Wiebes stelt zzp’ers en opdrachtgevers gerust

Artikel delen

In november vorig jaar schortte staatssecretaris Wiebes van Financiën de handhaving van de Wet Deregulering en Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) op tot in ieder geval 1 januari 2018. In januari lichtte de staatssecretaris deze stap nog eens toe in een brief aan tientallen brancheorganisaties. Wiebes: ‘Zzp’ers en opdrachtgevers hoeven niet bang te zijn voor eventuele boetes en naheffingen bij de Wet DBA’. Begin februari kregen ruim een half miljoen zzp’ers een brief met dezelfde strekking.  
 

Tekst: Mr. Frank Kerkhof RB
Alfa Accountants en Adviseurs te Bennekom
fkerkhof@alfa.nl

De Wet DBA regelde per mei 2016 de afschaffing van de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Daarmee viel ook de ‘zekerheid’ weg die de VAR opdrachtgevers en zzp’ers tot dat moment bood over de status van hun arbeidsverhouding. Beide partijen moesten aan de slag om te beoordelen of de opdrachtnemer een echte zzp’er is of eigenlijk toch als werknemer beschouwd moet worden. De nieuw geïntroduceerde modelovereenkomst geeft immers niet dezelfde vrijwaring van loonheffingen als voorheen de VAR. Ondernemers ervaren daardoor vooral onzekerheid. Veel bedrijven maken zelfs geen gebruik meer van zzp’ers. Deze onrust heeft uiteindelijk geleid tot uitstel van de handhaving van de Wet DBA tot in ieder geval 1 januari 2018. In zijn brief van 16 januari 2017 aan diverse brancheorganisaties licht Wiebes toe wat dit betekent.

Geen naheffing, boetes en correctieverplichtingen

Oorzaak van de onrust is volgens de staatssecretaris het niet aansluiten van de arbeidswetgeving bij het huidige maatschappelijk beeld van wat een arbeidsverhouding is. Daarom gaat het kabinet onderzoeken of de criteria voor loondienst anders ingevuld kunnen worden. Om dit proces de ruimte te geven, handhaaft de overheid de Wet DBA voorlopig niet: ‘Dit betekent dat als een opdrachtgever een zzp’er inhuurt en de Belastingdienst achteraf constateert dat er sprake is van loondienst, de fiscus geen naheffing, boetes en correctieverplichtingen voor de loonheffingen zal opleggen. In dat opzicht kunnen opdrachtgevers dus met een gerust hart zaken doen met zzp’ers.’ Als de Belastingdienst op een moment na 1 januari 2018 wél begint met handhaven, wordt dit tijdig en duidelijk aangegeven.

Handhaving wél bij kwaadwillenden

Een uitzondering geldt voor kwaadwillenden. Zij kunnen wél correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen tegemoet zien. ‘Kwaadwillend is de opdrachtgever of opdrachtnemer die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij weet (of had kunnen weten) dat feitelijk sprake is van een dienstbetrekking (en daarmee een oneigenlijk financieel voordeel behaalt en/of het speelveld op een oneerlijke manier aantast).’
‘De Belastingdienst richt de handhaving nu eerst op de ernstige gevallen: situaties waarin partijen duidelijk buiten het wettelijke kader treden. Het gaat daarbij dus niet om een zelfstandige professional bij wie er ruis is over de gezagsrelatie. Het gaat wel om gevallen waarin opdrachtgevers opereren in een context van opzet, fraude of zwendel. Daarbij kunt u denken aan situaties waarin sprake is van listigheid, valsheid of samenspanning en situaties die leiden tot ernstige concurrentievervalsing, economische of maatschappelijk ontwrichting of waarin het risico aanwezig is van uitbuiting.’
Voor de goede orde: iemand van wie een eigen overeenkomst door de Belastingdienst is afgewezen, valt niet onder de definitie van kwaadwillende.

Hoe om te gaan met modelovereenkomsten?

Wat betekent het uitstel voor het werken met modelovereenkomsten? Volgens Wiebes kunnen partijen die met (goedgekeurde) modelovereenkomsten werken, dat gewoon blijven doen. Voor opdrachtgevers en zzp’ers die hun samenwerking nog niet hebben vastgelegd in een overeenkomst, kunnen gebruik maken van de modellen op de site van de Belastingdienst. In afwachting van de ‘herijking’ van de arbeidswetgeving hoeven partijen nieuwe overeenkomsten niet aan de fiscus voor te leggen. Wél beoordeelt de Belastingdienst overeenkomsten op verzoek. Dit gebeurt aan de hand van de huidige wetgeving.

Tenslotte

Hoewel handhaving van de wetgeving is uitgesteld, is het onderliggende probleem niet opgelost. De vragen ‘kan ik arbeidskrachten inzetten op de manier die ik beoog?’ en ‘ben ik eigenlijk wel zzp’er?’ blijven van belang. Daar komt nog bij dat een toekomstige, nieuwe definiëring van begrippen een heroverweging nodig kan maken. Voor nu verwijs ik naar de DBA-check op onze site. Wellicht helpt het u een stapje verder in dit ‘doolhof’