‘Sorry’

Artikel delen

‘Ik ken jou’, was het eerste dat ik hoorde na een lange rit naar Zuid-Frankrijk. Ik was die dag al om 3.00 uur vertrokken om nog dezelfde dag op mijn vakantiebestemming te kunnen aankomen. De reis was gelukkig goed verlopen, maar ik was toch vermoeid. En dus zat ik niet echt te wachten op een gesprek met de nieuwe tijdelijke buren. Maar daar dacht onze buurman heel anders over. ‘Jij schrijft toch die columns in dat blaadje. Eh, Kerkman is het toch? Of nee, wacht, Kerkhof! Ja, dat is het. Je ziet er trouwens moe uit. Een lange rit gehad zeker. Kom even een bakje koffie doen.’
 

Eigenlijk wilde ik onze tent opzetten, maar het lukte mij niet deze vriendelijke, maar toch ook enigszins dwingende, uitnodiging te weigeren. De volgende ochtend was de vermoeidheid volledig verdwenen. De vakantie kon beginnen! Ik was de tent nog niet uitgestapt of daar was de buurman weer. ‘Hé Frank, zin in een bakje koffie?’ Wacht even, dacht ik, dit is niet mijn bedoeling. Kamperen is voor mij vooral rust, samen zijn met mijn gezin en hooguit af en toe een vriendelijk knikje naar de andere kampeerders. Maar zo was ‘buurman Harm’ dus duidelijk niet.
De dagen erna herhaalde dit patroon zich in verschillende varianten. Als ik, om Harm te ontwijken, heel vroeg opstond, kwam ik hem in de middag wel weer tegen. Als wij een dag waren weggeweest kon ik hem bij terugkomst niet ontwijken omdat hij elke avond met een biertje voor zijn tent zat. Daarbij kwam nog dat hij altijd wel een of ander fiscaal juridisch vraagje had dat hij, als we toch zo gezellig bij elkaar zaten, wel even meende te kunnen stellen. Na een week was ik het zat. Ik ben van nature volgens mij niet onvriendelijk, maar deze man kwam te vaak en te dwingend binnen mijn ‘persoonlijke ruimte’. De grote vraag was: hoe krijg ik hem er weer uit? Tijd voor familieberaad dus. Allerlei oplossingen werden genoemd, waarbij die van mijn jongste zoon de meeste kans op succes boden, maar toch door de rest van het gezin werden afgewezen omdat deze min of meer strafbaar waren.
Mijn andere zoon (een beetje een nerd) wees op een interessante internetsite van een ‘kennisplatform voor omgevingspsychologie’ die hij op zijn iPad had gevonden. Daar stond dat in een geval als dit een ‘non-verbaal communicatiemiddel’ op zijn plaats is. Zo gezegd, zo gedaan. De volgende ochtend stapte ik vol zelfvertrouwen uit mijn tent. Van Harm zou ik nu geen last meer hebben, want tussen onze tenten stonden een windscherm, mijn auto en verder alles wat ik bij me had en geschikt was om buiten te laten staan. Maar nog geen minuut later was Harm er weer. Hij keek over het windscherm en vroeg: ‘Wil je mij soms iets duidelijk maken, Frank?’ Daarna liep hij zonder nog iets te zeggen weg. Sterker nog, hij heeft de rest van de vakantie niets meer tegen ons gezegd. Wij hebben van Harm dus inderdaad geen last meer gehad. Althans niet op de manier zoals in de eerste week. Maar nu liepen wij wel rond met een schuldgevoel en dat was minstens zo vervelend.  Dus Harm, als je deze column leest: sorry!

Mr Frank Kerkhof FB
Alfa Accountants en Adviseurs te Bennekom
Fkerkhof@alfa.nl