We kantelen
Ik heb eerder betoogd dat er iets wezenlijks aan het veranderen is in de bouwsector. Decennia lang was de klant niet echt in beeld en was de sector in staat om de complexe keten met de vele rollen, in stand te houden. Iedereen probeert zijn boterham veilig te stellen en speelt in dat licht zijn rol. Dat betekent dat je de kaarten op de borst houdt en aldus ontstaat het conservatisme dat de sector zo kenmerkt. De kruik gaat echter net zo lang te water tot ze barst. In dit artikel aandacht hiervoor vanuit een in december 2016 georganiseerd symposium ‘the Tipping Point’.
Tekst: Jos Lichtenberg
De verandering is ingezet, maar wordt nog niet markt breed gevoeld. Erger nog; in grote delen van de markt wordt de verandering ontkend en dat is zorgelijk. Het maakt de markt log, die daarmee niet reageert op maatschappelijke noodzakelijkheden en kansen als duurzaamheid, vergrijzing, gezondheid, materiaal schaarste, et cetera. Kansen? Zeker, we gaan stellig naar een omgeving waarin wordt geconcurreerd op kwaliteit, originaliteit, innovatie en waarde en niet op waar we nu goed in zijn, namelijk concurreren op prijs. Dat omdenken is wel een dingetje.
Moeilijk kantelen
Als je in het oude patroon zit is het klaarblijkelijk heel moeilijk om te kantelen. Van aanbod- naar marktgericht. Ik ben nu veertig jaar bezig in het innovatie vak en nog altijd vind ik het lastig om deze overtuiging over te dragen. Ik vind het volstrekt logisch dat het roer om moet en ook dat het de business leuker maakt, maar ik stuit al met al vaak op weerstand. Veranderen doet kennelijk pijn.
Uiteindelijk bepaalt de opdrachtgever. En in dat veld tekent zich nu wel degelijk een groep koplopers af. En als die gaan communiceren volgt het peloton snel. Dan kan de vraag snel kantelen en worden alle statische oude wereld bedrijven sterk op de proef gesteld. Dreigende taal, maar ik kan het niet mooier maken. Overigens kan ik u ook niet zeggen of het u morgen of overmorgen overkomt. Ik weet wel dat het komt en dat het beter is om vandaag al de verandering in te zetten. Omdat het uiteindelijk toch moet, omdat het morgen te laat kan zijn en omdat het vandaag al wat oplevert.
Tijdens het symposium The Tipping Point op 16 december 2016 werden innovatieve vragers en innovatieve aanbieders bijeen gebracht. Als je in de uitvoerende bouw zit en in de zaal gezeten zou hebben, zou je je een ongeluk hebben geschrokken. ‘Zou’, want die tak van sport was niet rijkelijk vertegenwoordigd. Heeft de hoofdaannemer nog wel een rol in de toekomst? Ik vat de strekking kort samen.
Bijzonder gebruik
Siza heeft inmiddels ruim 50 jaar ervaring opgedaan met het bieden van woon- en zorgdiensten voor mensen met een ernstige lichamelijke beperking dan wel niet aangeboren hersenletsel. Siza is onder andere eigenaar van Het Dorp in Arnhem (ja dat van Mies Bouwman). Bij Siza ligt een andere bouwopgave. Siza is niet per se uit op bezit, maar op gebruik, in feite op de dienst die het product vertegenwoordigt. Bijvoorbeeld geen ketel of warmtepomp, maar warmte, geen armaturen, maar licht, geen roosters, maar ventilatie. Deze opdrachtgever realiseert zich ook dat de inzichten dermate snel veranderen, dat het vastgoed adaptief moet zijn. Men is tevens initiator van een Academy om tot oplossingen te komen voor probleemstellingen die de bijzondere doelgroep van Het Dorp aangaat. Recent is zelfs op initiatief van Siza een Health Deal tot stand gekomen, waarin maar liefst ruim vijftig partijen participeren. Het fundament voor de verandering is hier overduidelijk gelegd.
Ambitie
Een nieuwe wijze van ontwikkelen is dat je niet gaat wachten tot er een concrete vraag is die, zeker als het een wat complexe opgave is, allerlei drempels opwerpt die dan beslecht moeten worden. Maar dat er wordt vertrokken vanuit een ambitieuze doelstelling en eigen plan. Daarbij worden door de aantrekkingskracht van de sprankelende ambitie de stakeholders gemobiliseerd. Dat is wat BLOC in Rotterdam praktiseert. Lennart Graaff van BLOC toonde ook de successen die inmiddels zijn behaald met Dutch Windwheel in Rotterdam, Dutch Mountains in Eindhoven/Veldhoven en de Floriade. Ook bij de eerdergenoemde plannen rondom Het Dorp speelde BLOC een belangrijke rol in het definiëren van ambities en het mobiliseren van partijen. Allemaal grootse projecten waarbij je zeker niet op de laagste prijs wordt geselecteerd, maar op ambitie, waarde en kennis.
Concurreren op kwaliteit
Stan Vermeulen brengt met zijn stichting Roges een interessante wijze van uitvragen in praktijk. Hij maakt aan de voorkant geen plan met bestek om uiteindelijk op de laagste prijs te selecteren of op zijn gunstigst op basis van EMVI, de Economisch Meest Voordelige Aanbieding. Nee, Roges draait het om en geeft aan enkele consortia een taakstellend budget mee en laat partijen concurreren op kwaliteit. Wie het meeste levert voor de genoemde prijs, die voor iedereen gelijk is, is spekkoper. Aldus geen gedoe met meerwerk, omdat de aanbieder zelf het bestek of de specificatie heeft geleverd. Fantasie? Nee hoor, er zijn al diverse projecten op deze wijze gerealiseerd en het werkt.
Specialisatie
En ook de aanbieders organiseren zich hierop. Op 16 december zat op het podium onder andere Mick Eekhout, een zeer gewaardeerd collega uit Delft, maar ook oprichter en directeur van een zeer bijzondere bedrijf. Octatube is een kennis intensief bedrijf. De hoogwaardige kennis maakt het mogelijk om bij zeer uitdagende projecten de risico’s te beheersen. Hierdoor voegen zij, eventueel na een full scale testopstelling voor de clientèle, in die gevallen heel veel waarde toe. Het bedrijf is daardoor geen leverancier die achteraf op kosten wordt geselecteerd, maar een project partner die in de ontwerpfase al volop als ontwerper/engineer meedoet. De strategie is hier kiezen voor een superspecialisatie.
Maatschappelijke waarde
Hannie Stappers liet zien hoe Rockwool als bulkleverancier ook meer en meer bezig is om maatschappelijke waarde toe te voegen. Het gaat natuurlijk ook nog wel om het binnenhalen van orders en het product, maar de basis daarvoor wordt gelegd door betekenisvol te willen zijn. Gaat het om een levering of wil je als bedrijf wezenlijk kunnen bijdragen in het bestrijden van lawaai, het milieuprobleem nummer één van de nabije toekomst. Of wil je helpen om de ellende tijdens en na een brand te beperken of zelfs te voorkomen. Het voorkomen van slachtoffers is een triviale meerwaarde, maar ook het voorkomen van de onderschatte ellende na een brand is waardevol. Het gaat immers om veel meer dan een gebouw, inboedel en voorraden. Wat te denken van de derving, het weglopen van clientèle, de claims uit de directe omgeving, de milieuschade, et cetera. De indirecte schade is in de praktijk factoren hoger dan de schade die u en ik normaal op het netvlies hebben en waarvoor we doorgaans denken verzekerd te zijn. Ook hier doorzien bulkleveranciers als Rockwool dat er aldus waarde wordt gecreëerd en je aldus partner wordt van de vraagzijde.
30% onder budget
Eugene Peeters van P&H adviseurs vertelde zijn verhaal als bouwmanager bij het Slimbouwen project Venco Campus, waarbij door de andere procesorganisatie (Slimbouwen) en het anders functioneren van de inkoop, heel veel is bespaard. Maar liefst 30%; daarmee de ruimte biedend om te investeren in een imposant energie dak en andere maatregelen om te komen tot een Breeam Outstanding predicaat. Als bouwmanager werd rechtstreeks zaken gedaan met leveranciers. Dit werd mede mogelijk gemaakt door de wijze van opknippen van het proces volgens Slimbouwen, zonder daarbij bovenmatige risico’s aan te gaan. Dat blijkt bijvoorbeeld al uit de 2,3 % faalkosten. Dat is ten opzichte van de gebruikelijke percentages in de bouw (>10%) erg laag. Een 30.000 m2 project zonder aannemer. Hoezo verandert er niets
Het wordt leuker
De voorbeelden en podiumdiscussie maakten op 16 december duidelijk dat de eindklant en de producenten elkaar stevig aan het opzoeken zijn. De bulkmarkt bouwt nu wel weer volgens de principes van voor de crisis, maar er is ook een markt ontstaan voor een innovatieve aanpak, die zich kenmerkt door het creëren van waarde van de klant. Met het schaven aan kosten en met realisatie op basis van laagste prijs en gelet op de reeds zeer krappe marges, is de klant die later met meerprijzen en schadeposten wordt geconfronteerd, niet gediend. De aanbieders bewijzen zichzelf trouwens ook geen dienst. Want waarom zou je jezelf nu zo op de pijnbank willen leggen, terwijl de alternatieve veel leukere wegen zich nadrukkelijk aandienen?
Jos Lichtenberg is emeritus Hoogleraar Productontwikkeling. Hij richt zich onder andere via Off Road Innovations (www.offroadinnovations.nl) op het helpen van bedrijven en opdrachtgevers die inzien dat de bestaande weg doodloopt.