Meer prefab door vraag naar hoge Rc-waardes

Artikel delen

De eisen voor luchtdichtheid worden steeds strenger. Deze ontwikkeling speelt specialisten op het gebied van prefabricage in de kaart. Binnenspouwbladen, gevelelementen, kappen: alle werkzaamheden verplaatsen zich meer en meer van de bouw naar geconditioneerde omstandigheden.
 

De eisen op gebied van luchtdichtheid lopen parallel met de ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. Energieneutraal en nul-op-de-meter zijn het uitgangspunt geworden, in plaats van het streven. ‘De gevraagde Rc-waardes worden steeds hoger. Om de opdrachtgever te bedienen is naast de dikte en isolatiewaarde van het isolatiemateriaal ook de opbouw van de totale constructie van groot belang. De uitdaging zit hem regelmatig in hoe je de gevraagde isolatiewaardes haalt met een opbouw van de wand, die binnen de totale opbouwdikte valt waarop het gebouw is ontworpen’, legt hoofd werkvoorbereiding Herman Osinga van Houkesloot Prefab uit.

Luchtdicht bouwen

Recticel BV uit Kesteren levert de isolatieproducten voor de prefab elementen van het bedrijf uit Leeuwarden. De leverancier zit bij de calculatie al aan tafel om te bepalen welke dikte moet worden toegepast, om de gevraagde Rc-waarde te halen. ‘Het isolatieproduct wordt in de natte beton gelegd, waardoor je een naadloze aansluiting krijgt. Dat is het grote voordeel van prefabricage. Als het beton al is uitgehard en het isolatiemateriaal er dan tegen aanzet, is er kans op een valse spouw. Dat is zeer nadelig voor de Rc-waarde’, vertelt Osinga. ‘Een geconditioneerde ruimte heeft bovendien het voordeel dat je de luchtdichtingsmaterialen droog kunt aanbrengen.’
De eisen rond luchtdichtheid vragen ook om extra bekwaamheid van de mensen in zowel de betonbouw, houtskeletbouw als de kozijnproductie; de drie takken waar Houkesloot Toelevering actief in is. ‘Er mag geen open ruimte ontstaan bij de luchtdichtheidsband. Hoekaansluitingen zonder naden en kieren vragen om beleving van personeel. Blowerdoormetingen, infrarood en rooktesten worden steeds meer standaard en laten onmiskenbaar zien waar luchtlekken zitten. Bij de introductie van nieuwe producten zorgen de leverancier en de werkvoorbereiding voor een stukje begeleiding en scholing. Hierdoor worden de werknemers zich bewust hoe materialen goed aangebracht kunnen worden.’

Toenemende prefabricage

De vraag naar prefabricage, industrieel bouwen, is de afgelopen jaren flink toegenomen en eigenlijk de standaard geworden. ‘Aannemers willen steeds completere elementen op de bouw’, constateert Osinga. Prefab zorgt voor minder faalkosten, minder steigermateriaal, is sneller en weersonafhankelijk. ‘Een stukje industrialisering van de bouw. Onder geconditioneerde omstandigheden maken we de elementen wind- en waterdicht. Zo compleet mogelijk, zodat op de bouw eigenlijk alleen de spouwankers nog aangebracht moeten worden.’
Niet alleen woningbouw, ook grotere projecten als studentenappartementen of huisvesting van asielzoekers worden compleet geprefabriceerd. AZC locaties Dronten en Luttelgeest, 35 woningen in Drachten, Harmpje Visserschool op Urk, studentenflats in Leeuwarden en de nieuwe campus van de Zeevaartschool op Terschelling, komen grotendeels uit de fabriek van Houkesloot in Leeuwarden. ‘Ook bij het herbestemmen van gebouwen, die volledig worden gestript, wordt steeds vaker een schil van houtskeletbouw toegepast. Wij merken dat architecten in toenemende mate ontwerpen maken met de gedachte dat het project met geprefabriceerde elementen wordt gerealiseerd.’
 

 

BIM

Het werken met de methodiek van 3D Bouw Informatie Model (BIM) past bij de verdere industrialisering van de bouwsector. Volgens Osinga krijgt de tekenafdeling hierdoor een cruciale rol in het bouwtraject. ‘Eigenlijk moeten luchtlekken al in de ontwerpfase worden ondervangen.’ BIM is gebaseerd op werken met één model waarin gegevens van de architect, constructeur, installateur en aannemer worden verwerkt. ‘Een project valt of staat met engineering.’
Ook de leverancier wordt in het proces betrokken. Partijen als Recticel Insulation komen in vergelijking met vroeger veel vaker over de vloer. ‘Vanuit de lean-gedachte is dat ook belangrijk. We willen de elementen leveren in de volgorde waar de uitvoerder als eerste op afroept. Met bijvoorbeeld luchtdichtheid is de begeleiding naar de bouw belangrijk. Daarom zit ook de uitvoerder vaak al bij de engineering om tafel, zodat ook de praktische uitvoering op de bouw wordt vertaald naar de tekening.’

Productie

Houkesloot Prefab maakt onderdeel uit van de Friso Bouwgroep uit Sneek. De aannemingstak is daarom één van de opdrachtgevers van de houtskeletbouw-, beton- en kozijnenfabriek. De prefabricage kent zijn oorsprong in de kozijnenfabriek Houkesloot in Sneek. Het bedrijf richtte zich toen ook al op houtskeletbouw. Na de overname van Bouwbedrijf Bokma in Leeuwarden in 2007 werd de houtskeletbouw ontvlecht van de kozijnenfabriek. In de Friese hoofdstad staan nu twee hallen waar 3.500 vierkante meter gericht is op hsb en 2.400 vierkante meter op beton. ‘Dat is de kracht van Houkesloot Toelevering. Er zijn maar weinig toeleveranciers die houtskeletbouw, kozijnen en betonwanden of een combinatie daarvan onder dezelfde vlag kunnen leveren.’
In de betonfabriek staan twee verwarmde stalen mallen over de complete lengte van de hal. ‘Doel is om elke dag de stalen mallen compleet te ontkisten en dezelfde dag nog vol te storten. Het mengsel voor het zelfverdichtende beton is zo geoptimaliseerd dat dit mogelijk is. Trillen en afreien zoals vroeger is niet meer nodig.’ De stalen mallen zijn voorzien van verwarming, waarvoor de energie wordt geleverd door een warmtepomp, die draait op de energie van de windmolens. ‘Voorheen werden de mallen verwarmd met een systeem vergelijkbaar met traditionele cv-installaties. De warmtepompen zijn dus niet alleen een investering in efficiëntie, maar ook in duurzaamheid.’
‘Efficiëntie is een thema waar we altijd kijken naar verbeteringen. De kwaliteit staat echter bovenaan zo ook bij Recticel Insulation, één van onze toeleveranciers. Door de verdere prefabricage zie je ook dat aannemers hier meer dan vroeger over de vloer komen. Steeds vaker lopen we samen door de hal om elementen te beoordelen. Niet alleen met de uitvoerders, maar ook met ingeschakelde ‘kwaliteitsbewakers’. Daar staan wij ook open voor. We willen immers naar volle tevredenheid een kant-en-klaar product leveren.’