Nieuwe Musis-zaal vol technische snufjes
De bouwhekken zijn nog niet allemaal weg en ook de bouwmensen niet. Er wordt nog volop gewerkt aan met name het oude Musisgebouw (1847) in Arnhem. Maar de nieuwe concertzaal is onlangs in gebruik genomen en wordt door ingewijden wel de ‘concertzaal van de toekomst’ genoemd. Meest opmerkelijk aan de nieuwe zaal zijn de wanden die kunnen worden aangepast aan de gewenste akoestiek én de enorme glazen pui in de kopgevel, achter het podium, die kan worden opengeschoven.
Kopgevel van de nieuwe Parkzaal van Musis in Arnhem, met de grote glazen pui van 16 x 10 meter waarvan twee delen van 5 x 8 meter geopend kunnen worden.
Tekst en foto’s: Carla Debets Bouwtekst
Musis – voluit Musis Sacrum – in Arnhem kent een roerige geschiedenis. Gebouwd in 1847 waren de twee zalen – oorspronkelijk ontworpen voor een Nederlands-Duits zangconcours – bij de oplevering al te klein. In de loop der jaren zijn er onder meer uitbreidingen geweest, werden zalen afgebroken en weer opgebouwd, en waren er funderingsverbeteringen en aanpassingen van het horecagedeelte. Er was zelfs even sprake van het compleet afbreken van het Musis-gebouw en dit weer buiten de stadwallen op te bouwen, maar dit plan ging door hevige protesten uit de bevolking niet door. De laatste verbouwing – 20 jaar geleden – bestond onder meer uit het aanbouwen van een artiestenfoyer aan de oostgevel van het oorspronkelijke gebouw.
Het ‘nieuwe’ Musis is ontworpen door Van Dongen Koschuch Architects and Planners. Het ontwerp is gebaseerd op drie uitgangspunten:
– het oorspronkelijke monument moet weer tot zijn recht komen;
– Musis moet onderdeel worden van de Singels (en het park Lauwersgracht) en
– Musis moet een topzaal krijgen qua akoestiek.
Het ontwerp van de relatief smalle concertzaal laat vanaf grote afstand de hoektorens van het oorspronkelijke gebouw in het zicht.
Het ‘nieuwe’ Musis
Om het oorspronkelijke monument zo goed mogelijk te herstellen én tot zijn recht te laten komen, is een groot aantal aanbouwen gesloopt. De nieuwe concertzaal – de Parkzaal genoemd – is zodanig ontworpen en gesitueerd dat zichtlijnen langs de nieuwbouw nog steeds de markante hoektorens van het oude gebouw in het zicht laten. Bovendien is de Parkzaal van het oorspronkelijke Musis ‘losgehouden’ door een glazen entree en foyer met loopbrug. De foyerruimte loopt om de nieuwe Parkzaal heen, met aan de buitenzijde 5 meter hoge glazen gevels, als een soort plint die oud en nieuw verbindt. De entree kenmerkt zich door vier schuifdeuren van 1 bij 5 meter, ook van glas.
Bij het ontwerp is slim gebruik gemaakt van de lage grondwaterstand ter plaatse. Hierdoor kon namelijk een groot deel van de gewenste ruimte – maar liefst 60 procent – relatief goedkoop in de grond worden gebouwd. En dit leidde weer tot een minder massale aanbouw ten opzichte van het bestaande. Bovendien bleef door het in de grond bouwen méér geld over voor de ‘bovenbouw’. In de grond liggen onder andere de artiestenfoyers, de ruimte voor stoelenopslag, technische installaties, bergruimtes en keukens.
De gevels van de Parkzaal zijn bekleed met keramische elementen. Met de smalle stroken waren de hoeken relatief eenvoudig uit te voeren.
Bijzondere kopgevel
Om de nieuwe Parkzaal onderdeel te laten zijn van de groene omgeving, kreeg de zaal een bijzondere kopgevel. Hierin is namelijk een grote glazen pui opgenomen van 16 meter breed en 10 meter hoog. Deze pui ligt, vanuit de zaal gezien, aan de achterzijde van het podium. Bij concerten kunnen niet alleen toeschouwers in de zaal het park inkijken, maar mensen in het park zien eveneens dat er in de Parkzaal een concert is. Meest bijzonder is dat deze glazen pui bovendien in twee delen (van 5 bij 8 meter) geopend kan worden. Daardoor kunnen – in geopende toestand – de musici eveneens richting het park spelen.
De gesloten gevel van de Parkzaal is, boven de glazen foyers, afgewerkt met smalle verticale keramische elementen. Deze elementen hebben een trapeziumvormige holle doorsnede (zogenaamde tubes) en ze zijn geglazuurd in verschillende nuances groen, aansluitend bij de groene omgeving. De smalle verticale elementen zijn één voor één op de betonnen achtergevel bevestigd met behulp van staalprofielen. Dit was een arbeidsintensief karwei, maar met de smalle elementen waren wel de ronde hoeken eenvoudig uit te voeren. De keramische elementen zijn binnen op de foyer- en zaalwand doorgezet, maar dan zonder isolatie.
De keramische elementen hebben een trapeziumvormige doorsnede en zijn hol van binnen.
Topzaal qua akoestiek
Bood de oude grote zaal plaats aan 800 bezoekers, de nieuwe Parkzaal heeft 1.000 zitplaatsen en bij gebruik als popzaal zijn er circa 2.000 staanplaatsen. Het uitgangspunt ‘een topzaal qua akoestiek’ was niet eenvoudig. Temeer omdat de zaal zowel geschikt moest zijn voor symfonische muziek (de zaal is de ‘huiszaal’ van Het Gelders Orkest) als voor elektrisch versterkte muziek. Voor symfonische muziek geldt dat er een bepaalde nagalm moet zijn; voor elektrische muziek moet er zo min mogelijk nagalm zijn.
Akoestiek heeft ook te maken met de vorm en het volume van de zaal. ‘De relatief smalle en circa 17 meter hoge zaal én het volume van 15.000 m3 levert een geweldige akoestiek’, aldus projectleider Guus de Rijk van de gemeente Arnhem.
Van de concertzaal is een model op schaal 1:10 gebouwd bij de geluidsdeskundigen van Peutz. Daarin werd onder meer onderzocht hoe de wanden afgewerkt moesten worden (met scheefstaande panelen in verschillende richtingen), welke plafondafwerking het beste was (eveneens schuine panelen), en hoe de stoelen meewerken in de akoestiek (of niet, in geval van gebruik als popzaal). De grote (harde) glazen kopwand was daarbij nog een extra complicerende factor, alsmede het gegeven dat vloer en podium in hoogte en hellingshoek verstelbaar zijn. Het onderzoek leidde onder meer tot de plaatsing van twee series verplaatsbare absorptiepanelen, die aan rails rondom in de zaal verplaatsbaar zijn en, als ze niet worden gebruikt, worden weggeschoven tussen de wanden. De ‘finetuning’ van de akoestiek leidde tot de wandafwerking met verticale eiken panelen die zijn verlijmd in één of twee lagen.
Binnen in de foyer is de keramische afwerking doorgezet op de binnenwand van de Parkzaal.
‘Stoelendans’
De Parkzaal kreeg een geavanceerd stoelenopbergsysteem. Vanwege het gebruik van de zaal als concert- of popzaal moeten de stoelen regelmatig in en uit de zaal geborgen worden. Dit kost in de regel veel tijd en mankracht. In de Parkzaal worden de stoelen opgeborgen in een speciale ruimte direct onder de zaal. Hiervoor is in de zaalvloer een brede gleuf aanwezig die via een schacht leidt naar de ondergrondse ruimte. De stoelen worden via heftafels in deze schacht snel geborgen en/of weer teruggebracht. Speciaal is dat deze stoelen niet op nummer hoeven worden opgeborgen. De stoelen zijn namelijk voorzien van elektronische nummers die met behulp van speciale apparatuur gewijzigd kunnen worden in elk gewenst nummer.
Interieur van de concertzaal (beeld: Van Dongen Koschuch Architects and Planners).
Planning
Hoewel de nieuwe Parkzaal sinds begin mei in gebruik is, duurt de totale verbouwing nog tot september 2017. De planning is dat in januari 2018 het nieuwe Musis officieel geopend wordt.
De wanden en plafond van de zaal zijn bekleed met schuingeplaatste panelen die zijn afgewerkt met eiken stroken in één of twee verlijmde lagen.
Projectgegevens
Opdrachtgever: Gemeente Arnhem
Ontwerp: Van Dongen Koschuch Architects and Planners
Aannemer: Bouwbedrijf Mertens B.V.
Sloopwerken: KuiperArnhem
Adviseurs: – Peutz (akoestiek, brandveiligheid, bouwfysica)
– Aronsohn raadgevende ingenieurs (constructie)
– Nelissen ingenieursbureau (installaties)
Gevelbekleding Parkzaal: Koninklijke Tichelaar, Makkum
Oppervlakte: circa 13.500 m² BVO (6.000 m² nieuwbouw, 3.800 m² bestaand, 3.700 m² uitbreiding)
Start (sloopwerken): september 2015
Oplevering: eind 2017
Investeringskosten: ruim 20 miljoen Euro (inclusief de nodige vervangingen in het Stadstheater, dat onder dezelfde exploitant valt)
Boven in de zaal zijn – in een speciale berging – extra geluidsabsorberende panelen geplaatst die desgewenst, bij popmuziek, via rails in de zaal geschoven kunnen worden.
Met behulp van ‘heftafels’ in een ruimte onder de zaal kunnen de stoelen snel in en uit de zaal worden geplaatst.