Verwijdering verlichting voor sloop

Artikel delen

Energiezuinige lampen en armaturen moeten sinds 2002 verplicht worden ingezameld en gerecycled. Bij renovatie of sloop van kantoren en ander utiliteitsvastgoed lekt deze waardevolle materiaalstroom echter nog steeds grotendeels weg. Branchevereniging voor sloopaannemers en asbestverwijderingsbedrijven VERAS en Stichting LightRec hebben daarom een nieuwe aanpak ontwikkeld voor de sloopbranche. Sloopbedrijf Putman Sloopwerken en Infra b.v. uit Westervoort deed daarmee onlangs concreet ervaring op.

Nederlandse kantoren, bedrijfs- en schoolgebouwen hangen vol met tl-verlichting en armaturen. Geen wonder dat er naar schatting elk jaar zeker 900 ton armaturen en ruim 460.000 energiezuinige lampen vrijkomen bij sloop- en renovatieprojecten (voor de beeldvorming: 900 ton is ongeveer het gewicht van twee Airbus A380 vliegtuigen). Een groot deel van deze hoeveelheid verdwijnt ofwel in de metaalbak, ofwel gewoon in het slooppuin. ‘Dat mag dan staande praktijk zijn, het is wél in strijd met Europese regelgeving’, zegt Gied van Hoorn van Stichting LightRec, in Nederland verantwoordelijk voor de inzameling en recycling van energiezuinige verlichting.
‘Er geldt al sinds 2002 een wettelijke inzamelplicht voor energiezuinige verlichting’, zegt Van Hoorn. ‘Die kwam aanvankelijk voort uit het feit dat energiezuinige lampen kleine hoeveelheden milieubelastende stoffen bevatten, zoals kwik en neon. Armaturen kunnen daarnaast pcb-houdende condensatoren bevatten. Die moeten niet in de leefomgeving terechtkomen. Later is daar een belangrijk argument bijgekomen: energiezuinige lampen – spaarlampen, tl-buizen, gasontladingslampen maar ook ledlampen – bevatten veel grondstoffen die tot wel 90% gerecycled kunnen worden. Dat geldt eveneens voor de bijbehorende armaturen.’

Actieplan

Vorig jaar ontwikkelde LightRec een actieplan om de hoeveelheid ingezamelde lampen en armaturen uit de sloopsector in vijf jaar tijd te verdubbelen. Dat gebeurde samen met uitvoeringsorganisatie Wecycle en VERAS, belangenvereniging van gecertificeerde sloopaannemers. Dit plan kenmerkt zich door een multichannelstrategie: het richt zich niet alleen op de sloopaannemers zelf, maar op alle belangrijke schakels in de sloopbranche, van beleidsmakers tot ingenieurs en van opdrachtgevers tot uitvoerders.
‘We willen het correct verwijderen en inzamelen van verlichting op laten nemen in standaard bouwbestekken, richtlijnen, criteriadocumenten voor aanbestedingen, formele sloopmeldingen en in andere communicatiemiddelen die de doelgroepen in hun dagelijkse werk tot zich nemen’, aldus Van Hoorn. ‘Technisch gesproken is het helemaal niet zo ingewikkeld. Wat telt is wat de markt vraagt. Als het apart inzamelen van verlichting met behulp van de officiële inzamelmiddelen een harde voorwaarde is die in het bestek of in de aanbesteding is opgenomen, dan komen partijen vanzelf in beweging. Een bijkomend voordeel is dat je op die manier een level playing field creëert omdat dat iedereen het mee moet nemen in zijn aanbieding.’

Pilotproject

Om snel concrete resultaten te kunnen boeken zochten LightRec en VERAS direct contact met de leidende adviesbureaus in de sloopbranche die namens opdrachtgevers van sloopprojecten werken voorbereiden en begeleiden. Samen met deze strategische partners werd onder meer verkend of separate inzameling van verlichting en armaturen een eis zou kunnen worden voor de eigen kwaliteitscertificering, de BRL SVMS-007. Ook werd besloten een aantal pilots op kleine schaal uit te voeren om zo ervaring op te doen.

Het eerste pilotproject vond onlangs plaats in de gemeente Boxmeer. Daar werd in een tweetal afgedankte schoolgebouwen de verlichting verwijderd voorafgaand aan de totaalsloop. Het bij dit traject betrokken sloopbedrijf was Putman Sloopwerken en Infra B.V. uit Westervoort. Projectleider Marc Jansen vertelt: ‘Tjeerd Hendriks van Sloopadviseurs vroeg ons op een zeker moment of we wilden participeren in dit project. Voor ons was het interessant: niet alleen was de gemeente Boxmeer voor ons een nieuwe opdrachtgever, het was ook een mogelijkheid om te laten zien dat we voorop willen lopen in de markt.’

Collega Mark van Ginkel vult aan: ‘Het paste ook wel bij het DNA van de onderneming. Putman is van oudsher niet alleen een sloopbedrijf, maar ook een recyclebedrijf. Zo proberen we zaken die herbruikbaar zijn altijd een tweede leven te geven via recycling of via een handelaar.’
Het belangrijkste leerpunt uit het project was dat het separaat verwijderen van verlichting minder tijdrovend is dan gedacht. Jansen: ‘In dit geval was het een kwestie van twee man en een rolsteiger. Het eerste gebouw kostte ons twee dagen, het tweede gebouw slechts één dag. Hoe meer gestandaardiseerd de verlichting en het plafond zijn, hoe sneller het gaat. Ik denk dat op basis van een aantal van dit soort projecten al snel een richtlijn zal ontstaan, want daar is de sloopsector altijd al goed in geweest. Dan kun je als sloper op basis van het type gebouw en het aantal vierkante meters vrij eenvoudig een rudimentaire kosteninschatting maken.’

Vermelden in sloopbestek

Omdat de gemeente Boxmeer zich had laten adviseren door een professionele sloopadviseur, stond het apart inzamelen van verlichting als zodanig omschreven in het sloopbestek. Dat is echter de uitzondering, zegt Jansen. ‘De meeste bestekken vermelden dit niet. Als er al een bestek is, want in zeven van de tien zaken is dat niet eens het geval. Projectontwikkelaars maken dat soort kosten bij voorkeur niet: voor hen is de bestaande opstal alleen maar ballast die zo goedkoop mogelijk verwijderd moet worden. En private eigenaren weten vaak niet eens van het bestaan van zoiets als een sloopbestek. Daar zit ook de speelruimte voor de niet-gecertificeerde sloopbedrijven in de markt: die hebben helemaal geen belang bij extra eisen in een bestek, want dat drijft alleen maar de prijs op.’

Om het door Van Hoorn van LightRec gewenste level playing field te creëren ziet Jansen eigenlijk maar één mogelijkheid: gemeenten zouden geen Omgevingsvergunning Slopen meer moeten afgeven als niet zwart-op-wit kan worden aangetoond dat de sloop is aangemeld bij LightRec of haar uitvoeringsorganisatie Wecycle. ‘Dan kun je ook echt gaan handhaven’, zegt zijn collega Van Ginkel. ‘
“Nu wordt er eigenlijk enkel gehandhaafd op asbest. Terwijl je, als je als controleur toch een kijkje komt nemen in het logboek van de DTA (Deskundig Toezichthouder Asbest, red.), natuurlijk ook best even kunt checken of er Wecycle inzamelboxen aanwezig zijn voor de verlichting.’

Forse inspanning

Jansen vindt het uitgevoerde pilotproject een ‘prima initiatief’, maar denkt wel dat het meekrijgen van de totale sloopbranche nog een forse inspanning vraagt. ‘Om te beginnen omdat de sloopmarkt een vechtmarkt is waar elke euro extra op de offerte het verschil kan maken. Op dit moment is er geen level playing field: bedrijven die netjes en duurzaam willen werken, zijn duurder en niet iedere opdrachtgever is bereid daarvoor te betalen. Het gaat dus niet zozeer om een gebrek aan kennis, maar vooral om een commercieel handelingsperspectief. Daar komt bij dat de sloopsector sterk gefragmenteerd is, met veel kleine, regionaal opererende bedrijven. En tot slot is niet elk sloopobject even interessant voor deze aanpak. Standaard kantoorgebouwen en scholen bijvoorbeeld bevatten veel verlichting, maar bij een blok huurwoningen zal het hooguit om een paar vergeten tl-buizen gaan. Dan moet je je afvragen of het doel de inspanningen wel heiligt.’

Toch denken Jansen en Van Ginkel dat de sloopsector op zeker moment ‘om’ zal gaan. Van Ginkel: ‘De goede bedrijven in ieder geval wel. Want die streven al langere tijd naar een transformatie van een sloopbedrijf naar een leverancier van herbruikbare grondstoffen, als motor van de circulaire economie. Lampen en armaturen zijn een heel specifieke en ook hoogwaardige materiaalstroom die dus ook kansen biedt.’