25% of 22% bijtelling?

Artikel delen

Per 1 januari 2017 is de standaardbijtelling voor de auto van de zaak verlaagd van 25% naar 22% van de cataloguswaarde. Alleen voor auto’s die helemaal geen CO2 uitstoten (het meest bekende voorbeeld is de Tesla) geldt nog een lagere bijtelling van 4% van de cataloguswaarde.
 

Maar let op: het percentage van 22% geldt alleen voor nieuwe auto’s! Dat wil zeggen, auto’s met een datum van eerste toelating op de weg vanaf 1 januari 2017. Voor auto’s met een eerste toelating op de weg van voor die tijd, gelden ‘andere percentages’. Ik blijf hier bewust een beetje vaag omdat de wetgever de afgelopen jaren niet heeft nagelaten ons te overspoelen met verschillende bijtellingspercentages voor allerlei autotypes en vervolgens weer met wijzigingen daarvan.
Maar terug naar de hoofdvraag: 25% of 22% bijtelling? Als uw auto op dit moment in de bijtelling van 25% valt, blijft dit ook in 2017 zo. Zelfs na 60 maanden valt deze auto niet terug naar een bijtelling van 22%! Duidelijk toch? Jazeker, maar toch komt de vraag op of dit oneerlijk is. Of in meer fiscale termen: of dit een verschillende behandeling is van gelijke gevallen? Bij de ene werknemer die een auto least sinds 2016 wordt de 25% bijtelling toegepast, terwijl bij zijn collega die sinds 2017 dezelfde auto least maar 22% bijtelling wordt toegepast. Is dit rechtvaardig? Zou het niet in beide gevallen 22% moeten zijn?
Volgens staatssecretaris Wiebes is dat niet het geval. Hij stelt dat deze werknemers bewust hebben gekozen voor een onzuinige auto met een 25%-bijtelling. Op zijn zachtst gezegd is dit nogal makkelijke redenering. Het is denkbaar dat op dit punt een stroom aan bezwaarschriften op gang gaat komen. Het logische aangrijpingspunt voor werknemers (en ondernemers) is de aanslag inkomstenbelasting 2017. Die wordt op z’n vroegst pas in 2018 verwacht. Het is niet uitgesloten dat er in de tussentijd hierover toch al rechterlijke uitspraken bekend zijn. Want wellicht maken werkgevers of werknemers, hoewel onpraktisch, al eerder bezwaar tegen de verschuldigde premie werknemersverzekeringen. De bijtelling voor de auto behoort immers tot het premieloon.
De vraag is natuurlijk of bezwaar maken überhaupt zinvol is. Tja, het is niet bij voorbaat kansloos, maar de ervaring leert wel dat dit soort zaken zelden tot succes leidt. De Belastingdienst zal het bezwaar sowieso in eerste instantie afwijzen, waarna een lange en kostbare beroepsprocedure wacht. Het is ook mogelijk dat er zoveel belastingplichtigen bezwaar maken dat de staatssecretaris er een ‘procedure massaal bezwaar’ van maakt. Dan kunt u meeliften op de behandeling van een vergelijkbare zaak bij de rechter, zelfs als u zelf geen bezwaar heeft gemaakt. Maar zover is het nog lang niet.

Mr Frank Kerkhof FB
Alfa Accountants en Adviseurs te Bennekom
Fkerkhof@alfa.nl