Bouwkosten

Vloerverwarming op betonnen vloer aanbrengen
Je wilt een conventionele vloerverwarming aanbrengen op een betonnen vloer. Daarvoor wordt een noppenplaat of stalen mat gebruikt. Casadata zet de kosten van het aanbrengen op een rij.
Tekst en kosteninformatie: Casadata.nl

Vloerverwarmingsleidingen op stalen mat.
Voor conventionele vloerverwarmingssystemen op een betonnen vloer brengt men meestal verwarmingsbuizen of slangen op de vloer aan. Door de buizen of slangen stroomt, via een groepenverdeler, warm water uit een CV ketel of stadsverwarming. Bij kleine ruimten wordt ook elektrische vloerverwarming toegepast, waarbij de elektrische energie in de verwarmingskabels wordt omgezet in warmte.
Een conventionele vloerverwarming met verwarmingsbuizen of slangen op een betonnen vloer kan men op twee manieren aanbrengen: met behulp van noppenisolatie of door gegalvaniseerde draadstaalnetten op de vloer te leggen. Bij beide systemen komt de vloerverwarming boven op de betonvloer te liggen (opbouw), waardoor de vloer in zijn geheel dikker wordt.
Dat maakt Casadata voor je mogelijk. Je krijgt nu 25% korting op een inlogabonnement naar keuze, wanneer je in het opmerkingenveld Bouwtotaalinlog vermeldt. Binnen het abonnement krijg je gratis uitleg door de Casadata klantenservice en kun je onbeperkt gebruik maken van de helpdesk tot 20:30 uur in de avond.
Aanbrengen
Bij conventionele vloerverwarming met noppenisolatie brengt men eerst de randisolatie en de noppenisolatie op de vloer aan. Vervolgens leidt men de verwarmingsslang in lussen tussen de noppen door op een onderlinge afstand van 100 mm bij hoofdverwarming en 150 mm bij bijverwarming. Op een geschikte plaats monteert men de groepenverdeler en sluit de verwarmingsslangen daarop aan. Vervolgens kan men op de noppenisolatie met de verwarmingsslangen een dekvloer aanbrengen en deze afwerken. Het is raadzaam dat deze dekvloer tenminste 35 mm dik is.
Werkt men met stalen matten dan wordt eerst de randisolatie en vloerisolatie aangebracht. Deze isolatie dekt men met folie af, zodat het vocht uit de aan te brengen dekvloer niet in de isolatie komt. Vervolgens legt men daarop de bouwstaalmatten van gegalvaniseerd draadstaal. De mazen van het draadstaal zijn meestal 100 x 100 mm bij een hoofdverwarming en 150 x 150 mm bij een bijverwarming. Aan deze stalen krimpmatten worden vervolgens de verwarmingsbuizen bevestigd, op een onderlinge afstand van 100 mm bij hoofdverwarming en 150 mm bij bijverwarming. De groepenverdeler wordt op een geschikte plaats gemonteerd en de verwarmingsleiding wordt op de groepenverdeler aangesloten.
Bij grotere oppervlakten kan men op de verwarmingsbuizen nog een tweede stalen mat aanbrengen als extra wapening tegen het krimpen van de aan te brengen dekvloer op de vloerverwarming. Het is raadzaam om een dekvloer van 50 mm dik aan te brengen, als men de vloerverwarming wil combineren met een houten vloerafwerking, zoals parket, planken of laminaat. Bij hout is het belangrijk dat het gelijkmatig verwarmd wordt en dat er zo min mogelijk warmteverschillen in de hout ontstaan. Doordat de buizen bij een deklaag van 50 mm wat dieper in de vloer liggen, wordt de vloer onder de houten vloerafwerking meer gelijkmatig verwarmd.

Vloerverwarmingsleidingen in noppenplaat. Foto: Woodstock.
Kosteninformatie
Bij de hoofdverwarming is gerekend met een groepenverdeler en bij de bijverwarming met een rtl-ventiel (retourtemperatuurbegrenzer of rücklaufventiel).
Alle kosten zijn exclusief het aanpassen of uitbreiden van de groepenkast of elektrische leiding, gasleiding, waterleiding, CV-ketel, het aanbrengen van een dekvloer of vloerafwerking, materieelgebruik, transport en afkomende materialen.
Het gemiddeld uurloon is € 64,63 excl. opslag en € 75,62 inclusief 17% toeslag op de directe kosten. Deze bestaan uit 8% voor algemene bedrijfskosten, 5% voor winst en 3% voor risico. Het prijspeil is 1 september 2024. De regionale kosten staan in de originele tabel op casadata.nl na het invoeren van de regionale postcode.