Aanbouw met gevolgen
In het midden van het land wordt in 2008 in opdracht van een nieuwe eigenaar van een vrijstaande woning, een aanbouw aan de zijgevel geplaatst. Kort na oplevering van de werkzaamheden ontstaan in de bestaande achtergevel en het geveldeel boven de aanbouw aanzienlijke scheuren.
De woning is van oorsprong vrij smal en diep. De wens van de nieuwe eigenaar was om de woning deels te verbreden door aan het woonkamergedeelte een aanbouw te plaatsen. Hiervoor moest de bouwmuur worden opengebroken en de bovengelegen etage worden opgevangen. De eigenaar nam een architect, aannemer en constructeur in de arm die zeer voortvarend aan de slag zijn gegaan. Helaas resulteert de aanbouw later dus in scheurvorming in bestaande geveldelen.
Scheurvorming zijgevel.
Onderzoek ter plaatse
Voorafgaande aan het onderzoek ter plaatse, zijn door de eigenaar de tekeningen, bestek en berekeningen van de verbouwing toegezonden. Ter plaatse is in het bijzijn van de aannemer en de constructeur, de problematiek met de betrokkenen besproken. Daarbij heeft elk der partijen zijn mening kunnen ventileren. Tevens is door de aannemer aangegeven hoe deze exact te werk is gegaan en heeft de constructeur aangegeven waarop hij de berekeningen had gebaseerd.
De bouwpatholoog heeft de situatie ter plaatse uitgebreid onderzocht. Daarbij zijn alle scheuren die zijn ontstaan sinds de aanwezigheid van de aanbouw, op aangeven van de eigenaar opgemeten en in kaart gebracht. Ook zijn de doorbuiging van de ligger en de verdiepingsvloer van de woning bepaald. In de zijgevel blijkt een doorgang te zijn gecreëerd naar het dak van de aanbouw. De eigenaar wil hier op termijn een dakterras van kunnen maken. De constructeur geeft aan hier geen rekening mee te hebben gehouden. In de zijgevel van de woning boven de doorbreking op de begane grond, bevinden zich zeer duidelijke diagonaal verlopende scheuren.
Aan de achterzijde van de woning is ter plaatse van de overgang van de aanbouw naar de nieuwbouw, een duidelijke verschuiving waarneembaar. De achtergevel van de woning is ter hoogte van de goot van de aanbouw naar buiten gedrukt. De gevel van de aanbouw staat geheel verticaal. De achtergevel van de woning staat niet meer geheel waterpas. Op de verdieping is ter plaatse van de aansluiting van de vloer op de achtergevel een naad ontstaan.
Scheurvorming binnen.
Analyse en conclusie
Geconstateerd is dat er schade is ontstaan rondom de oplegging van de stalen ligger in de achtergevel en in de zijgevel boven de ligger. In de zijgevel betreft het in twee richtingen vanuit het midden van de aanbouw richting de opleggingen van de ligger verlopende diagonale scheuren. Deze scheurvorming is ontstaan doordat de toegepaste ligger niet was voorzien van een zeeg en door de er op rustende belasting (zijgevel en verdiepingsvloer) direct is gaan zakken. De ligger is door het ontbreken van de zeeg, als gevolg van de er op rustende belasting gaan doorbuigen. in plaats van recht komen te liggen. Het op de ligger rustende metselwerk en de verdiepingsvloer zijn daardoor gaan vervormen. Hierdoor is een gedeelte van de gevel losgekomen en uitgezakt.
Wat betreft de schade in de achtergevel van de woning, is deze het gevolg van spatkrachten van de zijgevel die niet meer worden ondersteund door de ligger. Het gedeelte van de zijgevel dat zich boven de diagonale scheuren bevindt, is de krachten via een boog richting de opleggingen van de ligger gaan afvoeren. Daar bij de achtergevel geen massa aanwezig is om deze horizontale krachten op te vangen, is de achtergevel weggedrukt. Hierdoor is tevens de naad tussen gevel en verdiepingsvloer ontstaan.
Verplaatsing gevel.
Herstel
Er zal een aanpassing aan de constructie moeten worden gedaan, zodat de spatkrachten vanuit de gevel kunnen worden opgevangen. Bijvoorbeeld door het aanbrengen van een trekstang die aan de verdiepingsvloer wordt gekoppeld. Wat betreft de doorbuiging van de ligger valt deze nog binnen de toegestane doorbuiging. Wat dat betreft kan de scheurvorming esthetisch worden gerepareerd. De sterkte van de ligger bleek ondanks de doorbuiging voldoende.
Tekst: Ing. E.P.G. Borgers, Bureau voor Bouwpathologie BB