Bouwkosten: Herstel scheuren metselwerk met spiraalankers

Artikel delen

Scheuren in een gemetselde gevel kan men op diverse manieren aanpakken. De aanpak hangt af van de oorzaak en van de situatie. Zo kan men het metselwerk traditioneel herstellen door inboeten, injecteren en dilateren of door het toepassen van RVS spiraalankers in voorgefreesde sleuven.
 

Door: www.casadata.nl

Bij het herstellen van scheuren in metselwerkconstructies is het belangrijk om eerst de oorzaak van de schade op te sporen. De schade kan ontstaan zijn door veranderingen in de ondergrond, instabiliteit van de baksteenconstructie, verkeerde constructies en overbelasting van het gebouw, het toepassen van baksteen en mortel van verschillende kwaliteit en samenstelling, expansie van vocht- en zoutbelaste baksteenconstructies, thermische fluctuaties of roestend ijzer in baksteenconstructies en door het toepassen van onjuiste herstelmethoden.
Zodra de oorzaak is opgespoord en verholpen, kan men het metselwerk gaan herstellen.
 

 

Alternatief voor traditioneel

Afhankelijk van de oorzaak kan men scheuren in metselwerk traditioneel herstellen door inboeten, injecteren en dilateren. Ook bestaat de mogelijkheid roestvast stalen spiraalankers aan te brengen in een voorgefreesde sleuf, ingebed in een krimpvrije ankermortel. Dit scheurherstelsysteem is een goed alternatief voor traditioneel inboetwerk en heeft de volgende voordelen:
– er is weinig tot geen verlies van historische materialen, omdat er weinig tot geen hak- en breekwerk aan metselwerk plaats vindt;
– er is weinig kleurverschil tussen bestaande en nieuwe stenen in de gevel, omdat er geen stenen worden vervangen;
– het met spiraalankers herstelde metselwerk vormt constructief een betere ‘flexibele’ eenheid dan bij traditioneel inboeten;
– de methode bespaart arbeidstijd en dus kosten.
RVS ABC-Adamas spiraalankers versterken en stabiliseren het metselwerk op dezelfde manier als betonstaal in betonconstructies. De speciaal ontwikkelde vorm van de spiraalankers garandeert een optimale verbinding tussen de gescheurde muurdelen en opvang van de treksterkte van de gescheurde muurdelen. Met de bijbehorende ankermortel ontstaat een uitstekende hechting van de spiraalankers met het metselwerk. Door zijn speciale vorm zorgt het spiraalanker voor de nodige flexibiliteit om eventuele beweging van het metselwerk op te vangen. De wapening kan men zowel recht als in een hoek aanbrengen.

Niet constructieve verticale scheuren

Bij schoonmetselwerk freest men sleuven in de voegen tot een diepte halverwege de voegdikte, dus gemiddeld circa 50 mm. De breedte van de te frezen sleuven hangt af van de bestaande voegbreedte. De lengte van de te frezen sleuf is minimaal een meter met aan beide zijden van de scheur een halve meter.
Bij naast elkaar aanwezige scheuren moet men het stalen anker uit één lengte uitvoeren, waarbij het anker minimaal een halve meter voorbij gaat aan de buitenste scheuren.
De stalen spiraalankers zijn leverbaar in de diameters 4,5, 6, 8 en 10 mm en op rollen van 5 en 10 meter lengte. De horizontale verdeling van de spiraalankers is twee tot zes steenlagen en bedraagt 300 tot 400 mm, afhankelijk van de dikte van de metselstenen.
De sleuven na het frezen schoonblazen met lucht om stof en specieresten te verwijderen en naspoelen met schoon leidingwater. De ankermortel volgens gebruiksaanwijzing aanmaken en met mortelpistool circa 15 mm dikte aanbrengen en met voegspijker aandrukken. De 1 meter lange spiraalankers plaatsen en licht aandrukken, en vervolgens de resterende voegopening met ankermortel vullen. De ankermortel met de voegspijker licht aandrukken, zodat deze gelijkmatig wordt verdeeld en er een resterende voeg van circa 15 mm overblijft. De ankerspecie één tot twee dagen laten drogen.
De spiraalankers moeten geheel in de ankermortel zijn ingebed. Als er nog delen van de spiraalankers zichtbaar zijn, dan extra mortel aanbrengen. Men moet een voegdiepte van circa 15 mm vrijhouden voor het nieuwe voegwerk. Nadat de aangebrachte mortel met de ingebedde ankers begint te verharden, kan men de sleuven afvoegen met normale voegmortel.
 

 

Constructieve scheuren boven kozijnen

Constructieve scheuren in het metselwerk kan men  eveneens herstellen met RVS spiraalankers. Als bij voorbeeld bij scheurvorming blijkt dat in het bestaande metselwerk geen latei boven een kozijn aanwezig is, kan men dit eenvoudig herstellen door in het metselwerk alsnog wapening met spiraalankers aan te brengen. Bij het herstellen van de constructieve functie van het metselwerk moet het roestvast stalen anker uit één lengte bestaan, waarbij het anker minimaal een halve meter voorbij gaat aan de buitenste scheuren. Als de wapening meer dan 5 meter lang moet zijn, moet men een overlap van ongeveer 500 mm aanhouden.
Bij constructief herstel moet men in iedere voeg twee spiraalankers naast elkaar aanbrengen. Bij een muurdikte van 220 mm mag de maximale overspanning niet meer dan 3 meter bedragen. De horizontale verdeling van de roestvast stalen spiraalankers is vier tot vijf steenlagen en bedraagt 300 tot 400 mm, afhankelijk van de dikte van de metselstenen.
Na het frezen, schoonmaken van de sleuven en het aanbrengen van de ankermortel, plaatst men het eerste spiraalanker. Daarop brengt men weer ankermortel aan, waarna men het tweede spiraalanker kan plaatsen en de resterende voegopening kan vullen met ankermortel. De spiraalankers en ankermortel aandrukken met de voegspijker voor een gelijkmatige verdeling. Er blijft een voeg van circa 15 mm over. De ankerspecie drie tot vijf dagen laten drogen, daarna afvoegen met normale voegmortel.

Aandachtspunten

De sleuven moeten voldoende vochtig zijn om het verbranden van de ankermortel tegen te gaan. Bij het aanbrengen van een nieuwe voeg moet men ervoor zorgen dat deze voeg qua samenstelling van de voegmortel en qua voegtype overeenkomt.
Voor gescheurde of beschadigde metselstenen geldt dat deze moeten worden hersteld door ophakken en met kant-en-klare steenpasta in het juiste kleurmengsel repareren.

Uitgangspunt kostengegevens

In de kostenberekeningen is uitgegaan van de gemiddelde uitvoeringstijd voor de werkzaamheden in een bestaande, normale situatie en van de bruto prijzen voor de materialen en producten. De directe kosten zijn exclusief steigerwerk, materieelgebruik, transport, afkomende materialen en stort, het beschermen of afdekken van het omliggende en het documenteren van de bestaande situatie, indirecte bedrijfskosten, winst, risico en BTW. Voor de indirecte kosten, winst en risico is apart een toeslag van 17% opgenomen in de tabel bij de kolom Indirecte kosten. Het regionale kostenniveau betreft de regio Oost Gelderland (postcode 7000 – 7100). Op www.casadata.nl ziet men het kostenniveau van de eigen regio door het opgeven van de eigen postcode.