Innovatie houtskeletbouw leidt tot groter marktaandeel

Artikel delen

Al decennialang vertegenwoordigt de houtskeletbouw als complete bouwmethode een klein percentage van de markt. Echter er gloort een kansrijke toekomst. Enerzijds omdat de markt zich voor HSB gunstig ontwikkelt, maar ook omdat de houtsector flexibel blijkt te kunnen schakelen en interessante innovatiebewegingen maakt.

Tekst: Prof. Dr. Ir. Jos Lichtenberg

Nu de markt weer aantrekt is het opvallend hoe de houtskeletbouw zich sneller ontwikkelt dan andere bouwwijzen. We produceren weer een dikke 50.000 woningen per jaar, waar dit op het dieptepunt in 2014 tot onder de 40.000 was gezakt. De invulling daarvan is echter wezenlijk anders dan voor de crisis en daarin schuilen nadrukkelijk ook de kansen voor HSB.
 

De Noorse Stavkirke in Heddal Noorwegen is gebouwd omstreeks 1250. Een legende vertelt dat deze kerk in drie dagen gebouwd zou zijn.

 

Aanpasbaarheid

Houtskeletbouw beschikt over een aantal eigenschappen die tegemoetkomen aan de zich ontwikkelende vraag. Zo bedient HSB de vraag naar flexibiliteit dan wel aanpasbaarheid veel beter dan andere methoden. Constructief is het veel gemakkelijker dan bij steenachtige woningen om aanpassingen door te  voeren. En dat speelt in op moderne vastgoed benaderingen waarbij beleggers en corporaties zich ook meer en meer realiseren dat men investeert voor een lange levensduur, terwijl tegelijkertijd de vraag verandert en het gebruik steeds dynamischer wordt. De kans dat het aan verandering onderhavige dekseltje op het starre potje blijft passen is nihil en dat heeft dramatische gevolgen voor de waardeontwikkeling van het vastgoed. Steeds vaker zie je dat stenen of betonnen panden worden gesloopt die op zich bouwtechnisch nog best voldoen, maar die qua functie niet meekunnen. Het is vrijwel onmogelijk om constructief in te grijpen, maar ook de onbereikbaarheid van ingegoten leidingen is daarbij een onoverwinbaar pijnpunt. Bij houtskeletbouw krijg je de vrije ruimte om leidingen te plaatsen er gratis bij en ook achteraf zijn die leidingen daardoor bereikbaar.
Panden gebouwd op basis van houtskeletbouw zijn al met al veel beter in staat om mee te veranderen. Technisch vragen ze om aandacht qua detaillering. Maar als dat goed gebeurt kunnen ze eeuwen mee. In de Zaanstreek staat daarvan een groot aantal goede voorbeelden, om nog maar niet te spreken over de talrijke historische bouwsels in vele Noord- en Midden Europese, Aziatische en Amerikaanse landen met een rijke houtcultuur.

Gebouw als schatkamer

En zelfs bij einde levensduur omvat een HSB woning een schatkamer aan bruikbare materialen. Waar beton moet worden gedowncycled tot laagwaardig gruis en grindvervangende korrels, vind je in een HSB woning nog veel waardevolle componenten. Denk aan de houten stijlen en liggers, maar ook materialen zoals isolatie, planken, platen en latten. Bovendien zijn leidingen gemakkelijk te scheiden. Belangrijk kenmerk is dat er wordt verbonden met schroeven en nagels, terwijl in een stenen woning alles monolitisch met mortel en beton aan elkaar is ‘gebakken’. Houtskeletbouw heeft daarmee een enorme toekomstwaarde.

Biobased

Een andere stroming die nu op ons afkomt is biobased bouwen. Deze bereidt ons voor op een naderende periode van materiaalschaarste. Voor de niet natuurlijke materialen wordt nagedacht over hergebruik en recycling. Meestal vraagt dat om offers qua energie en inspanning. De feitelijke uitdaging is om reeds bij nieuwbouw na te denken over de demontage en hergebruik bij end of life. Zeg maar een ‘Lego benadering’. Dat betekent natuurlijk nogal wat aan productontwikkeling voor de steenachtige wereld, die bovendien niet als keten is georganiseerd. Technisch kunnen we daar vast wel listen voor bedenken, maar daarmee is het nog niet coherent georganiseerd.
Houtbouw sluit zoals hierboven aangegeven ook aan bij de mogelijkheden van hergebruik. Een HSB woning is er in het verleden niet op ontwikkeld, maar zelfs traditioneel gebouwd kun je die al goed strippen en scheiden. Natuurlijk kan dat beter, onder andere ten aanzien van het verwijderen van nagels en schroeven en wellicht andere Ikea achtige verbindingsmethoden. Maar het werkt ook nu reeds. Er ontstaan al gesloten kringlopen. Gebruikt hout is gewoon te koop. En als het dan echt wordt afgeschreven kan hout nog als brandstof dienen. Het idee daarbij is dat de daarmee uitgestoten CO2 weer wordt afgevangen door bomen, die weer voor nieuwe grondstoffen zorgen. Hernieuwbaar heet dat. We zitten dan midden in de bio cycle, waarvoor houtskeletbouw een weliswaar in de schoot geworpen, maar uiterst sterke troef in handen heeft.

Ruimtewinst

Energetisch geeft HSB veel ruimte aan isolatie, waardoor deze bouwmethode relatief hoge R-waarden kan bereiken. Zonder daarbij naar extreem dikke en netto ruimte innemende constructies uit te moeten wijken. Kiezen voor HSB levert voor een woning daarmee al snel enkele vierkante meters extra nuttig vloeroppervlak op. Ook zo’n voorbeeld waar de marktontwikkeling de HSB in de kaart speelt.

Aardbevingen

Actueel is momenteel ook de aardbevingsbestendigheid van hout (zie ook artikel ‘Houtskeletbouw kan een stootje hebben’, elders in deze uitgave, red.). Hout veert mee bij een belasting, maar veert ook weer terug zonder blijvende schade op te lopen. De schade in Groningen aanschouwend valt op dat die zich vrijwel uitsluitend in steenachtige constructies bevindt. Steen is druksterk, maar kan zonder wapening nauwelijks trekkrachten opvangen. Als dit soort constructies tot bewegen worden gedwongen, toch de essentie van een beving, betekent dat vrijwel automatisch scheurvorming of erger.
Bewegen is buigen en dat betekent aan de ene kant een druk- (en dat gaat goed) en de andere zijde een trekkracht (en dat betekent scheurvorming). Aangezien bij een trilling de kracht als het ware heen en weer gaat, levert dat doorgaande scheuren op. Daarmee zijn veel van de constructies ook na reparatie niet meer betrouwbaar, bron voor inwatering en ongewenste vegetatie. Ook al worden ze gerepareerd, levert het een ontsierend litteken op. De houtskeletbouw heeft, zoals ook al elders in dit blad aan de orde was, de laatste jaren stappen gemaakt om de onkwetsbaarheid van HSB aan te tonen. Daarbij is aan te geven dat slechts een beperkt aantal spelregels in acht dient te worden genomen.
 

Finch Buildings heeft op 11 mei 2016 officieel haar eerste modulaire bouwsysteem gelanceerd op FabCity. Deze tijdelijke zelfvoorzienende stad is verrezen op de kop van het Java eiland in Amsterdam. Finch Buildings laat de houten woonmodules produceren bij De Groot Vroomshoop.

 

Korte keten

Wat mooi van de houtketen is, is dat deze van grondstof tot gebouw coherent en compleet is georganiseerd, zeker in vergelijking met de collega ketens uit de staal en betonhoek. Die hebben overigens goede promotie en lobby machines. Maar in de houtketen valt op dat iedereen, van bos tot bouwer, regelmatig aan dezelfde tafel zit en bovendien dat de keten heel kort en overzichtelijk is. Het zijn vier stappen bosbouw, import/handel, fabriek en bouwen. Hierbij zitten de laatste twee stappen ook nog vaak binnen één onderneming. Dat schakelt natuurlijk wel gemakkelijk als het over innovatie gaat. Daar komt bij dat de structuur met name MKB georiënteerd is. Met uitlopers naar boven en naar beneden is een bedrijfsgrootte van 10-30 medewerkers typisch. Daarbij, maar gelukkig ook bij enkele grotere bedrijven met strategisch vermogen, zitten altijd innovators die de hele sector vooruit helpen. Ook dat brengt snelheid van handelen met zich mee.

Consumentgericht

De houtwereld is enkele jaren geleden, sinds kort in enthousiaste samenwerking met VAC punt wonen,  nadrukkelijk het contact met de eindgebruiker / consument gaan opzoeken. In een marktinnovatie programma genaamd Reframe Housing worden letterlijk sessies georganiseerd waarbij consumenten kennis maken met de industrie en waar de industrie luistert naar wat leeft bij eindgebruikers. Dat levert opmerkelijke inzichten op. Zoals aspecten die door de industrie geprioriteerd worden in de overtuiging dat de klant dat belangrijk vindt, maar die bij consumenten geen rol blijken te spelen en andersom. Dat is natuurlijk een geweldig bron voor innovatie. Een mooi voorbeeld van hoe de compacte houtketen in staat is om snel te reageren op marktveranderingen. Ik zie dat in andere sectoren beslist (nog) niet gebeuren.  
Hout is daarbij een gevoelsmateriaal. Consumenten hebben iets met hout. Hout is aaibaar en warm, waar andere materialen koud zijn. Dat is moeilijk te duiden maar het zit heel diep in ons hart.
Een innovatieslag die nu op gang komt is om hout ook in houtbouw meer een eigen gezicht te geven. Het is een mooie verworvenheid als je in staat bent concurrerend te bouwen. Een woning die eruit ziet als een stenen woning, maar die in HSB concurrerend wordt gerealiseerd. Nog mooier is het om dat aaibare van hout tot uitdrukking te brengen in een eigen gezicht, waardoor de woning zelfs duurder mag zijn omdat er dan een meerwaarde wordt gerealiseerd. Het Duitse Huf haus  met robuust hout en glas onderstreept het succes van die benadering. Tevens is er nu een golf van tiny houses of eenpersoons woningen, die opmerkelijk vaak een houten uitstraling hebben.  Samen met de TU wordt nu gewerkt aan waarde ontwikkeling in die zin.
 

Huf Haus met een houten architectuur idioom.

 

Technische innovaties

De houtbouw is reeds op veel fronten innovatief geweest de laatste jaren. Denk aan het compleet afgewerkte en beglaasde kozijn dat tijdens de afbouw wordt gemonteerd, of dat onderdeel uitmaakt van te plaatsen elementen. Of de verslanking van stijlen en liggers met bijbehorende verbindingen, toepassing van I-liggers, nieuwe verduurzamingsmethoden, het beheersen van vochtmigratie, luchtdichting, et cetera. Daarnaast is natuurlijk de enorme automatiseringsslag in productie en engineering opmerkelijk.

Industrieel bouwen

Wat vooral in het oog springt is het industrieel bouwen. In de HSB kun je in beginsel ook een skelet op de bouwplaats samenstellen, maar is het gebruikelijk om dit met geprefabriceerde elementen te doen. Aldus ben je in no time wind en waterdicht, respectievelijk is een project veel sneller opgeleverd. Vaak in minder dan de halve bouwtijd.
Juist dit industriële aspect zal van grote invloed zijn op het marktaandeel. Nu de markt weer aantrekt ontstaat er namelijk een te kort aan vaklieden die gedurende de crisis massaal de bouw hebben verlaten. Dat opent natuurlijk deuren voor industriële systemen. Complete woningen, maar ook prefab gevels en daken zullen in mengvormen, zoals een beton casco met een HSB invulling, hun plek opeisen. En al helemaal bij arbeidsintensieve renovatieprojecten waar de bestaande bouw van nature moeilijk mee kan. Met een streven naar verduurzaming en nul op de meter projecten, liggen ook hier enorme kansen.
De HSB sector is tot veel in staat en kan trots zijn op wat er technologisch is bereikt. De enige kritiek die je wel vaker hoort is dat de sector van nature te bescheiden is en dat men de interne trots best wat actiever naar buiten zou mogen brengen.
 

HSB-elementen voor het project Velve Lindenhof in Enschede. Foto’s: De Groot Vroomshoop.

Informatie over de auteur:
Prof. Dr. Ir. Jos Lichtenberg is hoogleraar productontwikkeling aan de TU/e en heeft dit artikel namens de VHSB geschreven.