Bouwsector krimpt in 2024 naar verwachting met 2,5 procent
Na een moeizaam jaar in 2023 ligt voor de bouw ook in 2024 krimp in het vooruitzicht. Een combinatie van een hoge rente, netcongestie, gestegen bouwkosten en complexe procedures zorgt voor krimp in de sector, concludeert ABN AMRO in de Sectorprognose Bouw die vorige week is gepubliceerd. Vooral door de terugval in nieuwbouw – waardoor ook volumes van architectenbureaus (-2 procent) en de hout- en bouwmaterialenindustrie (-7 procent) dalen – ligt dit jaar over de gehele linie een krimp van 2,5 procent in het verschiet. Pas in de loop van volgend jaar kunnen de bouwactiviteiten weer aantrekken en kan krimp omslaan in stabilisatie. In de komende jaren komen de marges onder druk te staan door hogere arbeids- en materiaalkosten, terwijl hier onvoldoende productiviteitsgroei tegenover staat.
De krimp in de bouwsector is vooral het gevolg van de stagnerende nieuwbouw van woningen en bedrijfsgebouwen. Extra beperkende factoren zijn een gebrek aan beschikbare bouwlocaties en problemen bij het krijgen of uitbreiden van de elektriciteits- en wateraansluiting. In de grond-, weg- en waterbouw vindt een verschuiving plaats naar onderhoud en renovatie, doordat nieuwe aanlegprojecten van het Rijk zijn stilgelegd als gevolg van de beperkte stikstofruimte en gelimiteerde budgetten. In dit segment wordt dit jaar nog krimp (-3 procent) verwacht, terwijl de krimp zich in 2025 omzet in stabilisering. De vooruitzichten voor installatiebedrijven (+1 procent) en ingenieurs (+5 procent) zijn daarentegen wel positief. Zij profiteren vooral van de energietransitie en klimaatadaptatie. Deze groei wordt wel enigszins geremd door overheidsbeleid. Zo wordt de vraag naar zonnepanelen door de beëindiging van de salderingsregeling beperkt en heeft het nieuwe kabinet de geplande waterpompverplichting geschrapt. Desondanks ligt voor installateurs zowel in 2024 (+1 procent) als 2025 (+3 procent) een gematigde groei in het vooruitzicht. Doordat in de loop van 2025 de vraag uit de bouw naar verwachting weer aantrekt, verbeteren ook de vooruitzichten van architectenbureaus (+2 procent) en de hout- en bouwmaterialenindustrie (+5 procent).
De krimp in de bouwsector is vooral het gevolg van de stagnerende nieuwbouw van woningen en bedrijfsgebouwen. Extra beperkende factoren zijn een gebrek aan beschikbare bouwlocaties en problemen bij het krijgen of uitbreiden van de elektriciteits- en wateraansluiting. In de grond-, weg- en waterbouw vindt een verschuiving plaats naar onderhoud en renovatie, doordat nieuwe aanlegprojecten van het Rijk zijn stilgelegd als gevolg van de beperkte stikstofruimte en gelimiteerde budgetten. In dit segment wordt dit jaar nog krimp (-3 procent) verwacht, terwijl de krimp zich in 2025 omzet in stabilisering. De vooruitzichten voor installatiebedrijven (+1 procent) en ingenieurs (+5 procent) zijn daarentegen wel positief. Zij profiteren vooral van de energietransitie en klimaatadaptatie. Deze groei wordt wel enigszins geremd door overheidsbeleid. Zo wordt de vraag naar zonnepanelen door de beëindiging van de salderingsregeling beperkt en heeft het nieuwe kabinet de geplande waterpompverplichting geschrapt. Desondanks ligt voor installateurs zowel in 2024 (+1 procent) als 2025 (+3 procent) een gematigde groei in het vooruitzicht. Doordat in de loop van 2025 de vraag uit de bouw naar verwachting weer aantrekt, verbeteren ook de vooruitzichten van architectenbureaus (+2 procent) en de hout- en bouwmaterialenindustrie (+5 procent).
Hardnekkige uitdagingen beperken groei bouwsector
Hoewel in 2025 een lichte verbetering op komst lijkt te zijn, staat de bouwsector nog steeds voor uitdagingen, benadrukt ABN AMRO. “Hierbij speelt onzekerheid over de effectiviteit van overheidsbeleid een rol. Het nieuwe kabinet houdt vast aan de bouwopgave en de regering lijkt eerder ingezet beleid te continueren. Daarnaast is het kabinet niet van plan in te zetten op het stikstofdossier, wat nog steeds een beperkende factor is voor de bouw. Vanuit de sector worden echter terecht vraagtekens gezet bij de haalbaarheid hiervan, aangezien Nederland moet voldoen aan Europese regelgeving”, zegt Paul Bisschop, Sector Econoom Bouw en Vastgoed van ABN AMRO. “De bouw heeft verder te maken met een aantal hardnekkige uitdagingen die niet van vandaag op morgen zijn opgelost. Vraaguitval, gestegen kosten en trage procedures leiden vooralsnog tot dalende bouwvolumes. Zowel in 2024 als 2025 zijn er daarom nog geen tekenen van groei. Pas in de loop van volgend jaar treedt in verschillende segmenten waarschijnlijk een bescheiden herstel op.”
Hoewel in 2025 een lichte verbetering op komst lijkt te zijn, staat de bouwsector nog steeds voor uitdagingen, benadrukt ABN AMRO. “Hierbij speelt onzekerheid over de effectiviteit van overheidsbeleid een rol. Het nieuwe kabinet houdt vast aan de bouwopgave en de regering lijkt eerder ingezet beleid te continueren. Daarnaast is het kabinet niet van plan in te zetten op het stikstofdossier, wat nog steeds een beperkende factor is voor de bouw. Vanuit de sector worden echter terecht vraagtekens gezet bij de haalbaarheid hiervan, aangezien Nederland moet voldoen aan Europese regelgeving”, zegt Paul Bisschop, Sector Econoom Bouw en Vastgoed van ABN AMRO. “De bouw heeft verder te maken met een aantal hardnekkige uitdagingen die niet van vandaag op morgen zijn opgelost. Vraaguitval, gestegen kosten en trage procedures leiden vooralsnog tot dalende bouwvolumes. Zowel in 2024 als 2025 zijn er daarom nog geen tekenen van groei. Pas in de loop van volgend jaar treedt in verschillende segmenten waarschijnlijk een bescheiden herstel op.”
Bron: ABN AMRO