Als isoleren alleen energiebesparend was…

Artikel delen

In een naoorlogse wijk wordt op grote schaal isolatie van oude woningen gestimuleerd. Er worden tegen lage kosten adviseurs de wijk in gestuurd om de bewoners voor te lichten over het nut van isoleren. Er worden aanvullend voorlichtingsavonden gehouden en de bewoners zijn vrij snel overtuigd. Isoleren is energie besparen: dus doen! Meerdere bewoners komen er na enige tijd achter dat het verhaal mogelijk niet helemaal compleet is geweest.

Tekst: ing. S. den Ouden
Bureau voor Bouwpathologie BB te Montfoort,
www.bouwpathologie.nl

 

Eén van de nieuwe ventilatiekokers in de achtergevel.

 

Probleem

De bewoners wordt gratis advies verstrekt over de juiste isolatie-aanpak voor hun specifieke woning. Isoleren van oudere woningen leidt tot besparing van energie. Dat resulteert in een lagere energierekening, waardoor de investering in isolatie zich in de toekomst ruim zal terugverdienen. Een mooie bijkomstigheid is volgens de adviseur dat een geïsoleerde woning in de koudere maanden een warmere en dus een comfortabelere woning is. Ook op de voorlichtingsavonden wordt dit herhaald.
Een grote energiemaatschappij laat door één van zijn dochterondernemingen het na-isoleren in een sneltreinvaart uitvoeren en de aannemer vertrekt uit de wijk. Enkele bewoners ontdekken echter na enige tijd dat er door na-isoleren meer verandert dan alleen warmere voeten en een lagere energierekening.
In de kruipruimtes van de woningen hangt het water aan de isolatie en is de bodem nat, in de woning vallen de contactlenzen van de bewoners uit en heeft men hinder van branderige ogen en hoofdpijn. De vloer voelt op sommige plaatsen kouder dan op andere plaatsen en ter plaatse van de gevelkozijnen lijkt het wel kouder geworden.
 

Oude en nieuwe ventilatiekokers in de voorgevel.

Eenzijdige voorlichting

In een vraaggesprek met de betreffende bewoners blijkt dat van de voorlichting omtrent de isolatie van de woning slechts is blijven hangen dat isoleren energie en kosten zal besparen en een veel comfortabeler woning moet opleveren. Volgens de bewoners is er in het geheel geen bouwtechnische voorlichting gegeven over de mogelijke extra consequenties van het isoleren of mogelijke nadelige neveneffecten. Door de bewoners zijn telefoontjes gepleegd en brieven geschreven over de klachten en vragen naar zowel de aannemer als de energieleverancier. Hierop is stelselmatig het antwoord gegeven dat de problemen die zijn ervaren niet het gevolg kunnen zijn van de isolerende maatregelen aan de begane grondvloer. De bewoners geven aan de klachten nooit eerder te hebben ervaren, sinds het uitvoeren van de isolatie van de begane grondvloer met PUR-schuim.
 

Diktemetingen geven grote verschillen aan.

Onderzoek

De te onderzoeken woningen betreffen enkele tussenwoningen met één bouwlaag en een zolderverdieping. Alleen de begane grondvloer is (na)geïsoleerd, omdat de gevels een te kleine spouw bleken te hebben om te kunnen worden geïsoleerd. In de gevels zijn extra (renovatie)ventilatiekokers aangebracht voor kruipruimteventilatie. De bestaande ventilatievoorzieningen zijn nog zichtbaar. In de voorgevel blijken er drie nieuwe kokers dicht naast elkaar te zijn aangebracht en in de achtergevel één in het midden.
Meting van de luchtvochtigheid in de woning levert op dat moment gemiddeld een RV van 25% op bij een temperatuur van 19,8 graden Celsius. Tijdens het onderzoek in de kruipruimte is zichtbaar dat de isolatielaag tegen de onderzijde van de vloer een zeer onregelmatig oppervlak heeft. Wanneer plaatselijk de dikte wordt gemeten dan blijkt deze te variëren van 8 tot 20 centimeter. Monstername van het schuim levert goed uitgeharde PUR-schuim op, waarin door de lichte structuurverschillen zichtbaar is dat de laag is opgebouwd uit minimaal een drietal dunnere laagjes.
Ter plaatse van de funderingen is zichtbaar dat per woning een funderingsbalk niet is voorzien van PUR-schuim. Dit is ter hoogte van de leiding. De bewoners geven desgevraagd aan dat dit op verzoek is gebeurd in verband met de bereikbaarheid hiervan in geval van onderhoud.
Ter plaatse van de voor- en de achtergevel is zichtbaar dat de extra aangebrachte ventilatiekokers na het isoleren zijn aangebracht, zichtbaar aan de uitgebroken ventilatie. De bestaande ventilatiekokers zijn in de kruipruimte vrijwel allemaal niet meer zichtbaar en of vrijwel geheel dicht door isolatiemateriaal.
Aan de onderzijde van de isolatie hangen druppels water en de bodem van de kruipruimte is aardvochtig. Tijdens het onderzoek worden temperatuurverschillen van maximaal 2 graden gemeten tussen de vloer ter plaatse van de dunne isolatielaag aan de onderzijde en ter plaatse van de dikke laag.
 

Waterdruppels.

Conclusie oorzaken

Uit het vraaggesprek is de conclusie getrokken dat in de aanloop naar de uitvoering onvoldoende voorlichting is gegeven over de mogelijk technische consequenties van het na-isoleren van woningen. Dit is helaas een veel voorkomend gebrek aan voorlichting, waardoor een mogelijk optredend nadeel niet wordt verwacht en regelmatig tot de conclusie van opdrachtgevers leidt: ‘Als ik dat van te voren had geweten. Ik dacht dat ik die adviseur kon vertrouwen. Dit moet hij toch vertellen?’
De druppels water die aan de isolatie hangen en de vochtiger bodem van de kruipruimte worden veroorzaakt door de sterk afgenomen ventilatie. Er is sprake van veel minder doorgaande ventilatie omdat de bestaande kokers zijn dichtgespoten en de nieuwe kokers ongelijk zijn verdeeld over de voor- en achtergevel. Kruipruimteventilatie komt in hoofdzaak op gang door onder- en overdruk tussen de tegenover elkaar gelegen gevels. Dit komt in de nieuwe situatie slechts minimaal op gang, waarbij slechts een klein deel van de kruipruimte redelijk wordt geventileerd.
De droge lucht in de woning komt door de toegenomen vochtdichtheid van de vloer. In de vloer van de woning was sprake van vele leidingdoorvoeren, die voorheen niet waren afgedicht. De mechanische ventilatie in de woning zoog vochtige lucht uit de kruipruimte aan. De openingen in de vloer zijn nu afgedicht door de PUR-schuim (tevens meer dampremmend dan de bestaande vloer) waardoor vocht vanuit de kruipruimte niet meer in de woning kan komen. De binnenlucht is aanzienlijk droger geworden en de kruipruimte is vochtiger geworden. Door de afwezigheid van invloedrijke vochtbronnen is de lucht in de woning onbehaaglijk droog geworden. Branderige ogen en hoofdpijn zijn hierbij voorkomende klachten.
De temperatuurverschillen in de vloer worden veroorzaakt door het sterke verschil in laagdikte van de aangebrachte PUR. De isolatiewaarde verschilt een factor 2 over het verschil in laagdikte. Dit is extreem. Het gevoel dat het bij de gevels kouder is geworden ligt in het feit dat de vloer relatief aan de gevels minder warmte is gaan verliezen en dus relatief warmer blijft dan de gevel. Daarnaast is door dit afgenomen warmteverlies de cv-installatie minder actief en dus worden/blijven de gevels relatief kouder.
 

Leidingdoorvoeren.

Herstel

Er zijn twee zaken die technisch herstel nodig hebben. Het verschil in laagdikte moet worden opgeheven door plaatselijk extra PUR-isolatie aan te brengen. Ook de ventilatie in de achtergevel moet worden verbeterd door minimaal een tweetal extra ventilatiekokers aan te brengen. In de woning kan het comfort worden verhoogd door meer vochtbronnen in de woning te plaatsen, bijvoorbeeld planten of een luchtbevochtiger. Over de technische voor- en nadelen van de vloerisolatie is ter plaatse uitgebreid voorlichting gegeven; enigszins laat, maar wel zo volledig.