Deel 1: richtlijnen voor daglicht
Hoe ontwerp je een Active House?
Een Active House: het klinkt mooi, maar hoe ontwerp en bouw je nu precies een pand dat voldoet aan deze principes? Active House is nog vrij nieuw, en mede daarom is nog lang niet iedereen voldoende ingewijd in de kennis en principes achter deze visie. Daarom zijn de Active House Ontwerprichtlijnen geschreven. In een serie artikelen zoomen we steeds in op één deelaspect van deze richtlijnen. Deze keer aandacht voor daglicht.
Active House is een visie op bouwen. Uitgangspunt is dat binnenklimaat, comfort en energie in balans zijn en dat het wooncomfort en de gezondheid van de bewoners centraal staat. Voorafgaand aan de richtlijnen zijn de zogeheten Active House Specificaties [website: http://www.activehousenl.info/active-house-ontwerprichtlijnen/] gepubliceerd. Hierin wordt aangegeven waar een Active House aan moet voldoen qua prestatie-eisen, op negen verschillende parameters. Denk bijvoorbeeld aan daglicht, binnenluchtkwaliteit en energievoorziening. Per parameter worden vier niveaus onderscheiden die aangeven hoe goed er gescoord wordt op dat specifieke onderdeel, waarbij niveau 1 het hoogst is.
SBRCURnet projectmanager Bas Hasselaar: ‘Na introductie van de Specificaties groeide de interesse in de markt naar de Active House visie, maar kwam tevens het signaal dat er behoefte was aan meer houvast. Niet iedereen is voldoende ingewijd in de kennis en principes achter Active House en er bleek behoefte te bestaan aan meer begeleiding. Als reactie hierop zijn de Active House Ontwerprichtlijnen geschreven. Deze geven beknopte achtergrondinformatie, gekoppeld aan praktisch toepasbare adviezen over hoe je een Active House kunt ontwerpen. Ze zijn niet voorschrijvend en je moet nog steeds zelf beslissingen maken over diverse onderwerpen. Maar ze geven een leidraad waarlangs je je ontwerpproces kunt voeren.’
Active House Ontwerprichtlijnen.
Hoe ontwerp je optimaal voor daglicht?
Een voorbeeld is de vraag ‘Hoe ontwerp je optimaal voor daglicht?’ Volgens de Active House richtlijnen moet het gebouwontwerp voldoen aan de volgende fundamentele voorwaarden wat betreft daglicht:
- 24-uurs cyclus van verlichting, met periodes van duisternis gedurende de nacht en helder licht gedurende de dag;
- mogelijkheid om aan hoge (daglicht)verlichtingssterkte (boven 1.000 lux) en zonlicht blootgesteld te worden gedurende de winterperiode;
- uitzicht en contact met de buitenwereld en natuur;
- voorkomen van hoge contrasten en visueel ongemak.
Locatie en klimaat
Om een goed daglichtontwerp te kunnen maken, is het belangrijk dat je de daglichteigenschappen kent van de plaats waar het project is gesitueerd:
- De breedtegraad heeft een grote invloed op de zonnehoogte en beschikbaarheid van daglicht gedurende de verschillende seizoenen in een jaar.
- Hoge breedtegraden (dichter bij de polen) kennen kortere periodes daglicht in de winter en langere periodes in de zomer en hebben lagere zonnehoogtes.
- Plaatsen op lagere breedtegraden kennen kleinere verschillen in lengte van de dagen tussen zomer en winter en hebben grotere zonnehoogtes.
- De heersende klimaatcondities op een bouwlocatie bepalen de randvoorwaarden voor het daglichtontwerp voor wat betreft beschikbaarheid van daglicht en zonlicht, visueel comfort, thermisch comfort en energieprestatie.
Raamgrootte en positie
- Afmetingen en plaatsing van ramen hebben een directe invloed op de hoeveelheid en distributie van daglicht in kamers.
- Grotere ramen zorgen voor hogere daglichtfactoren en hogere ramen maken het mogelijk dat daglicht dieper de ruimte binnen kan dringen.
- Meerdere ramen op verschillende oriëntaties en een goede plaatsing, zorgen voor een gelijkere verdeling van daglicht en vergroten het gebied waarin het gebruikt kan worden als zelfstandige lichtbron.
- Dakramen en dakkoepels kun je gebruiken om daglicht en zonlicht dieper in kamers/gebouwen te brengen.
- Hoog reflecterende daglichttunnels kun je gebruiken om daglicht en zonlicht in ruimtes zonder ramen te brengen. Vaste lichtkokers presteren beter dan flexibele.
Beglazing
Het type glas in een raam moet je kiezen op basis van:
- Energiebalans en thermische prestatie; rekening houdend met zowel de zontoetreding (ZTA of g-waarde) als warmtetransmissie (U-waarde). Lage U-waarde gecombineerd met hoge ZTA wordt aangeraden voor koude klimaten en medium U-waarde gecombineerd met een lage ZTA wordt aangeraden voor warme klimaten.
- De lichttransmissiewaarde (LTA): hoe hoger hoe beter.
- De spectrale transmissie eigenschappen; de kleur van het glas moet zo neutraal mogelijk zijn om de kwaliteiten van daglicht te behouden en kleuren zo natuurlijk mogelijk weer te geven (hoge color rendering index CRI).
- Zonwerende beglazing met een dynamische ZTA, et cetera, is te gebruiken om de prestatie te verbeteren, afhankelijk van de buitencondities.
Uitzicht en contact met natuur
- De kavel moet zorgvuldig bestudeerd worden op de beste mogelijkheden voor uitzicht en contact met de natuur.
- Grootte en positie van ramen moet je afstemmen op het oogniveau van de gebruikers om voldoende zicht naar buiten te garanderen.
- Uitzicht vanuit een kamer moet je zo ontwerpen, dat zowel de lucht, stads-/natuurlijk landschap en de grond zichtbaar zijn.
- Ramen met verschillende oriëntaties kun je gebruiken voor onbelemmerd uitzicht, als zonwering nodig is op bepaalde oriëntaties.
- Maak vergezichten mogelijk en minimaliseer beschaduwing. Gebruik bladverliezende bomen om in de zomer een overdaad aan zonnewarmte te verminderen, terwijl in de winter de zon wel min of meer vrije toegang heeft.
Toetreding van zonlicht
- De belangrijkste leefruimtes moeten toegang hebben tot direct zonlicht in de winterperiode om hoge daglichtniveaus te kunnen bieden aan de bewoners.
- Het huisontwerp moet gedurende de winter diepe toetreding van zonlicht in en door kamers toestaan.
Zonwering en verblinding
- Bewoners moeten zonwering kunnen gebruiken voor visueel comfort en privacy in kamers waar dit gewenst is.
- Verduisterende lamellen of gordijnen moeten worden gebruikt in slaapkamers om in het duister te kunnen slapen.
- Directe zonreflecties en een hoog helderheidscontrast tussen oppervlaktes kunnen voor verblinding zorgen. Zonwering kan de lichttoetreding in de kamer verminderen, maar let wel op de kleur van de zonwering, aangezien lichtgekleurde wering zelf ook een bron van verblinding kan worden.
- Zeer reflectieve oppervlaktes binnen of buiten het gebouw kunnen een bron van verblinding vormen wanneer ze worden blootgesteld aan direct zonlicht en binnen het gezichtsveld van de gebruikers liggen.
Kennispaper Integraal Ontwerpen met Active House.
Boek op komst
De Active House Ontwerprichtlijnen gaan nog steeds uit van bestaande voorkennis over bouwkunde en het ontwerpen van gebouwen. Voor mensen die deze kennis niet, of onvoldoende, hebben, of graag concrete voorbeelden willen zien ter inspiratie, wordt gewerkt aan een volgende stap na de specificaties en ontwerprichtlijnen: een boek met concrete voorbeeldprojecten die kunnen dienen als referentie.