Meerwaarde van kleiwinning

Artikel delen

Tweede Kamerlid Stientje van Veldhoven ontving op 16 mei het eerste exemplaar van het onderzoeksrapport ‘De meerwaarde van kleiwinning langs de Grote Rivieren’. Het betreft een onderzoek naar duurzame kleiwinning voor gebakken bouwmaterialen. Zij deed dat als fungerend voorzitter van de Vaste Kamercommissie Infrastructuur en Milieu.

Van Veldhoven (D66) ontving het rapport uit handen van Bert Jan Koekoek, vicevoorzitter van brancheorganisatie Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek en directeur van Wienerberger. Uit het onderzoek blijkt dat de alliantie tussen kleiwinning voor bouwproducten, rivierverruiming en natuurontwikkeling een bewezen bijdrage levert aan verduurzaming van de Nederlandse samenleving. ‘Hiermee dient rekening te worden gehouden bij toekomstig beleid zoals op het gebied van Natura 2000 en een circulaire economie’, aldus de KNB vicevoorzitter in een toelichting.

15 jaar kleiwinning

Het onderzoek is resultaat van samenwerking van branchevereniging KNB met kleiwinner K3Delta. Het werd gefinancierd door RVO Nederland. Het onderzoek bevat de resultaten van vijftien jaar kleiwinning op basis van achttien projecten: 1.800 hectare nieuwe natuur, 40 cm waterstandsverlaging en 330 hectare extra ondiep water met veel biodiversiteit en genoeg klei voor bakstenen en dakpannen van circa 600.000 nieuwe eengezinswoningen.
KNB deed het onderzoek in overleg met kleiwinners en in het licht van Nederland Circulair, het Grondstoffenakkoord en andere beleidsinitiatieven die zich richten op klimaatverantwoord ondernemen en bescherming van het Natuurlijk Kapitaal.

Quotes in het rapport van de zijde van onder andere Natuurmonumenten, de Gelderse Natuur en Milieufederatie (GNMF) en ARK Natuurontwikkeling maken duidelijk dat natuur- en milieuorganisaties zich herkennen in de conclusies: ‘Door rivierverruimende maatregelen wordt de afvoercapaciteit vergroot en ontstaan er nieuwe kansen voor natuur en landschap. Natuurontwikkeling en kleiwinning zijn hierbij een ijzersterke combinatie’, aldus Fons Mandigers, gebiedsmanager bij Natuurmonumenten.