ISSO brengt vakmanschap voor energietransitie in kaart met status quo-analyse
Welk vakmanschap is nodig om de energietransitie in de gebouwde omgeving te laten slagen? En in hoeverre is dit vakmanschap nu aanwezig op de Nederlandse markt? Die twee vragen probeerde Build Up Skills NL (BUS-NL) te beantwoorden met een status quo-analyse. De bevindingen van deze analyse zijn te lezen in ISSO-Rapport 104773.2 ‘Arbeidsmarktanalyse voor energietransitie van de gebouwde omgeving’.
Een eerste status quo-analyse werd al uitgevoerd bij de oprichting van het BUS-initiatief in 2011. ISSO is partner in het BUS-NL netwerk. Het doel van deze analyse was om de barrières en kloven in kaart te brengen tussen de heersende situatie en de toekomstige vereisten voor een groter aantal vakmensen op de Nederlandse markt. Omdat het landschap van de energietransitie blijft evolueren, was het zaak om deze bestaande analyse bij te werken. Zo creëerde BUS-NL een actueel overzicht van de status quo van vakmanschap voor de energietransitie van de gebouwde omgeving in Nederland.
Stagnatie van groei vakmensen
Uit de bijgewerkte analyse blijkt onder meer dat het aantal werkzame personen in de bouwsector vanaf 2015 weer is gestegen, tot 579.000 in 2020. De verwachting is echter dat deze groei tussen 2025 en 2035 stagneert. De groei zet mogelijk wel door wanneer de AOW-leeftijd wordt verhoogd. Daarnaast zijn belangrijke beroepsgroepen geïdentificeerd voor het versnellen van de energietransitie. Dit zijn onder meer onderhouds- en installatiemonteurs voor isolatie, warmtedistributie, elektriciteitsnetten en zonnepanelen. Wat betreft voorlichting en advisering worden ook energieprestatieadviseurs als ‘onmisbaar’ bestempeld.
Benodigde instroom van arbeidskrachten
Om te kunnen voldoen aan het benodigde aandeel van de bouwsector in de energiedoelstellingen van 2030 – dat ook staat beschreven in het rapport – is opleiding erg belangrijk. De prognose van het benodigde aantal opgeleide vakmensen, is opgesplitst in een dynamisch en een behoedzaam scenario. Het dynamische scenario gaat uit van een forse demografische en economische groei. Het benodigde arbeidsvolume stijgt dan mee: van 445.000 in 2018 naar 481.000 in 2030. In dit scenario is de instroom van 175.000 arbeidskrachten nodig. In het behoedzame scenario stijgt het arbeidsvolume naar 451.000 en is er een benodigde instroom van 140.000 arbeidskrachten.
Beschikbaar op BouwZo
ISSO-rapport 104773.2 is online beschikbaar via het nieuwe kennisplatform BouwZo. Mensen met een BouwZo-profiel kunnen het rapport gratis raadplegen via www.bouwzo.nl.