Kennemer Sportcenter: topprestatie in verduurzaming
Een prima voorbeeld van verduurzaming van gemeentelijk vastgoed. Dat is Kennemer Sportcenter, met 3080 m2 vloeroppervlak aan sporthal en twee tennishallen van 3650 m2 één van de grootste sportaccommodaties in de regio Kennemerland. Gemeente Haarlem en exploitant NV SRO, waarin verschillende gemeenten participeren, kozen voor een pakket aan maatregelen, bekeken over een langere termijn qua prestaties en onderhoud.
Het Kennemer Sportcenter is op een slimme wijze verduurzaamd met een doorkijk naar energieprestaties en onderhoud.
‘Verduurzamen én een operationeel onderhoudsplan; die balans is hier gevonden. Met als uitgangspunt wat minder nadruk op de techniek, maar meer nadruk op het langjarige resultaat’, aldus Marco Rijsdijk van DWA dat adviseerde in de installatiemaatregelen zoals pv-panelen op een nieuwe witte dakbedekking en houtketel voor verwarming.
‘Dit type gemeentelijke panden moet wel exploitabel blijven bij zo’n verduurzamingsslag. Ambities van gemeenten zijn hoog als het om CO2 reductie en footprint gaat. Bij dit project is gebleken dat ‘goed genoeg is’ wanneer je specifieke maatregelen optimaal op elkaar afstemt en ze als een hefboom elkaar laat versterken. We hebben gekeken naar de prestatie van het geheel van maatregelen binnen een acceptabele terugverdientijd. We hebben gestuurd op kpi’s (key performance indicatoren). Dan kom je binnen de samenwerking uit op andere maatregelen die een opdrachtgever zelf zou nemen. Het mooie is dat het een laagdrempelige manier van vastgoedmanagement voor gemeenten is. Het vergt wel een andere rol van dezelfde gemeenten, die de regie overlaten aan SRO en marktpartijen die (technische) inbreng hebben. Uiteindelijk is de opdrachtgever zeer tevreden omdat hij in principe voor 15 jaar geen omkijken heeft naar of discussie heeft over energieprestaties of onderhoud. Dat ligt allemaal bij de bedrijven die de uitdaging zijn aangegaan.’ Bij het Kennemer Sportcenter zijn dat Van Dorp Energie voor de pv-panelen en Kuijpers Energiepartners voor de houtketel.
Op het dak met nieuw witte dakbedekking zijn pv-panelen gekomen.
Er is gekozen voor een houtketel voor de verwarming.
Binnen dit project is het een optelsom geweest van meerjarenonderhoudsplan, besparing op energiekosten, ruimere exploitatiemogelijkheden, subsidies en investeringen door Haarlem en SRO die de verduurzaming mogelijk hebben gemaakt. Marco Rijsdijk: ‘We hebben bouwkundige zaken als dakisolatie en witte dakbedekking, pv-panelen en houtketel in aparte deelopdrachten EMV-aanbesteed. Met prestaties en onderhoud daaraan gekoppeld. Bijvoorbeeld gegarandeerd 2.250.000 kWh van de pv-panelen in 15 jaar. Zo bouw je concreet en overzichtelijk de toekomst in. Met ruimte om kennis en kunde in te zetten om het resultaat te optimaliseren. Zo zijn de omvormers uiteindelijk op voorspraak van Van Dorp niet op het dak geplaatst, maar in de toestellenberging. Voorts bleek de kwaliteit van de houtsnippers eerst te goed te zijn (te droog) zodat deze op de wand van de nieuwgebouwde bunker vastkoekten. Kuijpers laat inmiddels andere leveren en de houtketel draait nu prima.’
Via een bunker worden de houtsnippers aangevoerd.
Oplossingen in samenspraak
Grootste opgave bij de bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden vorig jaar was de eis dat de sporthal continu in bedrijf moest blijven. ‘Daar is de hele planning op afgestemd. Dat ging prima, ware het niet dat op het dak ook drie zendmasten van drie verschillende telecomproviders staan. Met een wirwar aan kabels. Het heeft tijd gekost om dat allemaal te regelen. Er is nu sprake van een gezamenlijke nieuwe kabelgoot op het dak. Voorts is hun bliksemafleider vernieuwd.’
Soms ontkwamen de sporters niet aan enige overlast. ‘Tegen de zomer trainde de Olympische judoselectie in de accommodatie, maar er was even geen tapwater toen de distributieleidingen van de nieuwe houtketel op de bestaande leidingen moesten worden aangesloten. In samenspraak is een oplossing gevonden.’
Op een scherm zijn alle energieprestaties te volgen.
In het sportcentrum stonden twee grote cv-ketels. De slechtste is weggehaald, de andere doet nu dienst als piekketel. ‘Dan hoeft niet alles op 100 procent capaciteit te branden, maar bijvoorbeeld op 70 procent en zo belast je installaties minder. Dat vergt ook minder lange-termijnonderhoud. De ventilatie van de hallen is zodanig uitgekiend dat in de zomer de koele verse lucht ’s nachts wordt binnengehaald en ’s winters juist overdag als de lucht minder koud is. De prestaties van alle maatregelen worden via een monitoringstool inclusief publieksscherm in de hal bijgehouden en er wordt direct ingegrepen als er afwijkingen zijn. Zo vallen alle puzzelstukjes netjes in elkaar. Door behapbare maatregelen gelijktijdig en integraal uit te voeren, blijft de verduurzaming van gemeentelijk vastgoed betaalbaar en minder risicovol.’