Waar moeten bouwkasten aan voldoen?

Artikel delen

Bouwend Nederland en Netbeheer Nederland zullen zich het komende halfjaar samen met diverse partners gaan inzetten voor het invoeren van de nieuwe voorwaarden voor het veilig plaatsen en functioneren van kleine bouwkasten, tot en met 3×80 ampère. In dit kader is de brochure ‘ Aan welke eisen moeten bouwkasten voldoen?’ onlangs verschenen. In dit artikel een weergave van de eisen.

Beeld: ENEXIS B.V.
 

Er vindt een geleidelijke overgang plaats tot 1 juli 2017, waarbij oud en nieuw naast elkaar kunnen voorkomen. Bouwend Nederland en Netbeheer Nederland willen ook de zware bouwkast (t/m 3x250A) landelijk uniformeren.

Opbouw bouwkast

De bouwkast bestaat uit twee gescheiden compartimenten: één voor de netbeheerder (netbeheerdersdeel) en één voor de aanvrager (klantdeel). In het netbeheerdersdeel wordt zowel de beveiliging voor het net als de meteropstelling van de netbeheerder gemonteerd (Figuur 1). In het klantdeel wordt de beveiliging van de klantinstallatie gemonteerd. De aanvrager is verantwoordelijk voor het afsluiten van beide compartimenten door middel van een eigen (hang)slot. De aanvrager kan zelf zijn eigen meterstanden aflezen in het netbeheerdersdeel, maar andere handelingen in dit deel zijn niet toegestaan.
 

Kast voor verticale meteropstelling.

Kast voor horizontale meteropstelling.

 

Algemene veiligheidseisen

De bouwkast moet voldoen aan de laatste versie van de norm laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen NEN-EN-IEC 61439-4 (Bijzondere eisen voor bouwkasten). De elektrische installatie en bijbehorende aarding moeten voldoen aan de veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties, als omschreven in de NEN 1010. De bouwkast is verder aan de voorzijde voorzien van een sticker volgens de NEN3011-WO2 (gele driehoek met bliksemschicht).

Voorwaarde voor aansluiting

Voor het maken van de aansluiting in een bouwkast geldt als voorwaarde dat de bouwkast ≤ 3×80 Ampère voorzien is van een deugdelijke en voor het oog zichtbare veiligheidsaarding, zoals omschreven in de NEN 1010. Ook moet aan de voorwaarden vanuit de Netcode worden voldaan:

  • aanvrager stelt voor de aansluiting van een tijdelijke installatie een stevige, deugdelijk afsluitbare kast of ruimte ter beschikking aan de netbeheerder (Bep. 2.2.2.4);
  • tussen de elektrische installatie achter een meetinrichting en de elektrische installatie achter een andere meetinrichting mag geen verbinding bestaan. (Bep. 2.2.4.12).

Plaatsing bouwkast

  • De bouwkast wordt zodanig geplaatst dat beschadiging door aanrijding van (werk)verkeer wordt voorkomen en – wanneer van toepassing – in lijn met de definitieve aansluiting.
  • De bouwkast moet deugdelijk verankerd zijn in de ondergrond. Het verplaatsen van de bouwkast in aangesloten toestand is niet toegestaan.
  • Als de bouwkast voorzien is van een draagframe moet dit zo opgesteld zijn dat er op het moment van aansluiten circa 0,60 meter vrije ruimte onder de bouwkast zit.
  • Het draagframe van de kasten is voorzien van een stevig bevestigde beschermbuis voor de voedingskabel.

 

 

Selectiviteit

De installatiebeveiligingen moeten selectief zijn ten opzichte van de hoofdbeveiliging van de netbeheerder, zoals in de Netcode staat: De beveiliging van elektrische installaties en onderdelen daarvan is selectief ten opzichte van de beveiliging die de netbeheerder in de aansluiting van de elektrische installatie of in het voedende net toepast. (Bep. 2.1.4.1).
 

Figuur 1.

 

Inrichting en constructie

Het netbeheerderscompartiment heeft minimaal de volgende binnenwerkse maatvoering:

  • Verticale opstelling: 900 x 300 x 250 mm (hxbxd).
  • Horizontale opstelling: 600 x 550 x 250 mm (hxbxd). Zie ook Figuur 1.

Verder geldt:

  • De mechanische sterkte van de behuizing voldoet aan IK08 (5 Joule) volgens NEN-IEC 62262 (Beschermingsgraden van omhulsels van elektrisch materieel tegen mechanische invloeden van buitenaf).
  • De bouwkast ≤ 3×80 Ampère moet regen- en spatwaterdicht zijn, en bestand zijn tegen het binnendringen van voorwerpen groter dan 1 mm doorsnede. Dat wil zeggen ten minste beschermingsgraad IP44 conform de IEC 60529 (Beschermingsgraden van omhulsels van elektrisch materieel).
  • Een beschermingsgraad voor de buitenkast van IP22 (druipwaterdicht en bestand tegen voorwerpen kleiner dan 12,5 mm) is alleen toegestaan als de netbeheerderscomponenten minimaal beschermd worden door een behuizing IP44. Deze behuizing wordt aangebracht door de aanvrager. Daarbij is een houten buitenzijde toegestaan, mits deze voldoet aan de mechanische beschermingsgraad IK08.
  • De achterwand van de bouwkast, waartegen de nutsvoorzieningen worden bevestigd, is van watervast multiplex met een dikte van tenminste 18 mm, dat voldoet aan NEN EN 636 – 2 /2015 klimaatklasse 2 (geschikt voor beschutte buitenopstelling).
  •  In het netbeheerderscompartiment zijn de volgende zaken aangebracht of kunnen worden aangebracht:
    a.    aansluitkabel voor de aansluiting op het laagspanningsnet;
    b.    om de aansluitkabel van de netbeheerder te kunnen bevestigen moet er ruimte zijn voor minimaal één trekontlasting/bevestigingsbeugel;
    c.    door netbeheerder te leveren en te plaatsen verzegelbare aansluitkast met mespatronen, meterbord en kWh-meter.
  • De aanvrager zorgt ervoor dat de toegekende nominaal stroom (In) van de bouwkast in overeenstemming is met de gewenste beveiliging van de netbeheerder.
  • Het netbeheerderscompartiment moet zijn voorzien van een afzonderlijke deur of deksel die met behulp van een (hang)slot wordt afgesloten.
  • De hoofdschakelaar en de beveiligingstoestellen van de aanvrager zijn ondergebracht in het klantdeel.
  • De verbinding tussen hoofdschakelaar/installatiebeveiliging en kWh-meter wordt door de aanvrager of zijn installateur aangebracht en door de netbeheerder op de kWh meter aangesloten.

 

Veiligheid van de installatie

Aarding:

  1. De aanvrager is verantwoordelijk voor de veiligheidsaarding van de bouwkast.
  2.  De hoofdaardrail van de installatie bevindt zich in het klantdeel.
  3.  Levering van aarding vooraf met de netbeheerder afstemmen.
  4. De koppeling van het aardingssysteem van de aanvrager met de nul-aardklem van de netbeheerder wordt na afstemming met de netbeheerder aangebracht door de aanvrager.

 

Volledige brochure downloaden? Ga naar www.bouwendnederland.nl en vul in het zoekvak rechtsboven ‘bouwkasten’ in.