Ventileren voor dummies

Goed ventileren van huizen en gebouwen is belangrijk vanuit het oogpunt van comfort én gezondheid. Maar er moet ook weer niet meer geventileerd worden dan nodig is, om niet met een hoge energierekening te worden geconfronteerd. Koude buitenlucht die binnenkomt warmt immers op tot kamertemperatuur en dat kost energie. Dit artikel probeert de toch best wel ingewikkelde materie van ventileren meer toegankelijk te maken. In BouwTotaal nummer 12 verschijnt deel 2.

Tekst: Kees van der Linden

Goed ventileren is niet alleen van belang voor een gezond en comfortabel binnenklimaat, maar ook vanuit energetisch oogpunt.

De discussie over ventileren speelt tegenwoordig ook in het kader van het voorkomen van besmettingen met het COVID-19 virus (Corona). Met onze ademhaling komen, als we besmet zijn met COVID-19, ook kleine deeltjes (aerosolen) waarin het virus zich bevindt in de lucht. Deze aerosolen moeten net als andere verontreinigingen worden afgevoerd. Als er niet voldoende wordt geventileerd wordt de concentratie van verontreinigingen in de lucht steeds hoger en daarmee ook de kans op besmettingen. Het gaat hierbij om continu ventileren en niet om zo nu en dan eens even ‘luchten’.

Ventileren in kort bestek

Ventileren klinkt heel simpel, maar goed ventileren is in de praktijk nog niet zo eenvoudig. Het begint er natuurlijk mee dat er goede voorzieningen aanwezig moeten zijn: te openen ramen, roosters en klepraampjes en mogelijkheden voor doorstromen van lucht van het ene vertrek (ene gevel) naar het andere vertrek (tegenover liggende gevel). Maar ook het doorstromen van lucht naar een centrale plaats (hal, trappenhuis) of naar keuken en toilet, waar een verticaal kanaal naar dakniveau is, van waaruit de afvoerlucht weer naar buiten kan. Bij dit soort voorzieningen spreken we van ‘natuurlijke ventilatie’. Deze situatie treft men aan in woningen tot aan circa 1975. Vanaf 1975 vindt vaak al mechanische afvoer van ventilatielucht plaats vanuit keuken, badkamer en toilet via een ventilator, meestal geplaatst op de zolder. Ook in oudere woningen is vanaf die tijd vaak een afzuigventilator geplaatst op de bestaande kanalen.

Moderne woningen hebben in veel gevallen een volledig ‘mechanische ventilatie’. Dat betekent dat de lucht naar de verschillende vertrekken door kanalen wordt toegevoerd en in de vertrekken binnen gebracht via ‘inblaasroosters’. De lucht wordt ook weer afgevoerd door kanalen. Dat kan via roosters (afvoerroosters) in de vertrekken of doordat de lucht kan doorstromen naar de keuken, hal, toilet en badkamer, waar de lucht wordt afgezogen.

Op de plaats waar de toevoer- en afvoerventilator staan kan ook via een ‘warmterugwin-unit’ warmte uit de afvoerlucht worden overgedragen aan de verse lucht van buiten. Dat geeft een enorme energiebesparing. Want het opwarmen van de (koude) buitenlucht tot kamertemperatuur kost bij een goed geïsoleerd huis over het jaar heen net zoveel of vaak zelfs meer energie dan het warmteverlies door vloer, gevels en dak. Dit soort systemen duidt men ook vaak aan als ‘balansventilatie’. Er wordt via ventilatoren net zoveel lucht afgevoerd als er wordt toegevoerd.

Voorbeeld balansventilatie met warmteterugwinning. Illustratie: Interieurdesigner.be.

Zowel bij ‘natuurlijke ventilatie’ als bij ‘mechanische (balans) ventilatie’ moet er duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen basisventilatie en spuiventilatie.

Basisventilatie

Met het woord ‘ventilatie’ bedoelen we sowieso alleen de bewust binnengebrachte verse lucht voor toevoer van zuurstof én afvoer van verontreinigingen. Denk aan afvoergassen van kooktoestellen, stoffen die vrijkomen bij koken, stoffen die afgegeven worden door materialen in huis (gordijnen, vloerbedekking, aftimmeringen) of de lijmen waarmee die zijn aangebracht. Maar natuurlijk ook alle stoffen die we als mens afgeven, zoals kooldioxide én allerlei geurstoffen.

Hiervoor is een continue ventilatie nodig van 25-50 m3/h verse lucht per persoon om de lucht voldoende fris te houden (geen geurstoffen) en meteen ook de afvoerstoffen van activiteiten en materialen af te voeren. Met onze ademhaling geven we ook vocht (waterdamp) af aan de lucht. Ook met koken, douchen, enzovoort, brengen we vocht in de binnenlucht. Als dat niet doelmatig wordt afgevoerd kan er op koude vlakken schimmelvorming plaatsvinden en op erg koude plaatsen (enkelglas bijvoorbeeld) ook condensvorming.

De basisventilatie vindt vaak plaats via roosters of klepraampjes die zich minstens 1,80 meter boven de vloer bevinden om tochtverschijnselen te voorkomen. Ook moeten ze goed regelbaar zijn, je moet ze wat dichter kunnen zetten als het harder gaat waaien bijvoorbeeld. Bij lage temperatuur verwarming (zoals bij gebruik van een warmtepomp) moet er echter extra aandacht worden besteed aan het voorkomen van tocht.

Verder is teveel ventileren (in het stookseizoen) natuurlijk zonde van de energie. Ook daarom zijn goede regelmogelijkheden belangrijk. Er bestaan ook automatisch regelende roosters, die zelf in de gaten houden (drukverschilmeting) of het harder gaat waaien waardoor er teveel geventileerd zou gaan worden en die dan automatisch een wat kleinere opening instellen. Ook kunnen de roosters worden gestuurd op basis van CO2-meting, zodat naar behoefte wordt geventileerd.

Spuiventilatie

Naast de basisventilatie kennen we ook de spuiventilatie. Daarvoor gebruiken we de openslaande ramen en eventueel deuren. ’s Morgens na het slapen om de slaapkamers te ‘luchten’, of om na een gezellige avond even de woonkamer weer fris te krijgen. Dat hoeft niet zo lang, bijvoorbeeld 15 minuten is mooi genoeg. Meer, of langer, is (in het stookseizoen) weer jammer omdat het extra energie kost.

In oude of slecht onderhouden huizen is er ook vaak veel (teveel) luchtuitwisseling door kieren en naden. Dat betekent een ongecontroleerde luchtuitwisseling tussen binnen en buiten. Dat leidt tot onnodig energieverlies én tot comfortproblemen zoals tocht. Daarom is het zaak naden en kieren zo goed mogelijk te dichten, maar… dan dus ook meteen checken of er goede ventilatievoorzieningen aanwezig zijn.

Bij het energiezuiniger maken van huizen wordt vaak te eenvoudig alleen maar aan isoleren of kieren dichtmaken gedacht. De invloed op de ventilatie wordt vaak vergeten. Ook kan een goed geïsoleerd huis ’s zomers minder makkelijk warmte kwijt. Het is dus zaak om ook overmatige zoninstraling te kunnen weren. Dat kan in feite alleen goed met buitenzonwering.

Daarnaast moet er goed kunnen worden geventileerd. Met name ook ’s nachts om het huis weer af te koelen, zodat de bouwmassa de volgende dag weer warmte op kan slaan en zo de temperatuurstijging in het huis beperkt blijft. Die nachtventilatie moet natuurlijk wel op een inbraakvrije manier kunnen plaatsvinden.

Hoeveel ventileren?

Hiervoor werd gesteld dat er per persoon 25-50 m3/h verse lucht nodig is. Dat betekent dat voor een gemiddelde woonkamer met vier personen er minimaal 100 m3/h nodig is voor de basisventilatie. De ondergrens komt voort uit de wens de lucht voldoende fris te houden en de geurstoffen die wij zelf afgeven af te voeren. Denk maar eens aan een ruimte waar veel mensen bij elkaar zijn, bijvoorbeeld een schoollokaal, waar je niets vermoedend binnen stapt en dan meteen ruikt dat er daar niet voldoende geventileerd wordt.

Als de hiervoor genoemde hoeveelheden worden aangehouden worden ook andere afvalstoffen in het algemeen voldoende afgevoerd. Op plaatsen waar inspanning wordt verricht en mensen meer geurstoffen afgeven of andere afvalstoffen moeten worden afgevoerd is het verstandig de bovenste waarde aan te houden. Voor zuurstofbehoefte van de mens behoeft er niet veel geventileerd te worden. Daarvoor is een paar m3/h al voldoende. Bij ventilatie is dus echt het afvoeren van verontreinigingen maatgevend.

Informatie over de auteur

Kees van der Linden is zelfstandig adviseur onder de naam AaCee Bouwen en Milieu. Hij adviseert op het gebied van Bouwfysica, Binnenmilieu, Installaties in de context van Duurzaamheid.

De website www.milieucentraal.nl geeft veel informatie voor de aanpak van ventilatie bij woningen. De website www.klimapedia.nl geeft achterliggende technische informatie. Kijk dan vooral op de pagina ‘Publicaties’. Kijk ook eens hier.

Het hele artikel met nog een aantal verwijzingen naar websites die nog meer informatie bieden op dit gebied is ook hier te vinden.