Toeleverancier als co-maker

Artikel delen

‘Wij denken in co-makership: samen met de klant komen we tot oplossingen.’ Dat zegt Han den Hartog, marketing manager Noordwest Europa bij Xella Nederland BV. Daarmee speelt de onderneming in op de toegenomen aandacht voor conceptdenken en de wens bij bedrijven om toegevoegde waarde door de toeleverancier. 
 

 

‘We merken dat architecten steeds meer tijd willen vrijmaken om projectonafhankelijk het gesprek met ons aan te gaan over probleemoplossingen’, zegt Den Hartog. ‘Door de crisis hebben de architectenbureaus zware klappen gehad en moeten ze met veel minder mensen het werk doen. Dan is een kennispartner een welkome gast.’

Hij vervolgt: ‘Zo adviseren wij over luchtdicht bouwen en het voorkomen van lijnvormige koudebruggen. Psi-waarden zijn onderdeel van de EPC-berekening en we merken dat er op dat gebied te weinig kennis is. Met onze kennis leveren we toegevoegde waarde en kunnen we klanten ontzorgen. Dat is tegenwoordig een voorwaarde om als toeleverancier toekomstbestendig te zijn.’

Private kwaliteitsborging

Met de komst van de private kwaliteitsborging in 2017 – waarbij gecertificeerde marktpartijen de toetsing van nieuwe woningen en seriematige verbouw aan de bouwregelgeving van de gemeenten gaan overnemen – wordt de aansprakelijkheid voor verborgen gebreken nadrukkelijker bij de aannemer gelegd. Daar kun je straks ook een verzekerde garantie op afsluiten. 

‘Kwaliteitsborging wordt dus steeds belangrijker. Ketensamenwerking is daardoor geen mode-woord meer, maar pure noodzaak om de kwaliteit goed te kunnen borgen.’

TALK

De Europese Richtlijn 2010/31/EU ‘Energy Performance of Buildings’ stelt dat per 31 december 2020 alle nieuwe gebouwen, dus ook nieuwe woningen, (bijna) energieneutraal moeten zijn. Energieneutraal ontwerpen en energieneutraal bouwen is echter tegenwoordig al mogelijk. 

Het gaat zelfs nog verder: er worden al tientallen ‘nul-op-de-meter’-woningen opgeleverd die gegarandeerd geen energiekosten opleveren voor de bewoners. Xella anticipeert op deze regelgeving met het concept ‘TALK’. Deze letters staan voor Thermisch isolerend, Accumulerend, Luchtdicht en Koudebrugvrij. 

Den Hartog legt uit op welke wijze deze vier eigenschappen in een totaalconcept zijn geïntegreerd. ‘Xella beschikt over oplossingen voor het realiseren van een luchtdicht en accumulerend woningcasco dat voldoet aan elke gewenste Rc-waarde tussen 4,5 en 10,0 m2K/W. Maar de ontwerper moet natuurlijk wel kennis hebben van die oplossingen.’

‘Vandaar dat wij veel belang hechten aan een goed advies aan de ontwerpers. We denken hierbij in concepten, die een antwoord zijn op de hedendaagse vraag naar gezonde en energieneutrale woningen.’
 

Han den Hartog, marketing manager Noordwest Europa bij Xella Nederland BV: ‘Ketensamenwerking is geen mode-woord meer, maar pure noodzaak om de kwaliteit goed te kunnen borgen.’

 

Thermisch isolerend

‘Energieneutraal bouwen begint bij goed isoleren, zodat er zo min mogelijk energie nodig is om een gebouw te koelen of te verwarmen. Wij bieden diverse cascoconcepten aan met een Rc-waarde van minimaal 5,0 m2K/W’, legt Den Hartog uit. 

Hij noemt als eerste voorbeeld de traditionele oplossing met een binnenspouwblad van cellenbeton of kalkzandsteen, spouwmuurisolatie met minerale wol of hardschuim en een bakstenen buitenspouwblad. Ook kan de buitenafwerking bestaan uit isolatie, houten regelwerk en plaatmateriaal of een buitengevelisolatiesysteem. 

Er zijn ook minder traditionele oplossingen, zoals een buitengevel van cellenbeton, al dan niet afgewerkt. ‘Ook kun je kiezen voor Multipor buitengevelisolatie met een dikte van 60 tot 300 mm. Dit is een onbrandbare cellenbeton isolatieplaat met een lambda-waarde van 0,045 W/mK.’

‘Je kunt zelfs kiezen voor massieve energiezuinige cellenbetonblokken, die afgewerkt worden met pleisterwerk of steenstrips. Deze blokken hebben een lambda-waarde van 0,08 W/mK. De blokken zijn verkrijgbaar in dikte tot 500 mm. Dan praat je over Rc-waarden tot 6,25 m2K/W’, stelt Den Hartog.

Accumulerend en luchtdicht

‘Kalkzandsteen en cellenbeton zijn accumulerende materialen die warmte en koude langzaam opnemen en weer afgeven, waardoor er minder energie nodig is voor verwarmen en koelen. Bovendien ontstaat zo een prettiger binnenklimaat’, vertelt Den Hartog.

Een energieneutraal ontwerp vraagt verder een gebouwschil die zo goed mogelijk ‘dicht’ is. Elke kier betekent dat warmte kan weglekken of kou kan binnenkomen en dat er dus extra energie nodig is om het in een woning comfortabel te houden. Vandaar dat bijvoorbeeld Passiefhuizen of energieneutrale woningen bij oplevering worden onderworpen aan een ‘blower-doortest’ om luchtlekken op te sporen. 

‘Hoeveel lucht kan weglekken of binnenkomen, hangt vooral af van de luchtdichtheid van bouwknopen, aansluitingen en doorvoeren. Dus dan praten we over details waar bijvoorbeeld wanden op elkaar aansluiten of een raam in de gevel zit. Maak daarom bouwdetails niet nodeloos ingewikkeld; dan is de kans op luchtlekken het kleinst’, aldus de marketing manager. 

Luchtlekken

Hij wijst daarbij ook op het voordeel van bouwen met grote elementen: ‘Hoe minder voegen je hebt, hoe kleiner de kans op luchtlekken. Metselwerk bestaat voor een flink deel uit brede cementvoegen waarbij de kans op onvolledig gevulde voegen en daarmee luchtlekken relatief groot is.’

‘Diezelfde voegen maken metselwerk onregelmatiger van opbouw. Wie naderhand isolerende materialen wil aanbrengen, loopt grote kans op niet volledig aansluitende isolatielagen en daarmee warmteverlies.’

‘Het lijmen van massieve bouwproducten zorgt voor volledig gevulde, luchtdichte, nauwelijks zichtbare lint- en stootvoegen. Een gelijmde wand is daardoor vlak en glad. Aanvullend isolatiemateriaal kan gemakkelijk naadloos worden aangebracht. Ook de aansluiting van kozijnen gaat gemakkelijker, waardoor de kierdichting eenvoudig en de kans op luchtlekken minimaal is.’
 

 

 

Koudebruggen

Niet alleen warmteverliezen voor luchtlekken zijn nadelig voor de energieprestatie, maar ook koudebruggen. Elke onderbreking van de isolatie van de gebouwschil kan leiden tot een koudebrug. De meeste koudebruggen vinden hun oorsprong in slecht uitgevoerde of ontbrekende isolatie. Een niet luchtdichte aansluiting kan de situatie verergeren. 

Wanneer een luchtstroom van buiten naar binnen ontstaat, daalt de temperatuur van het binnenoppervlak rond de kier of naad. Gevolg: kou kan naar binnen slaan en daar condensatie en zelfs schimmel veroorzaken. Daardoor daalt niet alleen het comfortniveau voor bewoners van een woning.

Psi-waarden

Den Hartog noemt met name de zogenoemde ‘psi-waarden’. ‘Psi-waarden zijn energieverliezen door lineaire koudebruggen. Ofwel: het warmteverlies per strekkende meter via een bepaald bouwdetail. In de berekening van de EPC wordt standaard gebruikgemaakt van forfaitaire waarden om dat energieverlies te verdisconteren. Forfaitaire waarden zijn volgens een vastgestelde norm bepaalde warmteverliesposten.’

‘In het algemeen valt de EPC met deze generieke waarden zo’n 10% lager uit. Daarmee kan de doelstelling ‘energieneutraal’ zomaar uit beeld raken. Berekende psi-waarden voorkomen dit. Xella beschikt over deze berekende psi-waarden voor een groot aantal bouwdetails. Dan kom je dus 10% hoger uit in de EPC-berekening.’

Casco-concepten

We komen weer terug bij het conceptdenken. Den Hartog toont foto’s van een woningbouwproject in Angola: het land met een snel groeiende economie in Afrika. Hier verrijzen maar liefst 30.000 woningen met een casco van verdiepingshoge cellenbeton elementen: het Ytong CascoSysteem. 

Den Hartog: ‘De woning komt daar als bouwpakket aan. De onderdelen van een woning bestaan uit cascopanelen, lateien, vloerplaten, dakplaten, separatiepanelen en blokken. Alle elementen zijn met een kleur gecodeerd en worden op juiste volgorde gelost.’

Het systeem is volgens Den Hartog ook geschikt voor bijvoorbeeld studentenwoningen, vakantiewoningen of bij renovatieprojecten. In het laatste geval zorgt het geringe gewicht van de cellenbeton elementen ervoor dat de fundering meestal niet aangepast hoeft te worden. ‘We hebben inmiddels samen met aan aannemer een proefproject in Noord-Holland succesvol afgerond.’
 

 

In Angola verrijzen maar liefst 30.000 woningen met een casco van verdiepingshoge cellenbeton elementen: het Ytong CascoSysteem.

 

BIM

‘Silka elementen, stenen en blokken, Ytong separatiepanelen, Ytong blokken en lateien en de Multipor minerale isolatieplaat van Xella Nederland zijn geschikt voor BIM, het Bouw Informatie Model’, zegt Den Hartog. ‘Dat betekent dat we ze voor de klant kunnen integreren in virtuele gebouwen – in woningbouw en utiliteitsbouw – die het projectteam via BIM opzet.’

Volgens Den Hartog investeert Xella Nederland al geruime tijd in de ontwikkeling van BIM: ‘Wij zijn BIM-partner voor diverse bouwbedrijven. Wij maken hierbij gebruik van het IFC-uitwisselformaat; dit model biedt de mogelijkheid om de volledige geometrische beschrijving in 3D vast te leggen. Ook de materiaalbeschrijvingen, bouwfysische eigenschappen, afwerking en specificaties kunnen eventueel vastgelegd worden.’

‘Het grote voordeel: exacte informatie-uitwisseling. Wij kunnen daardoor bijvoorbeeld aangegeven welke positie van de kozijnen tot het minste zaagwerk voor de elementen leidt. Het is vaak een kwestie van een paar centimeter opschuiven, maar dat scheelt dan wel flink in de zaagkosten. Of we constateren bij de clash-controle dat er te veel leidingdoorvoeren bij elkaar komen in een element. Gebruik van BIM leidt daarom tot verlaging van de faal- en bouwkosten. Dat is zinvoller dan oeverloos discussiëren over een 0,5% korting.’