Commotie rond breedplaatvloeren
Op 9 oktober ontvingen alle gemeenten in Nederland van het ministerie BZK informatie en instructies over betonnen breedplaatvloeren in kantoren, winkelcentra, parkeergarages en andere gebouwen. Dit naar aanleiding van de instorting in mei 2017 van een parkeergarage in aanbouw op Eindhoven Airport, waar zulke vloeren waren gebruikt. Naar aanleiding van de brief is er lichte paniek uitgebroken en zijn er al veel gebouwen gesloten. Wat is er aan de hand?
Ruim twintig gebouwen zijn inmiddels nader gecontroleerd. Het gaat om scholen, parkeergarages, sportcentra en multifunctionele accommodaties, kantoren en een gerechtsgebouw. Een deel van de gebouwen is (soms deels) gesloten. De Erasmus Universiteit Rotterdam besloot 19 oktober 2017 het Polak gebouw op campus Woudestein per direct te ontruimen en tijdelijk te sluiten. Hierna volgde de hogeschool Windesheim in Zwolle, die uit voorzorg Gebouw X op de campus heeft gesloten in afwachting van nader onderzoek van de vloerconstructie. Dat lot trof niet snel daarna ook het Krimpenerwaard College in Krimpen aan den IJssel, een schoolgebouw van Saxion in Enschede en het gebouw van Leerpark Presikhaaf in Arnhem. In het Brabantse Hoeven is de opening van een nieuwe basisschool uitgesteld en Sporthal De Meent in Alkmaar werd extra onderstut en ging na korte tijd weer open. Branchevereniging VN Constructeurs schat na een inventarisatie onder grotere leden en na eigen berekeningen in dat er in Nederland mogelijk 100 tot 150 gebouwen staan met vloeren zoals die in de ingestorte parkeergarage bij Eindhoven Airport zijn gebruikt.
Wat is er aan de hand?
De parkeergarage in Eindhoven had breedplaatvloeren die waren vervaardigd met zelfverdichtend beton. Uit onderzoek door de TU/e is gebleken dat de afschuifsterkte van het aansluitvlak tussen de breedplaat en de ter plaatse gestorte druklaag relatief laag was. Aangenomen wordt dat dit veroorzaakt is door de toepassing van zelfverdichtend beton voor de breedplaten en het achterwege laten van enige vorm van opruwen van de bovenzijde van de breedplaten. Eerdere proeven met breedplaten van normaal grindbeton die niet zijn opgeruwd, leidden tot 2,5 à 3 maal hogere schuifsterkten in het aansluitvlak.
In een breedplaatvloer moet het positieve moment ter plaatse van de naad door een constructeur worden bepaald bij de maatgevende fundamentele belastingcombinaties volgens NEN 8700 ‘Beoordelen van de constructieve veiligheid van bestaande bouw’, niveau bestaande bouw. Indien er een positief moment ter plaatse van de breedplaatnaad moet worden overgedragen, moet de schuifspanning in het aansluitvlak tussen breedplaat en de druklaag onder een bepaalde grenswaarde blijven. Als in het aansluitvlak, ter plaatse van het oppervlak tussen de koppelwapening en de wapening in de breedplaat, de gemiddelde schuifspanning ten gevolge van de overdracht van de trekkracht naar de wapening in de breedplaat groter is dan 0,4 N/mm2, is de constructieve veiligheid niet langer gewaarborgd. Dit is namelijk de schuifsterkte die is gevonden bij het onderzoek naar de instorting bij Eindhoven Airport. De komende tijd zal experimenteel onderzoek worden uitgevoerd om de daadwerkelijke schuifsterkte van verschillende configuraties van betonmengsels en afwerking van de bovenzijde van de breedplaten te bepalen.
Wanneer is er sprake van een positief moment? Indien breedplaatvloeren aan beide uiteinden direct dragen op dragende wanden (zoals meestal bij woningbouw) of betonnen liggers, zal er geen sprake zijn van positieve momenten. Indien echter de breedplaatvloeren afdragen op kolommen, eventueel via verstijfde vloerstroken of stalen liggers, moet een constructeur bepalen of er sprake is van positieve momenten.
Reacties
Inmiddels is er ook kritiek te beluisteren op het onderzoeksrapport. Andere deskundigen, zoals directeur Rob Plug van de firma Bubbledeck (in de Eindhovense parkeergarage zat een bollenplaatvloer) en Rob Nijsse, hoogleraar Structural Design aan de TU Delft, wijzen ook op de mogelijkheid van uitvoeringsfouten. Anders gezegd: als iemand met een auto tegen een boom rijdt, zal dat meestal niet aan de auto te liggen. Uitvoeringsfouten die genoemd worden zijn onder meer het te vroeg weghalen van stempels, te geringe draagkracht van de kolommen en storten van beton bij vorst. Voorlopig is het laatste woord hierover dus nog niet gesproken.