland.
Het gebouwencomplex wekt meer energie op dan dat het gebruikt en kan het productieoverschot aan de omgeving leveren. Bij de bouw van het complex is minimaal 80% van de grondstoffen circulair.
Bijzondere aanbesteding
Het is voor het eerst dat Alliander een bouwproject niet op basis van het traditionele programma van eisen en een bestek heeft aanbesteed, maar op ambities. De onderneming formuleerde slechts vier ‘ambities’ waaraan het gebouwencomplex na de renovatie moet voldoen:
- Gebouwen moeten het tijd- en plaatsonafhankelijke ‘nieuwe werken’ mogelijk maken.
- Maximaal circulair gebouw en zo min mogelijk uitstoot van CO2.
- Energiepositief complex.
- Gebouw moet de relatie met omliggende gebied versterken, zowel met de landschappelijke omgeving als met de andere bedrijven op het terrein.
Alleen ‘consortia’ konden intekenen op het ambitielijstje van Liander. Uiteindelijk koos de netwerkbeheerder voor het consortium van RAU Architecten en VolkerWessels Vastgoed.
Het projectteam bestond daarnaast uit:
- Fokkema & Partners (interieur);
- bouwonderneming Boele & Van Eesteren;
- Innax (installaties);
- Kuiper Compagnons (landschap);
- Van Rossum Raadgevende Ingenieurs (constructie);
- Turntoo (systeem innovatie).
‘Een historische mijlpaal in de vastgoedwereld’, noemt architect Thomas Rau het bedrijfsgebouw in Duiven. ‘Normaal geef je als architect altijd het beste antwoord op een vraag. Het probleem is dat vaak de verkeerde vraag wordt gesteld. Het gaat dan over fte’s en hoeveel vierkante meters er nodig zijn. Dat is niet de essentie van architectuur, en dus krijg je verkeerde antwoorden.
Vraag formuleren
Maar in dit project heeft Alliander ons geen vraag gesteld; we werden uitgenodigd om samen met een team van experts de vraag te formuleren voor een maatschappelijke opgave: hoe geef je nieuwe identiteit aan ‘kansloos’ vastgoed? In die omkering schuilt de revolutie.’
Het gekozen consortium is ook verantwoordelijk voor de exploitatie en het onderhoud voor de komende vijftien jaar. ‘Een aanpak die ik vooraf voor onmogelijk had gehouden. Dat is de grote les die dit project mij heeft geleerd: zeg nooit dat iets niet kan’, aldus Ton Bernts, manager Facilities bij Alliander.
Circulair
Bij de herontwikkeling van het gebouwencomplex van netbeheerder Liander is bijna alles hergebruikt: oude wc-potten, deuren, sloophout en granulaat. ‘Waarom wc’s die nog geen vijf jaar oud zijn weggooien en vervangen door nieuwe van Villeroy & Boch? Dat is milieubelastend en zonde van het geld’, aldus een greep uit het gedachtengoed rond dit project.
‘Gebruik wat kan worden hergebruikt’, was dan ook de opdracht van Liander. Het gebouw is daardoor ook één van de meest ambitieuze herontwikkelingsprojecten van deze tijd.
Energielevering
De bouwcombinatie liet 86% van de 30 jaar oude, gedateerde losse gebouwen staan. Ook levert het nieuwe complex energie en is minstens 80% van het gebruikte materiaal circulair:
- hout (afvalhout, verzameld door ex-verslaafden en anderen met een afstand tot de arbeidsmarkt);
- beton (100% granulaat voor onder meer de fundering);
- bitumen dakbedekking (afkomstig van het oude dak);
- staal (1 miljoen kilo);
- vloeren;
- deuren;
- plafonds;
- wanden.
Het nieuwe gebouwencomplex is tevens het eerste herontwikkelde gebouw dat energie opwekt. Ook zijn er prestatieafspraken over het comfort en de temperatuur in het gebouw. Volgens architect Thomas Rau is dit project ‘een primeur in de bouwgeschiedenis’: ‘Het bedrijf vraagt geen product, maar een proces.’
De 2.000 m2 binnengevels zijn bekleed met afvalhout, gevonden bij de naastgelegen afvalcentrale. Mensen met afstand tot de arbeidsmarkt hebben het hout verzameld en gesorteerd.
Minstens 80% van het gebruikte materiaal is circulair, zoals het beton (100% granulaat voor onder meer de fundering).
Zwevend dak verbindt gebouwdelen
De vijf bestaande grijze, stenen panden, die met hun witgele kozijnen degelijk maar gedateerd oogden, zijn samen met het nieuwe pand aan elkaar verbonden met een ‘icoon-achtig dak’, zoals architect Thomas Rau het verwoordt.
Het ‘zwevende’ dak steunt op slanke kolommen. Eén van de vijf panden staat volledig in het atrium. De gevels van dit volume zijn volledig met groene, luchtzuiverende planten bekleed. Samen met bomen en planten in het atrium zorgen ze voor een aangenaam klimaat in het atrium.
Hout van verbrandingsinstallatie
De gedateerde buitengevels van de vier overige kantoorunits plus magazijn zijn gestript. Vervolgens zijn de gevels die binnen het atrium liggen, voorzien van hergebruikte PEFC-gecertificeerde houten gevelbekleding. Dat hout is verzameld door mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt bij de naburige huisvuilverbrandingsinstallatie.
Binnen het atrium zijn de volumes door loopbruggen met elkaar verbonden. Voor het complete dak was meer dan 1.000 ton staal nodig. Door de renovatie neemt de beschikbare werkruimte toe van 15.000 m2 naar bijna 26.000 m2.
Op de daken boven de parkeerplaatsen en op gebouw Transport liggen circa 6.000 zonnepanelen die 1,5 miljoen kWh stroom opwekken.
Energieleverend gebouw
Het kantoor maakt gebruik van warmte/koudeopslag (WKO). Overtollige warmte uit de kantoorunits wordt niet alleen via die WKO efficiënt benut, maar via ventilatieroosters ook in het glazen atrium geblazen.
Dat atrium draagt op zijn eigen manier een steentje bij aan de energiezuinigheid. Het golvende dak van zo’n 6.500 m2 oppervlakte zorgt er ten eerste voor dat er luchtstromen ontstaan, die helpen de warme lucht te krijgen op de plek waar je het wilt.
‘Bellen’ van doorzichtig folie
In het dak zitten enorme ‘bellen’ van doorzichtig folie. De bellen hebben een diameter van 6 tot 22 meter en bevatten kamers met lucht ertussen. Verder wordt het stoken en verlichten van het gebouw aangepast aan de hoeveelheid mensen die daadwerkelijk binnen zijn. De energiezuinigheid is verder strak doorgevoerd, tot zelfs energiezuinige computers en koffiezetapparaten.
In totaal stak Alliander zo’n € 35 tot 40 miljoen in de renovatie, waarvan zo’n € 26 miljoen in de bouwsom en circa € 10 miljoen in installaties en speciale voorzieningen. Volgens Liander wijkt dat bedrag niet eens af van ‘traditionele huisvesting voor 1.550 mensen’. Maar dan wel met een veel lagere energierekening.
De parels van Duiven
Het gebouw van Alliander in Duiven zit vol met grote en kleine innovaties. Een greep uit de vernieuwingen:
Circulair
In dit gebouw wordt meer energie opgewekt dan nodig is. Verder is 80% van al het materiaal (zoals gebouwen, plafondplaten, wasbakken en toiletpotten) hergebruikt. Oude werkkleding is verwerkt tot isolatiemateriaal.
Houten gevels
De 2.000 m2 binnengevels zijn bekleed met afvalhout, gevonden bij de naastgelegen afvalcentrale. Mensen met afstand tot de arbeidsmarkt hebben het hout verzameld en gesorteerd. Het hout is demontabel bevestigd, zodat het hergebruikt kan worden.
Restaurant
Je hebt er uit gedronken en nu kun je er op zitten. De stoelen in dit restaurant zijn gemaakt van gerecyclede PET-flessen. Het plafond van dit restaurant is gemaakt van afvalhout.
Warmte/koudeopslag
In de winter wordt warmte die ‘s zomers is opgeslagen opgepompt om het gebouw te verwarmen. In de zomer gaat het precies andersom. Dan wordt het grondwater uit de koude bronnen opgepompt om het gebouw te koelen. Met deze techniek bespaart het gebouw 95% op koeling en 60% op verwarming.
Klimaat
Het slimme BaOpt luchtventilatiesysteem zorgt voor een optimale mix van toegevoerde lucht en aanwezige lucht, terwijl je – anders dan bij een airco – geen last hebt van luchtstromen. Deze geavanceerde techniek verlaagt ook nog eens het energiegebruik, met ruim 25%.
Isolatie
Tonnen aan afgeschreven Liander- en Liandon-werkkleding is verwerkt tot spouwmuurisolatie in gebouw Verbinding.
Groene gevels
In de groene gevels in het Atrium groeien 20.800 plantjes, die de lucht in de binnenruimte zuiveren. Ze worden bevochtigd met hemelwater.
Dak
Het golvende dak van 6.500 m2 heeft 20 lichtkoepels, waarvan de grootste een doorsnede heeft van wel 22 meter. Ze voorzien het gebouw van warmte en daglicht. De grote luifel zorgt ervoor dat het op zonnige dagen niet té warm wordt.
Laadpalen
Er zijn 32 laadpunten voor elektrische auto’s en 50 oplaadpunten voor elektrische fietsen en scooters op het terrein. Natuurlijk zijn er ook parkeerplaatsen voor gewone auto’s. Maar minder dan voorheen.
Zonnepanelen
Op de daken boven de parkeerplaatsen en op gebouw Transport liggen circa 6.000 zonnepanelen die 1,5 miljoen kWh stroom opwekken. Genoeg om 430 huishoudens een jaar van stroom te voorzien.
Buitengevel
Door het 6 uur lang te koken in water van 150 tot 200 graden, te drogen en vervolgens te bakken heeft het vurenhout in de buitengevel de eigenschappen van hardhout gekregen. Door dit proces blijft het jarenlang onderhoudsvrij, zonder gebruik van verf of lak.
Hemelwater
Hemelwater wordt opgevangen en opgeslagen in een bassin. Vandaar wordt het gebruikt voor het bevochtigen van de groene gevel in het Atrium en het doorspoelen van de toiletten.
Afvalscheiding
85% van het materiaal dat uit het pand gehaald werd, is zorgvuldig gesorteerd per afvalstroom. Wat niet meteen kon worden hergebruikt, zoals het metaal en het glas, is in dertien verschillende afvalstromen verwerkt door de industrie. De bitumineuze dakbedekking is teruggebracht naar de fabriek, verwerkt tot nieuwe dakbedekking en vervolgens weer toegepast op de daken.
Energiepositief
Duiven is een energiepositieve locatie. Dat betekent dat hier meer energie wordt opgewekt dan verbruikt. Dat is bereikt door:
- Energie te besparen; door een licht doorlatend dak, collega’s bewust te maken van het energieverbruik en een vernieuwend klimaatsysteem (BaOpt).
- Energie duurzaam op te wekken: door kleine windturbines, zonnepanelen en hoogwaardige isolatie.
- Efficiënt gebruik te maken van fossiele brandstoffen: via warmte/koudeopslag.
Power over Ethernet
Het Power-over-Ethernet systeem van Philips combineert LED-verlichting en databekabeling. Elke smartphone registreert met een speciale app de unieke code van het armatuur in de buurt en geeft dat door.
Zo weet de gebouwbeheerder waar veel of weinig mensen zijn. Op basis van deze gegevens kan besloten worden om een gebouwdeel af te sluiten. Dat scheelt weer in het energieverbruik voor verlichting en verwarming, en in schoonmaakkosten.
Transformator
De transformator in Duiven zet spanning om naar 230V. De warmte die bij het transformatieproces vrijkomt, wordt terug gewonnen en nuttig hergebruikt. Daarnaast reviseert en test het specialistenteam door het specialistenteam transformatoren in de trafohal.
Windturbine
Op het buitenterrein komen twee windturbines die 18.000 kWh per jaar opwekken.
Relatie met het gebied
Er is een Groene Alliantie (een intentieovereenkomst) gesloten met de bedrijven rondom Duiven om het gehele bedrijventerrein te verduurzamen. Zo zijn buurbedrijven actief benaderd voor het plaatsen van zonnepanelen op hun daken. En deelt de bedrijven elkaars parkeerterreinen.
Het terrein rond het 25.000 m2 grote gebouw is duurzaam ingericht. Er is een wandeltuin met een boomgaard met regionale fruitrassen en hoogstamappelbomen. Dé blikvanger is de watertuin (rondom de vlonder) waar medewerkers met laptops kunnen werken.