Project in beeld

Actueel
Artikel delen

Licht als rode draad in gerenoveerd NS-station van de Lichtstad

Een bijzonder wederopbouwmonument is na vier jaar voorbereiding en vijf jaar verbouwing eind maart geleden officieel opgeleverd: het NS-station van de Lichtstad van Nederland, Eindhoven. Het oorspronkelijke ontwerp waar veel daglicht naar binnenviel, is teruggebracht, maar dan in een modern, 21e-eeuws jasje.

door Harmen Weijer
Foto’s: Arcadis

Op de Noordzijde is dat dak van transparante zonnecellen voorzien voor het opwekken van zonne-energie.

In de nieuwe reizigerstunnel geven grote lichtbakken zoveel licht dat de reiziger het gevoel heeft in een daglichtsituatie te lopen.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam Nederland in de jaren 50 in beweging. Men zocht het werk steeds verder uit de eigen stad, of men ging vaker een dagje op pad. En dat betekende in Eindhoven dat het treinstation om een uitbreiding, zelfs een vernieuwing vroeg. In 1956 werd dat monumentale station ontworpen met als credo: ‘Ik kom & Ik ga’, zoals dat ook is vastgelegd op het kunstwerp buiten het station.

 

Het NS-station in Eindhoven, in de volksmond Transitor vanwege het exterieure uiterlijk – is van buiten onveranderd gebleven. Maar het is binnen in oude luister hersteld.

“Aan dat credo hebben we toegevoegd: ‘Ik verblijf’,” vertelt Jitse de Hoogh, specialist restauratie en ontwerper bij Arcadis. Hij ondersteunde de afgelopen acht jaar architect Luc Veeger van Arcadis, die de renovatie van het gebouw heeft ontworpen in opdracht van NS en Prorail.
Voor dat verblijven was de afgelopen jaren steeds minder ruimte gekomen, want het station barstte uit zijn voegen als gevolg van steeds meer reizigers. “Daardoor kwamen er steeds meer commerciële ruimten in de oorspronkelijke open hallen en reizigerstunnel onder de treinsporen. Dat ging in de tunnel wel om een derde van de beschikbare ruimte.”

In de Zuidhal zijn op deze wijze steeds meer openbare units gerealiseerd voor de glazen gevel. Natuurlijk daglicht kwam als gevolg daarvan niet meer binnen. Door deze te verwijderen is dat oorspronkelijke beeld binnen in de monumentale hal weer teruggebracht. “We hebben tevens de oude trap weer hersteld”, vertelt architect Stefanie Weser van TAK Architecten in een filmpje op Prorail.nl. Zij heeft die de nieuwe Zuidhal in opdracht van NS en Prorail ontworpen. “Ook het oude metselwerk hebben we weer teruggebracht, om zo het oorspronkelijke gevoel terug te brengen in deze hal. De bestaande kozijnen hebben we van een nieuwe kleurstelling voorzien.”

Nieuwe reizigerspassage

Er valt meer licht op de trapopgangen uit de tunnel, onder meer doordat in de perronkappen piramide-vormige glazen delen zijn verwerkt.

Het noopte wel tot het vinden van een oplossing voor die commerciële ruimten, want het aantal reizigers blijft nog steeds stijgen. Die oplossing is gevonden in de vorm van een nieuwe. brede reizigerstunnel met ruimten voor winkels en kiosken. “Die nieuwe tunnel ligt deels onder de kap. Dat hebben we gedaan in verschillende fasen van zuid naar noord, zodat het treinverkeer door ging”, legt De Hoogh uit.
De nieuwe passage is in totaal 34 meter breed, waarvan een 13 meter brede loopzone met aan weerszijden winkel- en horecagelegenheden. De passage is daarmee niet alleen beter geschikt voor de commerciële ruimten van tegenwoordig, maar ook om de verwachte reizigersstroom aan te kunnen. Want door deze nieuwe reizigerstunnel is het station momenteel berekend op 120.000 bezoekers per dag, 50.000 meer dan nu. De Hoogh van Arcadis: “Door de kolommen van deze constructie in de winkelpuien te verwerken, is deze passage geheel kolomloos uitgevoerd. Dat geeft ook een ruimtelijk gevoel voor de reiziger.”

Daglicht en zonnecellen

De reizigerstunnel werd steeds minder goed beloopbaar door de stijging van het aantal reizigers en winkels in de tunnel.

Om mee te gaan in de moderne tijd zijn er architectonische slimmigheden toegepast, die ook passen in het duurzame karakter dat NS wil in haar stations. “We hebben tussen de nieuwe passage in het monumentale gebouw een transparate zone gemaakt met een glazen dak”, legt De Hoogh uit. “Daardoor komt er veel daglicht in die zones en tunnel binnen. Op de Noordzijde is dat dak van transparante zonnecellen voorzien voor het opwekken van zonne-energie. Omdat we tevens op een aantal perrons de glazen constructie beloopbaar hebben gemaakt, komt er in de nieuwe tunnel veel meer daglicht binnen.”
In de tunnel zelf geven grote lichtbakken zoveel licht dat de reiziger het gevoel heeft in een daglichtsituatie te lopen. Daar zijn ook wachtruimten voor de reizigers gerealiseerd om het verblijven te bevorderen. Verder valt er meer licht op de trapopgangen uit de tunnel. Dat komt enerzijds doordat deze opgangen breder zijn – en tevens voorzien van roltrappen – en anderzijds doordat in de perronkappen piramide-vormige glazen delen zijn verwerkt. Dat zorgt ervoor dat daglicht rechtstreeks op de trappen en de perrons binnenvalt.

Duurzaamste NS-station

In de Zuidhal zijn in het verleden steeds meer openbare units gerealiseerd voor de glazen gevel. Natuurlijk daglicht kwam als gevolg daarvan niet meer binnen.

Licht is niet het enige duurzame element dat het NS-station in Eindhoven heeft gekregen. Onder meer door toepassing van een installatie voor warmte-/koude-opslag, en door de openingen van de winkelpuien efficiënter te maken is er minder verwarming nodig. En naast de geïntegreerde zonnecellen zijn er ook 1900 zonnepanelen op het dak geplaatst. Daarmee streeft Eindhoven Rotterdam voorbij als het gaat om duurzame energie-opwekking op het stationsdak.
De combinatie van deze maatregelen levert Eindhoven het predicaat op ‘duurzaamste NS-station van Nederland’. Met als logische rode draad in de lichtstad van Nederland: licht.

 

BouwTotaal